Instructions

17
12. Algemene informatie over de menuoptie „Status“
Nadat een nieuwe configuratie naar de GSM-module overgedragen
werd, zal deze opnieuw opstarten en zich bij het GSM-netwerk
aanmelden. Zodra de groene LED in een langzame ritme (kort
knipperen / ca. 3 seconden pauze) knippert kan onder
communicatie de status van alle in- en uitgangen worden
weergegeven.
Hiervoor stelt u de in apparaatbeheer herkende COM-poort in.
Klik in de besturingssoftware op STATUS.
Daarna verschijnt een weergave die lijkt op een antwoord-SMS
die om de seconde wordt geactualiseerd.
Indien de module een melding heeft verstuurd, verschijnt het
bericht “SMS verzonden” of “EMAIL verzonden”.
Wanneer geen ontvangst mogelijk is, wordt “GEEN NETWERK
weergegeven.
Controleer in dit geval met een gsm de ontvangstkwaliteit op de plaats van de GSM-antenne. Bedenk ook
dat de antenne zo ver mogelijk van de module bevestigd dient te worden.
Indien momenteel naar de module wordt gebeld, verschijnt “oproep herkend” en het telefoonnummer en
de groene LED gaat permanent oplichten.
Indien de module een SMS heeft ontvangen, wordt “SMS ontvangen:” en de inhoud van de SMS
gedurende 1 minuut weergegeven.
Belangrijk!
Principieel worden van de GSM-module alleen veranderingen herkent die tenminste 250
milliseconden op de zes digitale ingangen (IN1, IN2, LOG, LOG, DEL, INV) aanliggen of ten
minste 1 seconde op de analoge ingangen (ADC, T1, T2) aanligt.
Als u een nieuwe configuratie naar de GSM-module heeft gestuurd, gaat de GSM-module automatisch
opnieuw opstarten. De GSM-module is daarna pas na 1 minuut na het opstarten klaar om veranderingen van
de sensoren of bevelen uit te voeren. Deze wachttijd dient beslist in acht worden genomen! U heeft dus na
het opnieuw opstarten ongeveer 1 minuut de tijd om een spanning aan te leggen zonder dat een SMS en/of
email verstuurd zal worden.
Volgende informatie wordt bij de status-opvraag weergegeven:
Weergave Besturings- Betekenis
software
T1 = 0C de temperatuur op de temperatuurvoeler 1 bedraagt 0 °C
T2 = 0C de temperatuur op de temperatuurvoeler 2 bedraagt 0 °C
TMP1-4 = L,L,L,L de stuuruitgangen TMP1“ bis „TMP4“ zijn uitgeschakeld (L = low)
IN1-2 = L,L de stuuruitgangen IN1“ en „IN2“ zijn open (L = low)
ADC = 75 mV op ingang „ADC“ werd 75 mV gemeten
INCALL = L e stuuruitgang „INCALL“ is niet geactiveerd (L = low)
SMS1-4 = L,L,L,L de stuuruitgangen SMS1“ tot „SMS4zijn uitgeschakeld (L = low)
LOGIC = L,L=L de stuuruitgang „LOG“ is uitgeschakeld (L = low)
DELAY = L de stuuruitgang „DEL“ is uitgeschakeld (L = low)
INVERT = L de stuuruitgang „INV“ is uitgeschakeld (L = low)
ALARM = L de stuuruitgang ALA“ is uitgeschakeld (L = low)
BILDER = 0 er zijn geen beelden opgeslagen
PEGEL = 80% het ontvangstniveau in het GSM-netwerk bedraagt 80 %
De in dit hoofdstuk aangegeven waarden van een status opvraag zijn slechts een symbolische
vertoning voor een weergave van de waarden en kunnen afhankelijk van de voortgang van uw
configuratie afwijkend uitzien.