Instructions

14
Schakel nu de voedingsspanning in.
Start op uw computer de besturingssoftware van de GSM-module.
Selecteer in de software onder „Communicatie“ de COM-poort welke
in apparaatbeheer van uw besturingssysteem vastgelegd is.
.
- Klik nu op Status“ en controleer of er een verbinding
opgebouwd wordt. De GSM-module geeft het bericht
„pincode onjuist ...wacht op gegevens („PINCODE
FALSCH ! WARTE AUF DATEN...“).
Voer nu in de besturingssoftware onder „Algemene instellingen de
„PINCODE“ in. De PIN van de SIM-kaart moet viercijferig zijn en
de PIN-opvraag moet zijn geactiveerd. Dit wil zeggen dat wanneer
men de kaart in een gsm plaatst en de gsm inschakelt, moet
gevraagd worden naar de PIN.
Voor de module kan nog een benaming tot 16 tekens ingevoerd
worden. Bij ieder SMS wordt deze naam meegezonden.