Versie 08/12 Bestnr. 19 92 85 GSM-schakel-/meet-/alarmsysteem op afstand “GX110” Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan.
Inhoudsopgave pagina 1. Introductie 3 2. Correcte toepassing 3 3. Verklaring van de symbolen 4 4. Omvang levering 4 5. Veiligheidsaanwijzingen 5 6. Gebruiksvoorwaarden 6 7. Overzicht van de ingangsfuncties 6 8. Overzicht van de uitgangsfuncties 7 9. Aansluitingen van de GSM-module 8 10. Noodzakelijke stappen en informatie voor de ingebruikneming 10 11. Eerste ingebruikneming 13 12. Algemene informatie over “Status” 17 13. Vastleggen telefoonnummers 18 14.
1. Introductie Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Dit product is conform de wettelijke, nationale en Europese voorschriften. Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Zij bevat belangrijke informatie over de inbedrijfstelling en het gebruik. Let hierop, ook wanneer u dit product aan derden overhandigt. Bewaar daarom deze gebruiksaanwijzing om in voorkomende gevallen te kunnen raadplegen.
3. Verklaring van de symbolen Het symbool met een bliksem in een driehoek wordt toegepast als er gevaar bestaat voor uw gezondheid bijv. door een elektrische schok. Het Symbool met een uitroepteken in een driehoek wijst op extra gevaren bij gebruik, werking of bediening. Het “hand”-symbool is te vinden wanneer extra tips en opmerkingen voor de bediening gegeven worden. 4.
. Veiligheidsaanwijzingen De GSM-module heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten. Volg de instructies en waarschuwingen in deze gebruiksaanwijzing op, om deze status van het apparaat te handhaven en een veilige werking te garanderen. Lees voor de ingebruikneming de gebruiksaanwijzing volledig door; zij bevat aanwijzingen voor een correcte werking.
. Gebruiksvoorwaarden Gebruik de GSM-module alleen bij een bedrijfsspanning tussen 5 en 30 V/DC. Voor een foutieve werking moet de stroombron zonder spanningsverlies tenminste een stroom van 1000 mA kunnen leveren. Hierbij is het onbelangrijk of de voeding door een accu (bijv. zonne-energie-accu) of door een geschikte netvoeding met gestabiliseerde uitgang gebeurt. Bij de installatie van de GSM-module moet rekening worden gehouden met de kabeldiameter van de aansluitleidingen.
8. Functie-overzicht van de uitgangen De GSM-module bezit 14 uitgangen, op welke telkens een rode LED voor de statusindicatie aangesloten is. Elke uitgang is aan een speciale functie of een ingangssignaal toegewezen. De GSM-module beschikt over de volgende uitgangen: • De uitgang “Incall” kan per oproep geschakeld worden. Hiertoe is op de GSM-module reeds een relais vast met deze functie verbonden • Het relais beschikt over een potentiaalvrije contact (max.
9.
Uitgangen: Op de uitgang „INCALL“ en op de uitgang „SMS1“ is al een relais gemonteerd, hiermede kunnen 8 A bij 250 V/AC of bij 30 V/DC geschakeld worden. Op de linker schroefklem wordt telkens Min/- en op de rechter klem wordt telkens Plus/+ aangesloten. Op de schroefklemmen kan telkens een relais (Conrad bestnr. 502892) of de relaisprintplaat (Conrad bestnr. 585498) aangesloten worden. Op alle uitgangen zijn rode LED’s aanwezig.
. Noodzakelijke stappen en informaties voor de ingebruikneming Belangrijk! Om de GSM-module correct in gebruik te nemen, is het beslist noodzakelijk de navolgende stappen in de juiste volgorde uit te voeren. Bij het niet in acht nemen van deze stappen zijn eventueel bepaalde functies niet gegarandeerd of een configuratie is niet mogelijk en/of de SIMkaart wordt door de GSM-module geblokkeerd.
c) Algemene instellingen voor de besturingssoftware Bij de besturingssoftware kan met de toets “D/E” de programmataal gewijzigd worden tussen Duits en Engels. Het hulpbestand wordt dan in de overeenkomstige taal geopend. Wanneer op het schakelvlak Algemene instellingen wordt geklikt, verschijnt een veld voor het invoeren van de pincode van de SIM-kaart, de gewenste telefoonnummers (PHONE) en de emailadressen (MAIL).
g) Email met SMTP en GPRS Voor het verzenden van (foto-) e-mails moeten de GPRS-instellingen van de provider van de ingelegde SIM-kaart ingevoerd worden. Als u onder „SIM“ uw provider ingeeft, wordt automatisch de juiste GPRS-verbinding en het juiste IP-adres ingesteld. Indien uw gewenste instelling niet verschijnt voert u deze onder „Andere aanbieder“ in. Onder „SMTP“ moet in het bovenste gedeelte de SMTP-postuitgangserver ingevoerd worden (bijv. smtp.web.de).
11. Eerste ingebruikneming van de GSM-module (test-configuratie) Let bij de eerste ingebruikneming er op, dat de uitgebouwde printplaat niet door metalen of spanning geleidende onderdelen kortgesloten wordt. Let bij het aansluiten van de voedingsspanning beslist op de juiste polariteit. Vermijdt kortsluitingen van de GSM-module. Neem dit in acht anders kan de GSM-module vernield worden, in dit geval vervalt het recht op garantie. Bij het eerste gebruik raden wij een eenvoudige configuratie aan.
• Schakel nu de voedingsspanning in. • Start op uw computer de besturingssoftware van de GSM-module. Selecteer in de software onder „Communicatie“ de COM-poort welke in apparaatbeheer van uw besturingssysteem vastgelegd is. . - Klik nu op „Status“ en controleer of er een verbinding opgebouwd wordt. De GSM-module geeft het bericht „pincode onjuist“ ...wacht op gegevens („PINCODE FALSCH ! WARTE AUF DATEN...“). • Voer nu in de besturingssoftware onder „Algemene instellingen“ de „PINCODE“ in.
• Onder „Communicatie“ moeten deze wijzigingen naar de module verzonden worden (klik op „verzenden“) • Het bericht „Alle gegevens zijn verzonden“ moet verschijnen. • Schakel de voedingsspanning weer uit. • De opgeslagen gegevens blijven in de module ook na het in- en uitschakelen van de voeding behouden. • Om de invoeren van de besturingssoftware op de PC permanent te behouden klikt u op „Opslaan“. • Plaats nu de SIM-kaart.
Bij de vele op de markt verkrijgbare SIM-kaarten en hun providers kan het gebeuren, dat mits correct ingestelde SIM-pincode en de juist overgedragen configuratie het bericht “Pincode fout! Wacht op gegevens” in het statusvenster wordt weergegeven. In dit geval gebruikt u een andere kaart van een andere provider, voer volgens de handleiding de nodige wijzigingen in de configuratie uit en test de GSM-module. Als dit niet functioneert, neemt u contact op met uw leverancier.
12. Algemene informatie over de menuoptie „Status“ Nadat een nieuwe configuratie naar de GSM-module overgedragen werd, zal deze opnieuw opstarten en zich bij het GSM-netwerk aanmelden. Zodra de groene LED in een langzame ritme (kort knipperen / ca. 3 seconden pauze) knippert kan onder communicatie de status van alle in- en uitgangen worden weergegeven. • Hiervoor stelt u de in apparaatbeheer herkende COM-poort in. • Klik in de besturingssoftware op STATUS.
Voor de weergavenwaarde „Niveau“ gelden de volgende waarden: Statusweergave Balkaanduiding besturingssoftware Betekenis 0% 1 tot 20% 21 tot 36% 37 tot 56% 57 tot 76% 77 tot 100% 5 rode balken 1 rode balk 1-2 groene balken 3 groene balken 4 groene balken 5 groene balken geen ontvangst mogelijk of niet ingelogd geen ontvangst slechte ontvangst minimaal toegestane ontvangststerkte goede ontvangst goede tot heel goede ontvangst 13.
14. Antwoord / foutmelding a) Antwoord De GSM-module kan een antwoord-SMS verzenden, waarin de status van alle in- en uitgangen wordt vermeld. Hiervoor wordt een SMS naar de module verstuurd met de ingevoerde meldtekst. Het antwoord wordt verstuurd naar het nummer waarvan de SMS is verstuurd. De meldtekst mag maximaal 8 tekens bedragen. Let hierbij ook beslist op hoofd- en kleine letters. • Voer in de besturingssoftware onder „Antwoord / Foutmelding“ bij SMS-Meldtekst „Antwoord“ in.
15. Installatie en configuratie van de uitgangen a) Uitgang „INCALL“ Dit uitgang INCALL wordt voor een instelbare tijd ingeschakeld zodra de module wordt opgeroepen. Aangezien de GSM-module bij een oproep niet opneemt, worden hierbij ook geen kosten gemaakt! U belt gewoon de module op en laat deze voor de zekerheid een paar keer overgaan. Daarop schakelt de INCALL-uitgang voor de ingestelde tijd in en daarna automatisch weer uit. Dit is ideaal voor bijv.
b) SMS-uitgangen (SMS1 – SMS4) De uitgangen SMS1 tot SMS4 kunnen door het versturen van een SMS naar de module worden in- en uitgeschakeld. Op de uitgang “SMS1” is al een relais aangesloten. Op de overige uitgangen kan steeds rechtstreeks een relais (Conrad bestnr. 502892, niet meegeleverd) of een relaisprintplaat (Conrad bestnr. 585498, niet meegeleverd) worden aangesloten. Elke SMS-uitgang heeft een eigen controle-LED, die een schakelprocedure optisch weergeeft.
Een antwoord terug per SMS krijgen alleen die telefoonnummers die het juiste bevel gestuurd hebben en in de besturingssoftware onder „Phone“ opgeslagen zijn. Voorbeeld: Test=1 Het relais voor de SMS-uitgang 1 wordt na ontvangst van de SMS ingeschakeld. De controle-LED gaat branden. Deze toestand blijft zo lang behouden totdat met een nieuwe SMS de SMS-uitgang 1 deactiveert wordt.
Voorbeeld: Wanneer u de MIN-waarde op 10°C, de STREEF-waarde op 20°C en de MAX-waarde op 25 °C instelt, dan wordt bij overschrijding van de MAX-waarde (26°C) de uitgang TMP1 ingeschakeld en bij het bereiken van de STREEF-waarde (20°C) weer uitgeschakeld. Bij daling onder de MIN-waarde (9°C) wordt de uitgang TMP2 ingeschakeld en pas bij het bereiken van de STREEF-waarde (20 °C) weer uitgeschakeld.
Het vastleggen, wie bij een melding en in welke vorm hij geïnformeerd zal worden, werkt net zoals reeds in de voorgaande voorbeelden (bijv. „uitgang INCALL“) beschreven werd. Stuur de nieuwe configuratie naar de GSM-module, door op „Verzenden“ te klikken. Voor de besturing van apparaten (bijv. een ventilator) verbindt u de desbetreffende temperatuuruitgangen van de GSM-module met de externe apparaten.
f) Inverter-uitgang „INV“ De uitgang „INV“ wordt bij elke impuls op ingang „INV“ geïnverteerd. Bij het in- en/of uitschakelen van de vanwege een impuls kan een SMS of een (foto) e-mail verstuurd worden. Op de uitgang kan direct een relais (Conrad bestnr. 502892, niet meegeleverd) of een relaisprintplaat (Conrad bestnr. 585498, niet meegeleverd) aangesloten worden. De uitgang heeft een controle-LED, die de schakelprocedure optisch weergeeft.
Bij het uitschakelen van de ingang wordt in onze voorbeeld de uitgang direct uitgeschakeld zonder een SMS of Email te versturen. Een inschakelvertraging kan bijvoorbeeld toegepast worden om het scherp zetten van een alarminstallatie te vertragen (om nog voldoende tijd te hebben de ruimte te verlaten). Een uitschakelvertraging wordt bijv. toegepast voor een ventilator-naloop of bijv. bij een trappenhuisverlichting: deze schakelt direct bij een druk op de schakelaar in en na de ingestelde tijd weer uit.
16. Installatie en configuratie van de ingangen a) 2 optocoupler-ingangen (IN1 – IN2) De ingangen “IN1” en “IN2” kunnen bij een signaalverandering op de ingang een SMS en/of e-mail versturen. De tekst in de SMS kan vastgelegd worden in de configuratiesoftware. Zonder externe spanning op de ingangen IN1 en IN2, die bijv. door een rookmelder wordt geleverd, zijn de ingangen in schakeltoestand “LOW”. Als er een externe spanning tussen 3-12 V/DC is aangesloten, worden de ingangen op “HIGH” gezet.
b) ADC-ingang De ADC-ingang kan spanningen van 0 tot 14 V/DC meten. De te meten spanning wordt op de ingang in het midden (ADC) aangesloten en op de rechter ingang de minus. Op de linker klem (+) is er een hulpspanning van +4 V. De GSM-module kan boven of onder een instelbare spanning via SMS een melding activeren. De grenswaarde wordt in millivolt (mV) ingevoerd. Voor de configuratie handelt u als volgt: • Open de besturingssoftware. • Voer onder „1 ADC ingang“ een meldtekst in.
17. SMS-dienst Met deze module kan men, zoals met een mobiele telefoon, op eenvoudige wijze een SMS opstellen en versturen. De SMS wordt dan door de GSM-module via de ingelegde SIM-kaart verzonden. Let daarom ook op de kosten die door het versturen van een SMS ontstaan. Nadat de GSM-module zich bij een GSM-netwerk heeft aangemeld, kan onder Communicatie / SMS-dienst een SMS-tekst worden opgesteld. Daarbij is de tekst begrensd tot 160 tekens. Onder “SMS versturen” kunt u het resterende aantal tekens zien.
19. Eindmontage Zorg ervoor dat u voor de eindmontage met alle functies vertrouwd bent en test het apparaat voor alle toepassingen die u wilt installeren. Voor de montage van de GSM-antenne trekt u de beschermfolie er af van de GSM-antenne. Plak de antenne bij de montageplaats, welke u vooraf getest heeft op storingsvrije ontvangst. Leg en bevestig de antennekabel tot aan de plaats waar u de GSM-module wilt monteren (bijv. met kabelbinders).
20. Verhelpen van problemen a) Mogelijke fouten bij de communicatie Stuurprogramma niet geïnstalleerd: - „CP210xVCPInstaller.exe“ op de CD in de map „MCU“ opnieuw installeren Stuurprogramma niet juist geïnstalleerd: - Stuurprogramma deinstalleren en opnieuw installeren COM-poort hoger dan COM10: - COM-poort verschuiven: in apparaatbeheer een vrije COM-poort lager dan COM10 zoeken.
d) Mogelijke fouten bij „INCALL“ Bericht deelnemer niet bereikbaar - Module nog niet in het GSM-netwerk ingelogd: kort wachten totdat de module is ingelogd of de antenne verplaatst is Geen telefoonnummer onder „status“: - Overdracht voor telefoonnummers in de mobiele telefoon activeren Bericht „opbellen niet toegestaan“ - Foutieve telefoonnummer ingevoerd - Telefoonnummer-overdracht deactiveert - Vanaf een andere telefoon opgebeld of configuratie niet overgedragen e) Mogelijke fouten bij TEMP1-4 Signaal nie
h) Mogelijke fouten bij SMS1 Geen telefoonnummer onder status - Overdracht van de telefoonnummer in de mobiele telefoon activeren SMS komt binnen, SMS1 schakelt niet - Foutieve telefoonnummer ingevoerd - Telefoonnummer-overdracht deactiveert - Vanaf een andere mobiele telefoon opgebeld of configuratie niet overgedragen - Hoofdletter en kleine letters niet in acht genomen i) Mogelijke fouten bij SMS-dienst SMS komt niet binnen - Te weinig tegoed op een prepaidkaart - Telefoonnummer verkeerd ingevoerd 33
21. Schakelvoorbeeld 1 Relaiscontacten (bijv. van uitgang „INCALL“) 2 Voedingsspanning (bijv. zonne-energie-accu) 3 Verbruiker (bijv. verlichting) 22. Onderhoud, verzorging en reparatie De GSM-module is onderhoudsvrij en heeft geen verzorging nodig. Bij een reparatie neemt u contact op met uw leverancier. 23. Afvalverwijdering Elektrische en elektronische apparaten mogen niet als huishoudafval worden behandeld.
25. Technische gegevens GSM Quad GSM-band ......................................................... 850, 900, 1800 1900 MHz Type SIM-kaart ............................................................. 3 V SIM-kaart GSM-module Voedingsspanning ........................................................ 5 tot 30 V/DC Benodigde stroomverzorging ....................................... min. 1000 mA Stromaufnahme (bei 12 V) ........................................... Standby: max. 30 mA; met 14 relais: max.