Operation Manual
NL-17
NL
NL-16
SSE
M1/+
SSE
M2/-
LT
SSE
De metingen starten/stoppen
Standaard worden de metingen automatisch gestart zodra de fiets
in beweging komt. Deze functie heet de auto modus.
Tijdens het meten knippert“km/h” of “mph”.
De totaalafstand, de maximum snelheid, de maximum hartslag en
de maximum cadans worden onafhankelijk van het starten en stop-
pen van de metingen geactualiseerd.
Auto modus
Wanneer de auto modus is ingeschakeld ( licht op), dan neemt de
fietscomputer waar wanneer het wiel draait en worden de metingen
automatisch gestart en gestopt.
Wanneer de auto modus is uitgeschakeld (
is gedoofd), worden
de metingen gestart en gestopt met behulp van de SSE-toets.
* Zie het menuscherm “De auto modus instellen” (blz. 32) voor het in- en
uitschakelen van de auto modus.
* Wanneer de signaaloverdracht is gestopt en de sensorsignaalsymbolen
, , zijn uitgeschakeld (zie blz. 15), is het mogelijk dat de
hoofdtimer niet start omdat het snelheidssignaal niet reageert.
Druk op de M1/+ of M2/- -toets om de sensorsignaalsymbolen , ,
in te schakelen.
Verlichting
Wanneer de LT-toets wordt ingedrukt, wordt de verlichting van de
display gedurende ca. 3 seconden ingeschakeld.
* Wanneer een willekeurige toets wordt ingedrukt terwijl de verlichting is inge-
schakeld, dan blijft de verlichting 3 seconden langer branden.
De meetgegevens nulstellen
Houd in het metingenscherm de SSE-toets en de M1/+ of de M2/-
-toets ingedrukt om alle meetgegevens (TM, DST, rondetijd, C.D.
DST enz.) en de rondetijden op nul te zetten.
* Alle gegevens worden bij het nulstellen in een bestand opgeslagen. (blz. 24)
* Het scherm bevriest gedurende ongeveer 2 seconden na het op nulstellen,
hoewel alle metingen normaal worden uitgevoerd, inclusief de verstreken tijd.
* De instelling voor de aftelafstand (C.D.DST→) wordt teruggezet op de eer-
der door u ingestelde waarde.
* Nulstellen is niet mogelijk gedurende 5 seconden na het indrukken van de
LAP-toets.
Spaarstand
Wanneer de fietscomputer gedurende 5 minuten geen gegevens ont-
vangt, wordt de spaarstand ingeschakeld waarin alleen de datum en
tijd worden getoond. Wanneer een willekeurige toets wordt ingedrukt,
met uitzondering van de AC-toets, wordt de spaarstand weer uitge-
schakeld en verschijnt het metingenscherm weer. Wanneer de spaar-
stand van de fietscomputer is ingeschakeld, moet een toets worden
ingedrukt voordat het meten van gegevens kan worden gestart.
Spaarstand
AT symbool
(of)
(Tegelijk indrukken)
Gemiddelde
snelheid
Gemiddelde
hartslag
Gemiddelde kadans
Maximum
snelheid
Maximum
hartslag
Maximum kadans
Huidige
snelheid
Hartslag
Kadans
M1/+
Datum
Klok
Totaaltijd
Totaalafstand
Calorieverbruik
Verstreken tijd Ritafstand
Aftelafstand
Rondetijd
Gemiddelde
rondesnelheid
Rondeafstand
M2/-
M2/-
(2 sec.)
M2/-
Ronden
ummer
Basisbediening van de fietscomputer
Functies van het metingenscherm
Het metingenscherm toont 4 verschillende soorten van meetgegevens, waartussen u kunt
wisselen met behulp van de M1/+ of M2/- -toets.
De weergegeven gegevens zijn:
Bovenste gegevensdisplay
Toont gegevens met betrekking tot de snelheid.
Middelste gegevensdisplay
Toont gegevens met betrekking tot de hartslag.
Toont gegevens met betrekking tot de cadans.
Onderste gegevensdisplay
Toont de overige gegevens.
Actuele rondetijdgegevens (huidige rondegegevens)
* Wanneer de M2/--toets ingedrukt wordt gehouden
terwijl de rondetijd wordt getoond, dan wordt
rondeafstand getoond.
Wordt de toets opnieuw ingedrukt, dan wordt de
rondetijd weer getoond.
* De bovenste en de middelste gegevensdisplays veranderen tegelijk.
Wissel m.b.v. de M2/--toets
Wisselen m.b.v. de M1/+-toets
(Tegelijk indrukken)