Operation Manual

NL-29
NL
NL-28
M2/- M1/+
Wielomtrek en wielkeuze
Verander de wielomtrek (A / B) en de bandenmaat (uitrollengte van het wiel).
* Zie Wielomtrek (blz. 13) voor details over de bandenmaten.
1. Druk vanuit het metingenscherm op de MENU-toets om het
bovenste menuscherm te openen.
Ga naar het WHEEL-scherm met behulp van de M1/+ of M2/-
-toets en bevestig uw keuze met de SSE-toets.
Bovenste menuscherm:
MENU
Van menu verwisselen:
M1/+
M2/-
Bevestigen:
SSE
(of)
Wielkeuze
Huidige wielomtrek
2. Selecteer wiel A of B met behulp van de M1/+ of M2/--toets.
A B:
M1/+
M2/-
Bevestigen:
SSE
Indien de wielomtrek op dit moment niet gewijzigd hoeft te
worden, dan kunt u de instelling verlaten door op de MENU-
toets te drukken.
3. Voer de laatste 2 cijfers van de wielomtrek voor het in stap 1
gekozen wiel in met behulp van de M1/+ of M2/--toets en
bevestig de instelling met de SSE-toets.
Voer vervolgens op dezelfde wijze de eerste 2 cijfers in.
Verhogen/verlagen:
M1/+
M2/-
Ander cijfer kiezen:
SSE
4. Druk op de MENU-toets om terug te keren naar het bovenste
menuscherm (WHEEL-scherm) en uw verandering(en) te
bevestigen.
Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar het
metingenscherm.
MENU
Het sensor-ID synchroniseren
Deze handeling moet telkens worden uitgevoerd wanneer u de fietscomputer met een
andere sensor wilt gebruiken of wanneer u een nieuwe hartslagmeter heeft.
* Om metingen te kunnen verrichten moet deze fietscomputer bekend zijn met de sensor-ID's
van de sensoren. De fietscomputer kan geen signalen ontvangen van sensoren waarvan hij de
sensor-ID's niet kent.
* Om het sensor-ID in te stellen moet de hartslagmeter worden omgedaan (blz. 9) en zich in de
buurt van de fiets bevinden waarop een snelheids-/cadanssensor is gemonteerd (blz. 7).
* Zorg er bij het zoeken naar het sensor-ID voor, dat er zich geen andere sensoren in een straal van
10 m bevinden. Voor de snelheids/cadanssensor is het ook mogelijk om de RESET-toets op de
sensor in de drukken om de signaaloverdracht van de sensor opzettelijk uit te schakelen.
(of)
(of)
(Achterzijde)
(Achterzijde)
Naar het bovenste menuscherm/
metingenscherm:
Vervolgd
M2/- M1/+
Datum en tijd instellen
Stel de tijdsnotatie, de uren, de minuten, de datumnotatie, het jaartal, de
maand en de datum in.
1. Druk vanuit het metingenscherm op de MENU-toets om het
bovenste menuscherm te openen.
Ga naar het CLOCK.DATE-scherm met behulp van de M1/+
of M2/- -toets en bevestig uw keuze met de SSE-toets.
Bovenste menuscherm:
MENU
Van menu verwisselen:
M1/+
M2/-
Bevestigen:
SSE
2. Selecteer de tijdsnotatie.
Selecteer de 24h (24-uurs) of de 12h (12-uurs)
tijdsnotatie met behulp van de M1/+ of M2/- -toets en
bevestig uw keuze met de SSE-toets.
24h
12h:
M1/+
M2/-
Bevestigen:
SSE
3. Voer de uren of de minuten in.
Voer de uren in met behulp van de M1/+ of M2/- -toets,
bevestig de invoer met de SSE-toets en voer daarna op
dezelfde wijze de minuten in.
Verhogen/verlagen:
M1/+
M2/-
Bevestigen:
SSE
4. Selecteer de datumnotatie.
Selecteer een datumnotatie uit YY/MM/DD, MM/DD/YY
en DD/MM/YY met behulp van de M1/+ of M2/- -toets en
bevestig uw keuze met de SSE-toets.
Datumnotatie veranderen:
M1/+
M2/-
Bevestigen:
SSE
5. Voer jaartal, maand en datum in.
Voer jaartal, maand en datum in, in de in stap 4
gekozen volgorde, met behulp van de M1/+ of M2/- -toets
en bevestig de invoer met de SSE-toets. Voer voor het
jaartal alleen de laatste 2 cijfers in.
Verhogen/verlagen:
M1/+
M2/-
Bevestigen:
SSE
6. Druk op de MENU-toets om terug te keren naar het bovenste
menuscherm (CLOCK.DATE-scherm) en uw verandering(en)
te bevestigen. Druk nogmaals op de toets om terug te keren
naar het metingenscherm.
MENU
(of)
(of)
(of)
(of)
Uren Minuten
(of)
Tijdsnotatie
(Achterzijde)
(Achterzijde)
Naar het bovenste menuscherm/
metingenscherm: