Operation Manual

NL-31
NL
Vervolgd
6. Druk op de MENU-toets om terug te keren naar het bovenste menuscherm (CLOCK.
DATE-scherm) en uw verandering(en) te bevestigen. Druk nogmaals op de toets om
terug te keren naar het metingenscherm.
Naar het bovenste menuscherm/metingenscherm:
MENU
(Achterzijde)
De wielomtrek instellen
Stel de wielomtrek in op SP1 (Snelheidsensor 1) en SP2 (Snelheidsensor 2) gesyn-
chroniseerd volgens “Het sensor-ID synchroniseren” (blz. 32).
* Zie voor de wielomtrek “Wielomtrek” (blz. 13).
* Houd de knop M1/+ of M2/- ingedrukt om het nummer snel te verhogen of verlagen.
1. Druk vanuit het metingenscherm op de MENU-toets om het
bovenste menuscherm te openen.
Ga naar het TIRE-scherm met behulp van de M1/+ of M2/-
-toets en bevestig uw keuze met de SSE-toets.
Bovenste menuscherm:
MENU
(Achterzijde)
Van menu verwisselen:
M2/-
M1/+
(of)
Bevestigen:
SSE
2. Selecteer “ID:1” (Sensor 1) of “ID:2” (Sensor 2) met de knop-
pen M1/+ en M2/-.
ID:1
ID:2:
M2/-
M1/+
(of)
Bevestigen:
SSE
Ga naar stap 4 als de invoer van de wielomtrek op dit punt
niet nodig is.
3. Voer de laatste twee cijfers van de wielomtrek in voor de in
stap 2 geselecteerde sensor met de knoppen M1/+ en M2/- en
bevestig dit met de knop SSE.
Voer vervolgens de eerste twee cijfers op dezelfde manier in.
Instelbereik: 0100 – 3999 mm
Verhogen/verlagen:
M2/-
M1/+
(of)
Ander cijfer kiezen:
SSE
4.
Druk op de MENU-toets om terug te keren naar het bovenste
menuscherm (TIRE-scherm) en uw verandering(en) te bevestigen.
Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar het metin-
genscherm.
Naar het bovenste menuscherm/metingenscherm:
MENU
(Achterzijde)
Het sensorpicto-
gram wordt herkend
Huidige
wielomtrek
M2/- M1/+