Operation Manual
36
Inleiding
Hoe bevestigt u
het apparaat op
uw fiets
De computer
instellen
Werken met de
computer
De pc installeren
De meetgegevens
uploaden
De meetgegevens
uploaden
De computer-
configuratie
wijzigen
Overig
De computer-
configuratie
wijzigen
MODE
MODE
MODE
Van “De wielomtrek instellen” (pagina 35)
De sensor koppelen
De sensor selecteren
Selecteer de te koppelen sensor.
MODE
SP (Snelheidssensor)
ISC* (Snelheid-/cadanssensor)
CD (Cadanssensor)
HR (Hartslagsensor)
PW (Vermogenssensor)
* Wanneer u de CATEYE snelheids-cadans-
sensor (ISC-11) gebruikt, selecteert u [ISC]
om het koppelen uit te voeren.
Het sensornummer selecteren
Op de computer kunnen twee sensor-ID’s
per sensortype worden geregistreerd.
MODE
1 (1 sensor)
↔
2 (2 sensor)
* De computer herkent de twee fietsen auto-
matisch door de sensor die op de tweede
fiets is geïnstalleerd, te koppelen terwijl u
2 (tweede fiets) selecteert.
* De volgende stap is afhankelijk van de
keuze voor automatisch zoeken of hand-
matige invoer van het ID-nummer. Ga naar
de stap die met de keuze overeenkomt.
Vervolgd
(pagina 37)
Voor het toevoegen of opnieuw instellen van de ANT+ sensor voert u het koppelen als volgt
uit. Dit apparaat kent twee verschillende manieren om te koppelen.
Het sensor-ID
opzoeken
Beschrijving
Automatisch
zoeken
De computer rondt het koppelen af als het signaal van de sensor wordt
ontvangen.
* Gebruik deze methode over het algemeen om te koppelen.
Handmatige
invoer ID-
nummer
Als het sensor-ID bekend is, kunt u koppelen door het nummer in te
voeren.
* Gebruik deze methode om te koppelen als er twee of meer ANT+
sensoren zijn, zoals op een race-locatie, en automatisch zoeken niet
mogelijk is.
Deze instelling is nodig voor een ANT+ sensor.
(ingedrukt
houden)
Naar “Instelling voor nachttijd” (pagina 38)
(ingedrukt
houden)
De instellin-
gen wijzigen
(ricerca dell’ID del sensore)