Gebruiksaanwijzing

12
Automatisch instellen van het beeld (AUTO)
Druk op [AUTO].
z Door op [AUTO] te drukken worden automatisch de frequentie en de fase aangepast aan de hand
van het ingangssignaal, hetgeen flikkeren en andere problemen met het geprojecteerde beeld kan
verminderen.
z Deze handeling wordt ondersteund wanneer Computer (RGB) de signaalbron is.
Veranderen van de beeldverhouding van het geprojecteerde
beeld (ASPECT)
Druk op de [ASPECT] toets om de mogelijke instellingen voor de beeldverhouding van het beeld te
doorlopen.
De tabel hieronder toont de beschikbare instellingen voor elk type signaalbron.
Beschrijving van elk van de instellingen
O
p
merkin
g
z Zie “Beeldverhouding en geprojecteerd beeld” (bladzijde 35) voor details over welke invloed
de instellingen voor de beeldverhouding hebben op het geprojecteerde beeld.
z U kunt de beeldverhouding ook veranderen via de instelling “Scherminstellingen 3
Hor.-Ver. verhouding” in het instelmenu (bladzijde 20).
Belangrijk!
z Let op, want beelden vergroten of verkleinen met de [ASPECT] toets voor handelsdoeleinden
of openbare presentaties kan inbreuk maken op de auteursrechten van de rechthebbende op
het originele materiaal.
Signaalbron
Door op [ASPECT] te drukken, schakelt u heen en weer tussen
deze instellingen:
RGB, HDMI (PC) Normaal J Volledig J 16:9 J 16:10
Component, HDMI (DTV) Normaal J 16:9 J 16:10 J 4:3
Normaal: Projecteert het beeld met de maximale grootte met behoud van de beeldverhouding van het
ingangssignaal.
Volledig: Projecteert het beeld met de maximale grootte door het ingangssignaal te vergroten of te
verkleinen.
16:9: Deze instelling is voor een beeldverhouding van 16:9, wat hetzelfde is als een bioscoopfilm,
een HDTV enz. Gebruiken van deze instelling wanneer het ingangssignaal een 16:9 beeld is
dat in een 4:3 formaat is gecomprimeerd, zal het beeld weergeven met de daarvoor
bestemde 16:9 beeldverhouding.
16:10: Deze instelling is voor een beeldverhouding van 16:10. Gebruik deze instelling om het beeld
aan te passen voor projectie op een scherm met een beeldverhouding van 16:10.
4:3: Ongeacht de beeldverhouding van het ingangssignaal wordt het beeld altijd geprojecteerd
met een beeldverhouding van 4:3.