Netwerkfunctiegids
25
Items op de pagina met netwerkinstellingen
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Bepalen dat het IP-adres
automatisch wordt verkregen van het
externe LAN-apparaat
Klik bij “IP Settings” op “Obtain an IP address automatically”.
Geef het IP-adres met de hand op 1. Klik bij “IP Settings” op “Use the IP address below”.
2. Voer in de “IP Address” vakken de IP-adressen in die u wilt toewijzen aan
de projector (fabrieksinstelling: 192.168.100.10).
3. Voer in de “Subnet Mask” vakken een waarde in die gebruikt zal worden
om het bereik aan IP-adressen in het netwerk (subnet) waartoe de
projector behoort te bepalen (fabrieksinstelling: 255.255.255.0).
4. Voer in de “Default Gateway” vakken het IP-adres van de standaard
gateway in (fabrieksinstelling: 192.168.100.10).
Bepalen dat de projector
automatisch IP-adressen toewijst
aan computers en smartphones en
soortgelijke apparatuur
1. Klik bij “DHCP Settings” op “Auto”.
2. Geef het bereik op voor de automatisch toe te wijzen IP-adressen.
Voer bij “Starting Address” en “Ending Address” een waarde van 11
t/m 254 in voor de vierde groep.
U kunt alleen de vierde groep zelf instellen. De andere groepen
kunnen niet worden veranderd.
Bepalen dat de projector geen
IP-adressen toewijst aan computers
en smartphones en soortgelijke
apparatuur
Klik bij “DHCP Settings” op “Disable”.
Draadloze LAN-verbinding met de
projector mogelijk maken vanaf een
computer en/of smartphone of
soortgelijke apparatuur (door de
ingebouwde toegangspuntfunctie in
te schakelen)
Verander bij “Wireless Settings” de instelling “Access Point Function” naar
“Enable”.
Draadloze LAN-verbinding met de
projector onmogelijk maken vanaf
een computer en/of smartphone of
soortgelijke apparatuur (door de
ingebouwde toegangspuntfunctie uit
te schakelen)
Verander bij “Wireless Settings” de instelling “Access Point Function” naar
“Disable”.
In-/uitschakelen uitzenden SSID Selecteer bij “Wireless Settings” “Enable” of “Disable” voor “SSID
Broadcast”.
Bepalen van het kanaal dat zal
worden gebruikt voor communicatie
via het draadloze LAN.
Klik bij “Wireless Settings” op [] aan de rechterkant van het “Channel”
vak. Selecteer een kanaal van 1 t/m 11 van de lijst die zal verschijnen.
Bepalen of het te gebruiken
draadloze LAN-kanaal automatisch
moet worden geselecteerd
Klik bij “Wireless Settings” op [] aan de rechterkant van het “Channel”
vak. Selecteer “Auto” van de lijst die dan zal verschijnen.
De projector verbinden met een
extern draadloos toegangspunt
Klik bij “External Access Point” op “Enable” en configureer de vereiste
instellingen.
Zie voor details “De projector verbinden met een draadloos
LAN-toegangspunt zonder de directe draadloze LAN-verbinding met een
computer af te sluiten” (bladzijde 10).
De projector niet verbinden met een
extern draadloos toegangspunt
Klik bij “External Access Point” op “Disable”.