Netwerkfunctiegids

24
Control Panel (Bedieningspaneel) Pagina netwerkitems
Initialiseer alle instellin-
gen op de systeembe-
heerderspagina’s
1. Klik aan de linkerkant op “Initialize Settings”.
2. Klik op de “Initialize Settings” pagina die zal verschijnen op [Apply]. Er zal een
dialoogvenster verschijnen of u inderdaad de projector opnieuw wilt opstarten.
3. Klik op [OK] om de projector opnieuw op te starten en de instellingen terug te zetten
op de fabrieksinstellingen.
Als u op [OK] klikt, worden de instellingen teruggezet en wordt de projector
opnieuw opgestart. De LAN-verbinding tussen de projector en de computer zal
hiervoor worden verbroken.
Informatie invoeren voor
de verbinding met een
Crestron controller
1. Klik aan de linkerkant op “Crestron Control”.
2. Op de “Crestron Control” pagina die nu zal verschijnen, kunt u de informatie invoeren
die hieronder beschreven worden.
IP Address: Voer het IP-adres van de Crestron controller in.
IP ID: Voer het IP-ID van de Crestron controller in.
Port: Voer het poortnummer in dat moet worden gebruikt voor de communicatie met
de Crestron controller (normaal gesproken 41794).
3. Om de veranderingen die u gemaakt heeft toe te passen op de projector, moet u op
[Apply] (Toepassen) klikken.
Meld uzelf af van de
systeembeheerderspa-
gina’s
Klik in de rechter bovenhoek van het venster van de webbrowser op “Logout”.
Hierdoor keert u terug naar de “CASIO Projector” toppagina.
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Veranderen van de naam van de projector Voer in het “Projector name” vak maximaal 16 enkelbyte
tekens (geen symbolen) in als nieuwe naam voor deze
projector.
Bepalen of er wel of niet een aanmeldcode moet
worden ingevoerd wanneer er een draadloze
LAN-verbinding tot stand wordt gebracht
Klik bij “Login Code” op “ON” (er zal worden gevraagd om
een aanmeldcode) of op “OFF” (er zal niet worden
gevraagd om een aanmeldcode).
Specificeer of de gebruikersnaam van de computer
waarvan de beelden op dit moment via een bekabeld
LAN door de projector worden geprojecteerd moet
worden weergegeven of verborgen
Klik bij “Show User Name” op “ON” (tonen) of op “OFF”
(verbergen).
Specificeer of de stroom voor de projector kan
worden ingeschakeld via het LAN wanneer de
projector uit (standby) staat
Klik in het “Remote On*
1
” gedeelte op “Enable” (Op afstand
aan zetten inschakelen) of “Disable”.
Schakel de verificatie voor een PJLink-verbinding in
of uit
Klik bij “PJLink Authentication” op “Enable” of “Disable”.
In- of uitschakelen van de draadloze LAN-standaard
IEEE802.11n
Klik bij “IEEE 802.11n (Wi-Fi)” op hetzij “Enable”, of op
“Disable”.
Bepalen of de kanaalbreedte voor draadloze
LAN-verbindingen automatisch moet worden
ingesteld of moet worden vastgezet (op 20 MHz)
Klik bij “Channel Width” op “20MHz” of “Auto”.
*1 Het stroomverbruik van de projector wanneer deze uit (standby) staat hangt er mede van af of
“Remote On” is ingeschakeld. Zie voor informatie over het stroomverbruik in de diverse standen de
“Gebruiksaanwijzing”.
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit: