User Manual

Table Of Contents
36
Optie instellingen 2 3
Audio uitgang
Gebruik dit item om te bepalen of audio afkomstig van de signaalbronnen moet
worden weergegeven via de luidspreker (Luidspreker*) of met een extern weergave-
apparaat via de AUDIO OUT-aansluiting van de projector.
Optie instellingen 2 3
Audio ingang
Zie “Veranderen van de audio-ingangsaansluiting” (bladzijde 29).
Optie instellingen 2 3
Grote hoogte
U kunt de ventilatorsnelheid voor gebruik op grote hoogte aan of uit zetten aan de
hand van de hoogte waarop de projector gebruikt wordt.
Aan: Selecteer deze instelling wanneer de projector op grote hoogte wordt gebruikt
(1500 tot 3000 meters boven zeeniveau) waar de lucht ijl is. Deze instelling
verbetert de koeling.
Uit*: Selecteer deze instelling bij gebruik op normale hoogte (tot 1500 meter).
Belangrijk!
Gebruik deze projector niet op grotere hoogtes dan 3000 meter boven
zeeniveau.
Optie instellingen 2 3
Vergrendeling
bedeningspaneel
U kunt de werking van de toetsen op de projector zelf uitschakelen.
Zie “Vergrendeling bedieningspaneel” (bladzijde 29) voor meer informatie.
Optie instellingen 2 3
Standby RGB/audio
Bepaal dat het beeldsignaal dat de projector binnenkomt wordt doorgegeven via de
MONITOR OUT-aansluiting en een binnenkomend audiosignaal via de AUDIO OUT-
aansluiting wanneer de projector uit (standby) staat (de projector staat uit, maar heeft
wel stroom). Het geproduceerde beeld wordt vastgezet als het videosignaal van de
COMPUTER IN 1-aansluiting van de projector. De geproduceerde audio is het
audiosignaal van de audio-ingangsaansluiting die is toegewezen aan “Computer1”
van de signaalbron en het audiosignaal van de MIC-aansluiting.
Weergave: Selecteer deze instelling om de audio- en videosignalen door te geven
wanneer de projector uit (standby) staat.
Geen weergave*: Selecteer deze instelling om de audio- en videosignalen niet door
te geven wanneer de projector uit (standby) staat.
Opmerking
Wanneer “Weergave” wordt geselecteerd voor deze instelling, wordt het
audiosignaal gereproduceerd via de AUDIO OUT-aansluiting wanneer het
toestel uit (standby) staat ongeacht de huidige instelling voor “Optie
instellingen 2 3 Audio uitgang”.
Het videosignaal dat binnenkomt via de COMPUTER IN 2-aansluiting kan
niet worden gereproduceerd via de MONITOR OUT-aansluiting.
Optie instellingen 2 3
Ondertiteling (V)
Gebruik dit item om te bepalen of er ingesloten ondertiteling moet worden
weergegeven wanneer er een videosignaal wordt geprojecteerd dat dergelijke
gegevens bevat.
Uit*: De ingesloten ondertiteling wordt niet weergegeven.
CC1, CC2, CC3, CC4: Geeft de huidige instelling in voor de weergave van de
ingesloten ondertiteling (CC1, CC2, CC3 en CC4).
Optie instellingen 2 3
Timerfunctie
Open het menu voor de timerfunctie. Zie voor details “Gebruiken van de
Presentatietimer (TIMER)” (bladzijde 30).
Optie instellingen 2 3
Ingangsniveau microfoon
Regelt het volumeniveau van audiosignalen die binnenkomen via de MIC-aansluiting
binnen een bereik van 0* (geen geluidsweergave) t/m 3 (maximum).
Optie instellingen 2 3
Menu terugstellen
Hiermee zet u alle items op het “Optie instellingen 2” hoofdmenu terug op hun
fabrieksinstellingen voor de op dit moment gebruikte signaalbron.
U moet dit menu-item
gebruiken:
Om dit te doen: