User Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Veiligheidsvoorzorgen
- Voorzorgen in het gebruik
- Van start
- Bedienen van de projector
- Basisbediening beeldweergave en audioweergave tijdens projectie
- Digitale schermverschuiving
- Projecteren van het testbeeld
- Veranderen van de audio-ingangsaansluiting
- Vergrendeling bedieningspaneel
- Configureren van de afstandsbediening-ID en de projector-ID-instellingen
- Gebruiken van de Presentatietimer (TIMER)
- Gebruiken van het instelmenu (MENU)
- Wachtwoordbeveiliging
- Projecteren vanaf een USB-aansluiting (alleen netwerkmodellen)
- Projecteren van het scherm van een grafische calculator
- Schoonmaken van de projector
- Oplossen van problemen
- Bijlage
- Technische gegevens
32
Als u op de [MENU] toets drukt, wordt het instelmenu weergegeven op het geprojecteerde beeld. U
kunt dit menu gebruiken om de helderheid, het contrast en andere instellingen voor het
geprojecteerde beeld in te stellen en projectorinstellingen te veranderen.
Eén of meer letters achter de naam van een item in het menu (zoals RCV), geeft aan dat dit item
alleen beschikbaar is wanneer een bepaalde signaalbron is geselecteerd. De letters geven de
signaalbron(nen) aan waarvoor het menu-item beschikbaar is.
R: RGB-ingangsaansluiting, C: Component ingangsaansluiting,
V: S-Video ingangsaansluiting of Video ingangsaansluiting, H: HDMI (PC) ingangsaansluiting,
D: HDMI (DTV) ingangsaansluiting, F: Bestandszoeker*
1
, T: CASIO USB-tool*
1
, N: Netwerk*
1
Een menu-item zonder letter ernaast wordt toegepast ongeacht de signaalbron.
achter een menu-item geeft aan dat dit item alleen beschikbaar is op netwerkmodel projectoren.
De fabrieksinstelling wordt aangegeven met een asterisk (*).
Gebruiken van het instelmenu (MENU)
Instellingen op het instelmenu
*1 Alleen netwerkmodel projectoren
U moet dit menu-item
gebruiken:
Om dit te doen:
Beeldinstelling 1 3
Helderheid
Stel de helderheid van het geprojecteerde beeld in.
Beeldinstelling 1 3
Contrast
Stel het contrast van het geprojecteerde beeld in.
Beeldinstelling 1 3
Scherpte (V)
Gebruik dit item om de scherpte van het geprojecteerde beeld te regelen. Een
grotere waarde maakt het beeld scherper, een kleinere waarde maakt het beeld
zachter.
Beeldinstelling 1 3
Verzadiging (V)
Gebruik dit item om de kleurverzadiging van het geprojecteerde beeld te regelen.
Een grotere waarde verhoogt de kleurverzadiging.
Beeldinstelling 1 3
Kleurtoon (V)
Gebruik dit item om de kleurtoon (tint) van het geprojecteerde beeld te regelen.
Een grotere waarde geeft het beeld een meer blauwe tint, terwijl een kleinere waarde
het beeld roder maakt. Deze instelling wordt alleen ondersteund bij een NTSC of
NTSC4.43 ingangssignaal.
Beeldinstelling 1 3
Kleurmodus
Selecteer één van de volgende kleurinstellingen voor het geprojecteerde beeld:
“Standaard*”, “Grafieken”, “Theater*”, “Schoolbord”, “Natuurlijk”.
Opmerking
Fabrieksinstelling: “Theater” wanneer de signaalbron S-Video, Video,
Componentn of HDMI (DTV) is. “Standaard” in andere gevallen.
Beeldinstelling 1 3
kleurbalans
Selecteer één van de volgende voorgeprogrammeerde instellingen voor de
kleurbalans: “Warm”, “Normaal*”, “Koud”.
Kan ook worden gebruikt om apart rood, groen en blauw in te stellen.
Beeldinstelling 1 3
Lichtsterkteregeling uit
modus
Wanneer “Uit” is geselecteerd voor de “Optie instellingen 1 3 Lichtsterkteregeling
3 Lichtsterkteregeling” instelling, kunt u kiezen uit “Helder” (de helderheid heeft
voorrang) of “Normaal*” (kleurweergave heeft voorrang) als instellingen voor de
beeldweergavevoorkeur.
Beeldinstelling 1 3
Menu terugstellen
Hiermee zet u alle items op het “Beeldinstelling 1” hoofdmenu terug op hun
fabrieksinstellingen voor de op dit moment gebruikte signaalbron.