User Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Veiligheidsvoorzorgen
- Voorzorgen in het gebruik
- Van start
- Bedienen van de projector
- Basisbediening beeldweergave en audioweergave tijdens projectie
- Digitale schermverschuiving
- Projecteren van het testbeeld
- Veranderen van de audio-ingangsaansluiting
- Vergrendeling bedieningspaneel
- Configureren van de afstandsbediening-ID en de projector-ID-instellingen
- Gebruiken van de Presentatietimer (TIMER)
- Gebruiken van het instelmenu (MENU)
- Wachtwoordbeveiliging
- Projecteren vanaf een USB-aansluiting (alleen netwerkmodellen)
- Projecteren van het scherm van een grafische calculator
- Schoonmaken van de projector
- Oplossen van problemen
- Bijlage
- Technische gegevens
29
Door een signaalbron te selecteren zal de projector het beeldsignaal projecteren dat binnenkomt op
de bijbehorende ingangsaansluiting en het geluid dat binnenkomt via de bijbehorende audio-
ingangsaansluiting. Hoewel de naam van de signaalbron voor elk van de beeld-ingangsaansluitingen
vaststaat, kunt u als volgt de begininstelling bepalen voor de audio-ingangsaansluitingen: AUDIO IN 1,
AUDIO IN 2, AUDIO IN R L.
Zie voor details over de fabrieksinstellingen van de audio-ingangsaansluitingen voor de
signaalbronnen “Details signaalbron” (bladzijde 26).
De vergrendeling van het bedieningspaneel schakelt alle toetsen op de projector uit (vergrendelt ze),
behalve [P]. Op deze manier kan de projector alleen nog met de afstandsbediening worden bediend
en kan onbedoelde en ongewenste bediening van het toestel worden voorkomen.
Veranderen van de audio-ingangsaansluiting
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Verander de audio-
ingangsaansluiting voor
een bepaalde signaalbron
1. Druk op [MENU] om het instelmenu te openen.
2. Select “Optie instellingen 2”, “Audio ingang” en druk vervolgens op [ENTER].
3. Gebruik [S] en [T] om de signaalbron waarvan u de ingestelde audio-
ingangsaansluiting wilt veranderen te selecteren.
4. Gebruik de [W] en [X] toetsen om de audio-ingangsaansluiting te selecteren die u
aan de geselecteerde signaalbron wilt toewijzen.
5. Herhaal de stappen 3 en 4 indien vereist.
6. Nadat u de instellingen naar wens hebt veranderd, kunt u op [MENU] drukken om
het instelmenu af te sluiten.
Zet de ingestelde audio-
ingangsaansluitingen voor
de signaalbronnen terug
op de fabrieksinstellingen
Voer op het instelmenu “Optie instellingen 2” 3 “Menu terugstellen” uit.
Let op, want hierdoor worden alle items, inclusief die in het “Optie instellingen 2”
menu (niet alleen de instellingen voor de audio-ingangsaansluitingen) teruggezet
op hun fabrieksinstellingen.
Vergrendeling bedieningspaneel
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Vergrendel de toetsen op
het bedieningspaneel
1. Druk op [MENU] om het instelmenu te openen.
2. Selecteer “Optie instellingen 2”, “Vergrendeling bedeningspaneel”.
3. Gebruik de [W] toets om “Aan” te selecteren. Druk op [ENTER] wanneer de
bevestiging verschijnt.
Dit schakelt alle toetsen op de projector uit (vergrendelt ze), behalve [P].
4. Druk op [MENU] wanneer u klaar bent om het instelmenu af te sluiten.
Ontgrendel de toetsen op
het bedieningspaneel
Voer één van de volgende handelingen uit.
Houd terwijl er geen menu of dialoogvenster wordt weergegeven op het
geprojecteerde beeld de [T] toets van de projector ingedrukt tot de melding
“Bedieningspaneel ontgrendeld.” verschijnt.
Om de toetsen van het bedieningspaneel te ontgrendelen met de
afstandsbediening, moet u de procedure onder “Vergrendel de toetsen op het
bedieningspaneel” uitvoeren. Druk bij stap 3 op de [X] toets op de
afstandsbediening om “Uit” te selecteren en druk dan op [MENU].