User Manual
27
Network Settings
Deze pagina is voor het specificeren van de naam van de projector en het IP-adres.
Deze projector heeft twee IP-adressen, die worden beschreven in de tabel hieronder. Deze
IP-adressen moeten worden gespecificeerd op basis van het gebruikte type netwerkverbinding.
LAN1 IP-adres
Het IP-adres van de projector wanneer de projector wordt verbonden met een bestaand netwerk. Dit
correspondeert met de hieronder beschreven IP-adressen.
Bedraad LAN IP-adres, wanneer de projector wordt verbonden met een bestaand netwerk via een
bedraad LAN
IP-adres wanneer de projector draadloss is verbonden met een bestaand netwerk in de Client Mode
(bladzijde 25)
U kunt een vast IP-adres selecteren, of kiezen voor automatische verkrijging van een IP-adres,
afhankelijk van het type netwerk waar u verbinding mee wilt maken. De netwerkinstellingen die
geconfigureerd moeten worden zijn dezelfde als voor “Network Settings” 3 “LAN1 IP Settings”
(bladzijde 28).
LAN2 IP-adres
Het IP-adres van de projector wanneer u een computer via een draadloos LAN wilt verbinden met een
projector in de Access Point Mode (bladzijde 24).
De netwerkinstellingen die geconfigureerd moeten worden zijn dezelfde als voor “Network Settings”
3 “LAN2 IP Settings” (bladzijde 29).
Gebruik dit item: Om dit te doen:
Projector name Specificeer een projectornaam (standaardinstelling: casiolpj000).
Het “000” gedeelte van de SSID zijn de laatste drie cijfers van de MAC Address (Wired
LAN) (uniek productnummer, bladzijde 30).
Als u met de hand een projectornaam wilt invoeren, kunt u een tekenreeks van
maximaal 16 tekens lang invoeren in dit invoervak. U kunt cijfer of letters (hoofdletters
of kleine letters) gebruiken.
B










