User Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Veiligheidsvoorzorgen
- Voorzorgen in het gebruik
- Over de lichtbron
- Door de projector geproduceerde lichtbundel (XJ-UT serie)
- Blokkeer de lichtbundel niet en kijk nooit recht in de lens! (XJ-F serie/XJ-S serie)
- Voorzorgen voor de laser en hoge temperatuur (zie het label op de projector)
- Overige voorzorgen
- Voorzorgen bij het hanteren van de projector na gebruik
- Van start
- Uitpakken
- Bedieningsschema projectie
- Algemeen overzicht
- Toetsen- en indicatorpaneel
- Aansluitingen op de achterkant
- De projector op een bureau of op de vloer plaatsen
- Aansluiten op andere apparatuur
- Aansluiten van een computer
- Aansluiten op een videotoestel
- Audio uitvoeren van de projector naar andere apparatuur
- Aansluiten van een microfoon (XJ-UT serie, XJ-F21XN, XJ-F211WN, XJ-S400UN, XJ-S400WN)
- Aansluiten op een netwerk met een LAN-kabel (alleen netwerkmodellen)
- Aansluiten van een draadloze adapter (alleen netwerkmodellen)
- LOGO-aansluiting (firmware updates, overdracht van gebruikerslogo’s)
- Aansluiten van een wetenschappelijke rekenmachine (alleen netwerkmodellen)
- SERIAL-aansluiting (bedienen van de projector met opdrachten)
- USB-stroomvoorziening
- Afdekking meegeleverd met de YW-41 draadloze adapter
- Bevestigen en verwijderen van de kabelafdekking (XJ-UT serie)
- Afstandsbediening
- Bedienen van de projector
- De projector aan of uit zetten
- Selecteren van de signaalbron (INPUT)
- Gebruiken van de automatische projectie- onderbreking
- Basisbediening beeldweergave en audioweergave tijdens projectie
- Horizontaal omslaan van het geprojecteerde beeld (Spiegelen)
- Lichtsterkteregeling
- Digitale schermverschuiving
- Projecteren van een sjabloon
- Projecteren van het testbeeld
- Vergrendeling bedieningspaneel
- Configureren van de afstandsbediening-ID en de projector-ID-instellingen
- Gebruiken van de afteltimer (TIMER)
- Gebruiken van de Presentatietimer (TIMER)
- Gebruiken van het instelmenu (MENU)
- Gebruik van een wachtwoord
- Schoonmaken van de projector
- Oplossen van problemen
- Bijlage
- Een ander apparaat van stroom voorzien via een USB-aansluiting
- De projector aan de wand bevestigen (XJ-UT serie)
- De projector aan het plafond hangen
- Gebruiken van de MONITOR OUT-aansluiting (XJ-UT serie, XJ-S400UN, XJ-S400WN)
- Projectie-afstand en schermgrootte
- Beeldverhouding en geprojecteerd beeld
- Ondersteunde signalen
- RS-232C bediening van de projector
- Technische gegevens
54
4.
Om het projecteren van het sjabloon te stoppen, moet u overschakelen naar een
andere signaalbron, of de projector uit zetten.
O
p
merkin
g
Let op, want een video-ingangssignaal kan niet worden geprojecteerd terwijl er een sjabloon
wordt geprojecteerd.
Auto Projectie Uit (bladzijde 47) en Automatische stroomonderbreking (bladzijde 64) zijn beide
uitgeschakeld terwijl er een sjabloon wordt geprojecteerd.
Op de modellen XJ-UT352W, XJ-F11X, XJ-F101W, XJ-S400U en XJ-S400W kunnen de
volgende instellingen niet worden veranderd terwijl er een sjabloon wordt geprojecteerd:
“Helderheid” (bladzijde 60), “Contrast” (bladzijde 60).
Veranderen van het sjabloontype (XJ-UT352W, XJ-F11X,
XJ-F101W, XJ-S400U, XJ-S400W)
1.
Druk terwijl er een sjabloon wordt geprojecteerd op [FUNC] en dan op [ENTER].
Hierdoor wordt het “Sjabloontype” menu geopend.
2.
Gebruik de [] en [] toetsen om het sjabloon dat u wilt projecteren te
selecteren en druk dan op [ENTER].
Veranderen van het sjabloontype (Netwerkmodellen)
1.
Druk terwijl er een sjabloon wordt geprojecteerd op [FUNC] en dan op [ENTER].
Hiermee opent u het keuzescherm voor het sjabloon.
2.
Gebruik de cursortoetsen om de aanwijzer te verplaatsen naar het sjabloon dat u
wilt projecteren.
Om een sjabloon te projecteren uit een andere map dan de momenteel weergegeven map,
moet u de stappen hieronder uitvoeren.
(1) Druk terwijl de aanwijzer op het sjabloon links bovenaan staat op de [] toets.
Hierdoor wordt de aanwijzer verplaatst naar het gebied voor het selecteren van de map.
(2) Gebruik de [] en [] toetsen om de aanwijzer te verplaatsen naar de map met het
sjabloon dat u wilt projecteren.
(3) Druk op de [] toets.
Hierdoor wordt de aanwijzer terug verplaatst naar het gebied voor het selecteren van het
sjabloon.
(4) Gebruik de cursortoetsen om de aanwijzer te verplaatsen naar het sjabloon dat u wilt
projecteren.
3.
Druk op de [ENTER] toets.
O
p
merkin
g
Volgens de fabrieksinstellingen van de netwerkmodellen, bevat alleen de bovenste map
sjablonen. Alle andere mappen zijn leeg. Zie voor informatie over de procedure voor het
toevoegen van een sjabloon de aparte “Netwerkfunctiegids”.










