User Manual

86
Lijst met opdrachten
Wanneer de projector uit staat, kan deze alleen de volgende opdrachten ontvangen: controleer
stroom aan/uit status (PWR?), lees lichttijd (LMP?) en schrijf stroom aan (PWR1). Probeer geen
andere opdrachten naar de projector te sturen wanneer deze uit staat.
Er moet een geldig signaal worden ontvangen om een opdracht te kunnen gebruiken om het
scherm blanco te maken of de beeldverhouding te veranderen.
U kunt alleen de opdrachten en instellingen gebruiken die ondersteund worden door uw model
projector.
Gegevens in de “Functie” kolom van de tabel hieronder geven aan dat een opdracht alleen-lezen is
( ) of alleen-schrijven ( ).
Opdracht naam
Functie Instellingen
PWR Aan/uit 0: Uit, 1: Aan
SRC Selecteren van de
signaalbron:
0: RGB1, 1: Component 1, 2: Video, 3: RGB2, 4: Component 2
6: Automatisch1 (RGB/Component), 7: HDMI1, 8: Netwerk
10: Automatisch2 (RGB/Component), 13: CASIO USB-tool
14: HDMI2, 15: Sjablonen
AIS Selecteren van de audio-
ingangsaansluiting
0: AUDIO IN, 1: AUDIO IN 1, 2: AUDIO IN 2, 3: AUDIO IN R L
4: HDMI AUDIO IN, 5: HDMI1 AUDIO IN, 6: HDMI2 AUDIO IN
8: Netwerk AUDIO
BLK Blanco scherm 0: Uit, 1: Aan
VOL Volume*
1
0 (geluid tijdelijk uit) t/m 30 (maximum volume)
VLP
VLP specificeert, als numerieke waarde, hoeveel het volume moet worden verhoogd.
VLM specificeert hoeveel het volume moet worden verlaagd. Om bijvoorbeeld het volume te
veranderen met een factor 5, verzendt u “VLP5” om het volume te verhogen of “VLM5” om het te
verlagen.
VLM
MUT Mute (geluiddemping) 0: Uit, 1: Aan
PST Kleurmodus 1: Grafieken, 2: Theater, 3: Standaard, 4: Schoolbord, 5: Natuurlijk
6: Levendig (Alleen XJ-S serie), 7: DICOM-simulatie (Alleen XJ-S serie)
ARZ Hor.-Ver. verhouding 0: Normaal*
2
, 1: 16:9, 2: Normaal*
2
, 3: Brievenbus, 4: Volledig
5: Waar, 6: 4:3, 7: 16:10
LMP Leest de cumulatieve lichttijd (brandtijd) (retourneert het aantal uren als een heel getal.)
PMD Lichtsterkteregeling 0: Helder*
3
, 1: Normaal*
3
, 2: Lichtsensor Aan, 3: Lichtsterkte 7
4: Lichtsterkte 6, 5: Lichtsterkte 5, 6: Lichtsterkte 4
7: Lichtsterkte 3, 8: Lichtsterkte 2, 9: Lichtsterkte 1
FRZ Freeze (Beeld stilzetten) 0: Uit, 1: Aan
KST Verticale perspectivische
correctie
0 t/m 120*
4
KSP KSP specificeert, als numerieke waarde, hoeveel de correctie van de verticale
perspectivische vertekening moet worden verhoogd. KSM specificeert hoeveel dit moet worden
verlaagd. Om bijvoorbeeld de correctie van de verticale perspectivische vertekening te
veranderen met een factor 5, verzendt u “KSP5” om dit te verhogen of “KSM5” om het te
verlagen.
KSM
HKS*
5
Horizontale
perspectivische correctie
0 t/m 120*
4
HKP*
5
HKP specificeert, als numerieke waarde, hoeveel de correctie van de horizontale
perspectivische vertekening moet worden verhoogd. HKM specificeert hoeveel dit moet worden
verlaagd. Om bijvoorbeeld de correctie van de horizontale perspectivische vertekening te
veranderen met een factor 5, verzendt u “HKP5” om dit te verhogen of “HKM5” om het te verlagen.
HKM*
5
R W
W
R
W
W