User Manual

62
Scherminstellingen 3
Keystone correctie
Corrigeren van verticale perspectivische vertekening.
Scherminstellingen 3
Hor.-Ver. verhouding
Selecteer een beeldverhouding voor het geprojecteerde beeld.
Zie “Verander de beeldverhouding van het geprojecteerde beeld (ASPECT)”
(bladzijde 50) voor meer informatie.
Scherminstellingen 3
Projectiemodus
Stel in of de projectie plaatsvindt op de voorkant van het scherm of op de achterkant.
Voor*: Selecteer deze optie als u projecteert op de voorkant van het scherm.
Achter: Selecteer deze optie als u projecteert op de achterkant van het scherm.
Deze instelling spiegelt het geprojecteerde beeld horizontaal (links-rechts).
Scherminstellingen 3
Plafondbeugel
Stel de projector in zodat hij ondersteboven aan de wand kan worden gehangen.
Aan: Selecteer deze optie wanneer de projector ondersteboven aan de wand wordt
gehangen. Omdat hierbij de onderkant van de projector naar boven zal wijzen,
wordt het geprojecteerde beeld horizontaal en verticaal gespiegeld.
Uit*: Kies deze instelling wanneer de projector gewoon op een tafel of iets dergelijks
wordt gebruikt. Bij deze instelling wordt het beeld geprojecteerd onder de
vooronderstelling dat de bovenkant van de projector naar boven wijst.
Scherminstellingen 3
Geen signaalscherm
Kies uit de volgende mogelijkheden voor het beeld dat geprojecteerd moet worden
wanneer de projector geen ingangssignaal ontvangt: “Blauw”* (blauw scherm),
“Zwart” (zwart scherm), “Logo” (eigen logo van de projector of gebruikerslogo,
bladzijde 36), “Testpatroon”. Let op, want als u “Testpatroon” selecteert voor dit
item, worden Automatische stroomonderbreking (bladzijde 64), Auto Projectie Uit
(bladzijde 47) en Autom. ingangssignaal zoeken (bladzijde 63) uitgeschakeld
wanneer er een testbeeld wordt geprojecteerd als er geen signaal binnenkomt.
Scherminstellingen 3
Blanco scherm
Kies uit de volgende mogelijkheden voor het beeld dat geprojecteerd moet worden
wanneer er op de [BLANK] toets wordt gedrukt: “Blauw” (blauw scherm), “Projectie
Uit”* (lichtbron uit), “Logo” (eigen logo van de projector of gebruikerslogo, bladzijde
36), “Testpatroon”.
Scherminstellingen 3
Auto Projectie Uit
Specificeer of de projectielichtbron al dan niet moet worden uitgeschakeld wanneer
het ingangssignaal tijdens de projectie uitvalt.
Inschakelen: Automatische projectie-onderbreking ingeschakeld.
Uitschakelen*: Automatische projectie-onderbreking uitgeschakeld.
Zie “Gebruiken van de automatische projectie-onderbreking” (bladzijde 47) voor
details omtrent de bediening van de automatische projectie-onderbreking.
Scherminstellingen 3
Digitale schermverschuiving
Verschuiven van het digitale scherm.
Zie voor details “Digitale schermverschuiving” (bladzijde 53).
Scherminstellingen 3
Menu terugstellen
Hiermee zet u alle items op het “Scherminstellingen” hoofdmenu terug op hun
fabrieksinstellingen voor de op dit moment geprojecteerde signaalbron.
Ingangsinstellingen 3
COMPUTER1 aansluiting/
COMPUTER2 aansluiting
(RC) (XJ-UT serie/
XJ-S400UN/XJ-S400WN)
Bepaal hoe ingangssignalen die binnenkomen via de COMPUTER IN 1/COMPUTER
IN 2-aansluiting geïdentificeerd zullen worden.
Automatisch*: De projector identificeert het via de COMPUTER IN 1/COMPUTER
IN 2-aansluiting ontvangen ingangssignaal automatisch.
RGB: Er wordt altijd van uit gegaan dat het ingangssignaal dat binnenkomt via de
COMPUTER IN 1/COMPUTER IN 2-aansluiting een RGB-signaal is.
Component: Er wordt altijd van uit gegaan dat het ingangssignaal dat binnenkomt
via de COMPUTER IN 1/COMPUTER IN 2-aansluiting een component
videosignaal is.
Ingangsinstellingen 3
RGB1 niveau-instelling/
RGB2 niveau-instelling (R)
(XJ-UT serie/XJ-S400UN/
XJ-S400WN)
Inschakelen (Aan*
) of uitschakelen (Uit) van de niveau-instelling voor het ontvangen
RGB-signaal.
“RGB1 niveau-instelling” correspondeert met het RGB-signaal dat wordt ontvangen
via de COMPUTER IN 1-aansluiting, terwijl “RGB2 niveau-instelling” correspondeert
met het RGB-signaal dat wordt ontvangen via de COMPUTER IN 2-aansluiting.
Alhoewel u de “Aan” instelling hoort te gebruiken voor de meeste normale projecties,
is het mogelijk dat deze instelling bij sommige ingangssignalen vervormde beelden
oplevert. Probeer deze instelling in een dergelijk geval te veranderen naar “Uit”.
U moet dit menu-item
gebruiken:
Om dit te doen:
F
S