User Manual
55
U kunt de handelingen hieronder gebruiken om de projector een “Geen signaalscherm” (bladzijde 62)
of een “Blanco scherm” (bladzijde 62) als testbeeld te laten projecteren. Gebruik het testbeeld
wanneer u de parameters van het geprojecteerde beeld (positie, grootte, corrigeren perspectivische
(keystone) vertekening, scherpstelling, beeldverhouding, Digitale schermverschuiving, enz.) wilt
aanpassen. Het testbeeld komt ook van pas wanneer u gedetailleerde instellingen moet maken nadat
de projector aan een wand is bevestigd.
Belangrijk!
Automatische stroomonderbreking (bladzijde 64), Auto Projectie Uit (bladzijde 47) en Autom.
ingangssignaal zoeken (bladzijde 63) zijn uitgeschakeld wanneer er een testbeeld wordt
geprojecteerd.
De vergrendeling van het bedieningspaneel schakelt alle toetsen op de projector uit (vergrendelt ze),
behalve [P]. Op deze manier kan de projector alleen nog met de afstandsbediening worden bediend
en kan onbedoelde en ongewenste bediening van het toestel worden voorkomen.
Projecteren van het testbeeld
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Specifeer het gebruik van
de Geen signaalscherm
voor het projecteren van
het testbeeld
1. Druk op [MENU] om het instelmenu te openen.
2. Selecteer “Scherminstellingen”, “Geen signaalscherm” en gebruik dan de [] en
[] toetsen om “Testpatroon” te selecteren.
3. Druk op [MENU] om het instelmenu te sluiten.
Specifeer het gebruik van
de Blanco scherm voor het
projecteren van het
testbeeld
1. Druk op [MENU] om het instelmenu te openen.
2. Selecteer “Scherminstellingen”, “Blanco scherm” en gebruik dan de [] en []
toetsen om “Testpatroon” te selecteren.
3. Druk op [MENU] om het instelmenu te sluiten.
Projecteer het testbeeld Als de instellingen zo zijn geconfigureerd dat het testbeeld geprojecteerd wordt
wanneer er geen signaal ontvangen wordt, moet u de [INPUT] toets gebruiken om
een signaalbron te selecteren die geen ingangssignaal voor de projector
produceert.
Als de instellingen zo zijn geconfigureerd dat het testbeeld geprojecteerd wordt
wanneer het scherm leeg is gemaakt, moet u op [BLANK] drukken.
Vergrendeling bedieningspaneel
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Vergrendel de toetsen op
het bedieningspaneel
1. Druk op [MENU] om het instelmenu te openen.
2. Selecteer “Optie instellingen 2”, “Vergrendeling bedeningspaneel”.
3. Gebruik de [] toets om “Aan” te selecteren. Druk op [ENTER] wanneer de
bevestiging verschijnt.
Dit schakelt alle toetsen op de projector uit (vergrendelt ze), behalve [P].
4. Druk op [MENU] wanneer u klaar bent om het instelmenu af te sluiten.
Ontgrendel de toetsen op
het bedieningspaneel
Voer één van de volgende handelingen uit.
Houd terwijl er geen menu of dialoogvenster wordt weergegeven op het
geprojecteerde beeld de [] toets van de projector ingedrukt tot de melding
“Bedieningspaneel ontgrendeld.” verschijnt.
Om de toetsen van het bedieningspaneel te ontgrendelen met de
afstandsbediening, moet u de procedure onder “Vergrendel de toetsen op het
bedieningspaneel” uitvoeren. Druk bij stap 3 op de [] toets op de
afstandsbediening om “Uit” te selecteren en druk dan op [MENU].










