User Manual
46
Ondersteunde handelingen bij projectie via een USB-verbinding
De handelingen in de tabel hieronder worden ondersteund in het CASIO USB Display venster tijdens
projectie.
Om dit te doen: Voert u deze handeling uit:
Starten (hervatten) van het projecteren van het
computerscherm
Klik op .
Stilzetten van het projecteren van het computerscherm
Klik op .
Stop het projecteren van het computerscherm en
projecteer het USB-display standby-scherm
Klik op .
Begin audioweergave van een computer*
1
*
3
Klik op . Selecteer “Audio Out” (Audio-uitgang) op
het menu dat zal verschijnen zodat er een vinkje naast
verschijnt.
Audioweergave van een computer dempen
(uitschakelen)*
1
*
3
Klik op . Selecteer “Audio Out” (Audio-uitgang) op
het menu dat zal verschijnen om het vinkje ernaast weg
te halen.
Geef het hoofdscherm van de computer weer op
geprojecteerde beeld
Klik op . Selecteer “Select the Projection Screen”
(Selecteer het geprojecteerde beeld) 3 “Main Screen”
(Hoofdscherm).
Geef het uitgebreide scherm van de computer weer op
geprojecteerde beeld*
2
*
3
Klik op . Selecteer “Select the Projection Screen”
(Selecteer het geprojecteerde beeld) 3 “Extended
Screen” (Uitgebreid scherm).
Minimaliseer het CASIO USB Display venster Klik op .
Sluit het CASIO USB Display venster (1) Klik op . Of u kunt op klikken en dan op
“Exit” (Afsluiten) op het menu dat dan zal verschijnen.
(2) Klik in het bevestigingsvenster dat zal verschijnen op
[OK].
z Hierdoor wordt het projecteren van het
computerscherm gestopt en wordt het
USB-display standby-scherm geprojecteerd.
Toon de CASIO USB Display versie-informatie Klik op . Selecteer “About” (Over) van het menu dat
vervolgens verschijnt.
*1 Onder Windows XP, dat geen audioniveau-mengfuncties ondersteunt, moet er een apart
stuurprogramma (driver) worden geïnstalleerd om deze functies mogelijk te maken. Zie “Extra
stuurprogrammatuur voor Windows” (bladzijde 44).
*2 Deze handeling is niet buiten werking gesteld onder Mac OS 10.6. Onder Windows XP en Windows
Vista moet er een apart stuurprogramma (driver) worden geïnstalleerd om deze functies mogelijk te
maken. Zie “Extra stuurprogrammatuur voor Windows” (bladzijde 44).
*3 Op een Mac moet er een apart stuurprogramma (driver) worden geïnstalleerd om deze functies
mogelijk te maken. Zie “Extra stuurprogrammatuur (driver) voor Mac OS” (bladzijde 45).