D GEBRUIKSAANWIJZING WK3300/8000D1B
Belangrijk! Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken. • Voordat u de los verkrijgbare AD-12 netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is. • Probeer nooit de batterijen op te laden. • Gebruik geen oplaadbare batterijen.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid Gefeliciteerd met uw selectie van dit CASIO elektronische muziekinstrument. • Lees de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u dit instrument gebruikt. • Bewaar alle documentatie op een veilige plaats voor latere naslag.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid GEVAAR Alkaline batterijen Voer de volgende stappen onmiddellijk uit als vloeistof uit de alkaline batterij ooit in uw ogen mocht komen. 1. WRIJF NIET IN UW OGEN ! Spoel ze met water. 2. Neem onmiddellijk contact op met een arts. U kunt uw gezichtsvermogen verliezen mocht de vloeistof van de alkaline batterij in uw ogen blijven zitten.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid Demonteren en knutselen Haal dit product nooit uit elkaar en knutsel er niet aan. Dit brengt het risico op elektrische schok, brandwonden en ander lichamelijk letsel met zich mee. Laat alle interne controles, bijstellingen en onderhoud over aan de oorspronkelijke winkelier of aan een erkende CASIO onderhoudsleverancier.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid Aansluitingen Sluit enkel de gespecificeerde toestellen en apparatuur aan op de aansluitingen van dit product. Het aansluiten van een nietgespecificeerd toestel brengt het risico op brand en elektrische schok met zich mee. Plaatsing Vermijd de volgende plekken om dit product te plaatsen. Dergelijke plaatsen brengen het risico op brand en elektrische schok met zich mee.
Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze van dit CASIO muziekinstrument. Dit keyboard geeft u de volgende kenmerken en functies. ❐ 620 tonen bevatten rijke, geavanceerde tonen Er is een totaal van 400 geadvanceerde tonen die geprogrammeerd zijn met DSP tonen om ze rijker en krachtiger te maken. Geadvanceerde tonen zoals Stereo Piano en Tremolo Electric Piano versterken de Piano en Electric Piano tonen om een totaal nieuw geluid te creëren.
Inleiding ❐ Krachtige effecten Een collectie krachtige effecten, zoals DSP, nagalm, zweving en andere effecten geven u controle over het type geluid dat u wenst. U kunt zelfs de parameters van een effect veranderen om uw eigen originele effecten te creëren. Er is tevens een 4-banden equalizer ingebouwd. ❐ USB poort Een USB poort voorziet in een snelle en gemakkelijke aansluiting op een computer.
Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid .... D-1 Inleiding ................................. D-5 Algemene gids ..................... D-10 Bevestigen van de partlituurstandaard ... D-11 Spelen van een demonstratiemelodie .... D-12 Stroomvoorziening ............. D-14 Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) ................... D-22 Een trekstaaforgeltoon selecteren ......... D-24 Een trekstaaforgeltoon bewerken .......... D-24 Parameter details .....................
Inhoudsopgave Automatisch begeleiding ... D-32 Registratiegeheugen ........... D-51 Aangaande de MODE toets ................... D-32 Karakteristieken van het registratiegeheugen ............................... D-51 Instellen van een ritme ........................... D-32 Spelen van een ritme ............................. D-33 Vastleggen van een opstelling in het registratiegeheugen ............................... D-52 Het tempo instellen ................................
Inhoudsopgave Gebruik van de SMF speler .................................... D-75 Oplossen van moeilijkheden ..................... D-97 Weergave van een SMF ........................ D-77 Configureren van andere instellingen .... D-78 Technische gegevens ...... D-100 Aansluiting op een computer .............................. D-80 Bedieningsvoorzorgsmaatregelen ..................................... D-103 Algemene MIDI ...................................... D-81 MIDI instellingen .......................
Algemene gids 1 2 3 4 5 6 8 9 0 A M *3 RS B N 7 D E C D-10 J I O P K Q *2 *1 T G H L M U V Y F Z [ \ ] W a _ X b c
Algemene gids OPMERKING • In de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing wordt de WK-3800 gebruikt.
Algemene gids *2 a Cijfertoetsen • Voor het invoeren van nummers om aangegeven instellingen te veranderen. • Negatieve waarden kunnen enkel veranderd worden m.b.v. [+] en [–] om de aangegeven waarde te vergroten of te verkleinen.
Algemene gids Achterpaneel • WK-3800 • WK-3300 i j k i k i Aanhoud/toewijsbare aansluiting (SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK) i Aanhoud/toewijsbare aansluiting (SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK) j Lijnuitgang R/lijnuitgangs L/mono aansluiting (LINE OUT R, LINE OUT L/MONO) k 12V gelijkstroomaansluiting (DC 12V) k 12V gelijkstroomaansluiting (DC 12V) • WK-8000 • WK-3300/WK-3800 l i m j k i Aanhoud/toewijsbare aansluiting (SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK) l SD geheugenkaartgleuf m USB poort j Lijnuitgang R/lijnuit
Stroomvoorziening Dit keyboard kan werken op het standaard lichtnet (m.b.v. de voorgeschreven netadapter) of op batterijen. Let er altijd op het keyboard uit te schakelen wanneer u hem niet gebruikt. Werking op batterijen Let er altijd op het keyboard uit te schakelen voordat u batterijen inlegt of ze vervangt. Inleggen van de batterijen 1 2 Verwijder het deksel van het batterijenvak. Leg zes batterijen maat D in het batterijenvak.
Stroomvoorziening Gebruik van de netadapter Zorg ervoor enkel de voor dit keyboard voorgeschreven netadapter te gebruiken. Voorgeschreven netadapter: AD-12 Voorbeeld: WK-3800 Automatische stroomonderbreking De spanning van het keyboard wordt bij werking op batterijen automatisch na ca. 6 minuten na het indrukken van de laatste toets uitgeschakeld. Druk op de POWER toets om de spanning opnieuw in te schakelen wanneer dit gebeurt.
Stroomvoorziening Geheugeninhoud Instellingen De toon, het ritme en andere “belangrijkste instellingen van het keyboard” die van kracht waren toen u het keyboard met de hand uitschakelde door op de POWER toets te drukken of wanneer de automatische stroomonderbreker de spanning uitschakelt, zijn nog steeds in werking wanneer u de spanning daarna weer inschakelt.
Aansluitingen Aansluiten op een muziekinstrumentversterker 3 • WK-3800/WK-8000 Hoofdtelefoon- (PHONES) en lijnuitgangsaansluitingen (LINE OUT) Vergeet niet eerst het volume van het keyboard en andere aangesloten apparatuur zacht te zetten alvorens de hoofdtelefoon of andere uitwendige apparatuur aan te sluiten. Nadat u klaar bent met het maken van de aansluitingen kunt u dan het volume op het gewenste niveau instellen.
Aansluitingen Versterker voor muziekinstrumenten 3 Sluit het keyboard m.b.v. een los verkrijgbaar aansluitsnoer aan op de versterker voor muziekinstrumenten. OPMERKING • Gebruik een aansluitsnoer met een stereo standaardstekker aan het uiteinde dat u op het keyboard aansluit en een stekker, die voorziet in een dubbele signaalingang (links en rechts), op de versterker waarop u de aansluiting tot stand brengt.
Basisbediening POWER PIANO SETTING TONE ●WK-3800/ WK-8000 MODULATION wheel MODULATION draairegelaar PITCH BEND wheel draairegelaar ●WK-3300 MODULATION button toets BEND wheel draairegelaar PITCH BEND Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] MAIN VOLUME Dit hoofdstuk geeft informatie betreffende het uitvoeren van basis keyboardbediening. Spelen op het keyboard 1 Druk op de POWER toets om het keyboard in te schakelen. • Hierdoor gaat de spanningsindicator branden.
Basisbediening Instellen van een toon 1 2 3 Vind de te gebruiken toon op de toonlijst in de afzonderlijke Appendix A en maak een notitie van het toonnummer. Druk op de TONE toets. Voer het drie-cijferige toonnummer in van de bewuste toon m.b.v. de cijfertoetsen. Voorbeeld: Om “432 GM ACOUSTIC BASS” te selecteren, voer 4, 3 en daarna 2 in. A c o u s B sG Het veranderen van tonen en het configureren van DSP effectinstellingen Dit keyboard heeft slechts een enkele DSP klankbron.
Basisbediening OPMERKING • Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl een ritme aan het spelen is, wordt het ritme gestopt waarna de instelling van het keyboard vervolgens verandert. • Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl de synthesizerfunctie of een andere functie van het keyboard ingeschakeld is, wordt de huidige functie verlaten waarna de instelling van het keyboard vervolgens verandert.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Uw keyboard heeft ingebouwde “trekstaaforgeltonen” die gewijzigd kunnen worden m.b.v. negen digitale trekstaven waarvan de bediening eender is aan die van de regelaars bij een trekstaaforgel. U kunt ook percussie selecteren of toetsklikken. Er is genoeg ruimte in het geheugen voor het opslaan van maximaal 100 door de gebruiker gecreëerde trekstaaftoon variaties.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Kanaaltoetsen wanneer het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon getoond wordt De 18 toetsen langs de onderkant van de display functioneren als trekstaaftoetsen terwijl het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon zich in de display bevindt (nadat u op de DRAWBAR ORGAN toets gedrukt heeft). Elk paar toetsen (boven en onder) stellen een trekstaaf voor hetgeen dus betekent dat de 18 aanwezige toetsen u de functionaliteit geven van 9 trekstaven.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) DRAWBAR ORGAN Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] CURSOR Voorbeeld: Selecteren van de “Ft16’” parameter Een trekstaaforgeltoon selecteren Parameterinstelling 1 2 Vind de te gebruiken trefstaaforgeltoon op de toonlijst in de afzonderlijke Appendix A en maak een notitie van het toonnummer. Parameternaam F t 16 ’ Druk op de DRAWBAR ORGAN toets. • Hierdoor verschijnt het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Het bewerken van synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de trekstaaftonen Precies zoals bij standaard (niet-trekstaaf) tonen, kunt u de synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de trekstaaforgel tonen bewerken Zie “Trekstaaforgel bedieningsvolgorde” op pagina D-22. 1 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de “More?” (meer?) display te verkrijgen en druk vervolgens op de [왔] CURSOR toets.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Inhoud van de display tijdens de trekstaaforgelfunctie Tijdens de trekstaaforgelfunctie worden de huidige status van de trekstaafposities, toetsklikken, en percussieparameters aangegeven op de staafaanduidingen van de display zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Er is één lijn voor elke parameter en het onderste segment van de geselecteerde parameterlijn knippert.
Toepassen van effecten op tonen DSP DSP effecten worden uitgeoefend op de aansluiting tussen de klankbron en het uitgangssignaal. U kunt vervorming en modulatie effecten selecteren. U kunt DSP effectinstellingen creëren en tevens gedownloade DSP data van uw computer oversturen. Het keyboard heeft geheugen voor het opslaan van maximaal 100 DSP effectinstellingen. Zie “Internet Data Expansion System” op pagina D-82 en “Opslaan van de instellingen van de DSP parameters” op pagina D-29 voor nadere informatie.
Toepassen van effecten op tonen EFFECT CURSOR Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] EXIT Instellen van een DSP type Naast de 100 ingebouwde effecttypes kunt u ook effecttypes bewerken om uw eigen types te creëren en ze op te slaan in het gebruikersgeheugen. U kunt maximaal 100 effecttypes tegelijkertijd in het gebruikersgeheugen hebben. U kunt ook het DSP type selecteren of de laatste toon die gebruikt is waarbij DSP mogelijk is.
Toepassen van effecten op tonen OPMERKING • Of een effect al dan niet toegepast wordt op de delen die klinken hangt af van de nagalmzenden, zwevingzenden en DSP aan/uit instellingen van de mixerfunctie. Zie “Mixerfunctie” op pagina D-40 voor meer informatie. • Bij weergeven van een demonstratiemelodie (pagina D12) verandert het effect automatisch naar het effect dat toegewezen is aan die melodie. U kunt het effect van een demonstratiemelodie niet veranderen.
Toepassen van effecten op tonen 4 Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om door de nagalmtypes heen te bladeren totdat de gewenste aangegeven wordt of gebruik de cijfertoetsen om het gewenste nagalmnummer in te voeren. • Zie de afzonderlijke Appendix F voor informatie aangaande de nagalmtypes die beschikbaar zijn. • Hier kunt u ook de parameters van het effect veranderen dat u heeft geselecteerd, indien dit gewenst is.
Toepassen van effecten op tonen Veranderen van de instellingen van de CHORUS (zweving) parameters U kunt de relatieve sterkte van een effect regelen en hoe dit wordt uitgeoefend. Zie de volgende paragraaf getiteld “CHORUS parameters” voor nadere informatie. 1 Na het selecteren van het gewenste zwevingtype gebruikt u de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt veranderen.
Automatisch begeleiding RHYTHM ONE TOUCH PRESET MODE Cijfertoetsen Number buttons ACCOMP VOLUME INTRO/ENDING 1/2 [+]/[–] VARIATION/FILL-IN 1/2 TEMPO START/STOP SYNCHRO/FILL-IN NEXT Dit keyboard speelt automatisch de bas- en akkoordgedeelten overeenkomstig de akkoorden die u speelt. De bas- en akkoordgedeelten worden m.b.v. automatisch ingestelde klanken en tonen gespeeld voor instelling van het door u gebruikte ritme.
Automatisch begeleiding Spelen van een ritme Spelen van een ritme 1 Druk op VARIATION/FILL-IN toets 1 of 2. • Hierdoor begint weergave van het ingestelde ritme. • Druk op de START/STOP toets om het ritme te stoppen. OPMERKING • Akkoorden zullen samen met het ritme klinken als één van de drie begeleidingsfunctie indicators boven de MODE toets brandt. Druk op de MODE toets totdat alle indicators uit zijn als u de ritmepatronen wilt spelen zonder akkoorden.
Automatisch begeleiding OPMERKING • Als u op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets drukt en vervolgens op de INTRO/ENDING 1/2 toetsen i.p.v. op de START/STOP toets in stap 2, dan zal de begeleiding starten met een intropatroon wanneer u de bediening uitvoert in stap 3. Zie pagina D-36 en D-37 voor nadere details betreffende deze toetsen. • Als u op de INTRO/ENDING 1/2 toetsen drukt i.p.v.
Automatisch begeleiding Zie de afzonderlijke Appendix D voor details aangaande het spelen van akkoorden met andere grondtonen. FINGERED De FINGERED functie geeft u in het totaal de beschikking over 15 verschillende akkoordtypes. Hieronder volgt een beschrijving van het FINGERED “Begeleidingstoetsenbord” en “Melodietoetsenbord” en er wordt verteld hoe u de grondtoon C kunt spelen met FINGERED.
Automatisch begeleiding Akkoorden die dit keyboard kan herkennen De volgende tabel identificeert patronen die door FULL RANGE CHORD kunnen worden herkend als akkoorden. Patroontype Aantal akkoordvariaties FINGERED De 15 akkoordpatronen die worden aangegeven bij FINGERED op pagina D-35. 23 standaard vingerzettingen. Hier volgen voorbeelden van de 23 akkoorden die beschikbaar zijn met C als basnoot.
Automatisch begeleiding Tussenvoegen van een fill-in 1 2 Druk op de START/STOP toets om weergave van het ritme te starten. Gebruik van synchronische start 1 Stel de gewenste fill-in variatie in. • Druk om Fill-in 1 in te voegen drukt u op de VARIATION/FILL-IN 1 toets terwijl Variatie 1 van het ritme aan het spelen is. • Druk om Fill-in 2 in te voegen drukt u op de VARIATION/FILL-IN 2 toets terwijl Variatie 2 van het ritme aan het spelen is.
Automatisch begeleiding Gebruik van één-toets voorkeuzes Eén-toets voorkeuzes stellen automatisch de hieronder vermelde hoofdinstellingen in overeenkomstig het ritmepatroon dat u aan het gebruiken bent.
Automatisch begeleiding Automatisch harmonisatietype Bij automatische harmonisatie kunt u kiezen uit de 10 volgende automatisch harmonisatietypes. U verandert van type met het instel item d.m.v. de TRANSPOSE/FUNCTION toets. Zie “Veranderen van andere instellingen” op pagina D-71 voor nadere informatie. Instellen van het begeleidingsvolume U kunt het volume van de begeleidingsonderdelen instellen als een waarde tussen 000 (min.) en 127 (max.). 1 Druk op de ACCOMP VOLUME toets.
Mixerfunctie Wat kunt u met de Mixer doen? Met dit keyboard kunt u meerdere stukken van verschillende muziekinstrumenten op hetzelfde moment spelen tijdens weergave van de auto-begeleiding, melodiegeheugenweergave, bij ontvangst van data via de USB poort, enz. De mixer wijst elk onderdeel toe aan een afzonderlijk kanaal (1 - 16) dat u apart kunt in-/uitschakelen en waarvan u het volume en de parameters van de stereopositie afzonderlijk kunt instellen.
Mixerfunctie MIXER CHANNEL CURSOR Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] Gebruik van de parameterbewerkingsfunctie 4 Verander de instelling van de parameter m.b.v. de cijfertoetsen of m.b.v. de [+] en [–] toetsen. Voorbeeld: Verander de instelling naar “060”.
Mixerfunctie Hoe parameters werken ■ Octaafverschuiving (Octave Shift) (Bereik: –2 tot en met 0 tot en met +2) Hieronder volgen de parameters waarvan de instellingen veranderd kunnen worden tijdens de parameterbewerkingsfunctie. U kunt de octaafverschuiving gebruiken om het bereik van de toon omhoog of omlaag te verschuiven. Bij gebruik van de piccolo toon kan het voorkomen dat bijzonder hoge noten die u wilt spelen niet binnen het bereik van het toetsenbord vallen.
Mixerfunctie Effectparameters De mixer laat u de effecten bedienen die uitgeoefend worden op elk apart deel waarin het verschilt van de effectfunctie waarvan de instellingen enkel toegepast worden op alle delen in het algemeen. ■ Nagalmzenden (Reverb Send) (Bereik: 000 tot en met 127) Deze parameter stuurt hoeveel nagalm op een deel wordt uitgeoefend. Een instelling van “000” schakelt de nagalm uit terwijl een instelling van 127 maximale nagalm uitoefent.
Synthesizerfunctie De synthesizerfunctie van dit keyboard voorziet in de gereedschappen voor het creëren van uw eigen originele tonen. Kies gewoonweg één van de ingebouwde tonen en verander de parameters ervan om uw eigen orginele geluid te creëren. U kunt de geluiden zelfs in het geheugen opslaan m.b.v dezelfde procedure die gebruikt wordt voor het instellen van een voorkeuzetoon.
Synthesizerfunctie ■ Resonantie De resonantie versterkt de harmonische componenten in de buurt van de afsnijfrequentie hetgeen een apart geluid teweegbrengt. Een grotere resonantiewaarde versterkt het geluid zoals aangegeven in de afbeelding. Niveau Frequentie Afsnijfrequentie Kleine waarde Grote waarde Resonantie OPMERKING • Bij bepaalde tonen kan een grote resonantiewaarde vervorming of ruis veroorzaken tijdens het aanslaggedeelte van de toon.
Synthesizerfunctie Opslaan van eigen tonen De groep toonnummers van 700 tot en met 799 (gebruikerstoonnummers 001 tot en met gebruikerstoonnummers 100) wordt het “gebruikersgebied ” genoemd omdat ze gereserveerd zijn voor het opslaan van gebruikerstonen. Nadat u een voorkeuzetoon opgeroepen heeft en de bijbehorende parameters vervangen heeft om uw eigen gebruikerstoon te creëren kunt u deze opslaan in het gebruikersgebied voor later oproepen.
Synthesizerfunctie SYNTH CURSOR ●WK-3300 MODULATION MODULATIONtoetsindicator button lamp Number Cijfertoetsen buttons [+]/[–] Creëren van een gebruikerstoon Gebruik de volgende procedure om een voorkeuzetoon te selecteren en de parameters te veranderen om een gebruikerstoon te creëren. 1 2 Parameters en hun instellingen Druk op de SYNTH toets.
Synthesizerfunctie ■ Modulatietoewijzing (Molulation Assign) (bereik: *) De modulatietoewijzingsparamater specificeert welke parameters beïnvloed moeten worden wanneer u de modulatiefunctie van het keyboard gebruikt. Selecteer “oFF” (uit) voor parameters die u niet wilt laten beïnvloeden door de modulatiefunctie. Mo d u l a t .
Synthesizerfunctie ■ Vibrato golfvorm (Vibrato Waveform) (Bereik: Zie hieronder.) ■ Toetsgevoeligheid (Touch Sensitivity) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63) Specificeert de vibrato golfvorm. Deze parameter regelt het volume van de toonin overeenkomst met de druk die wordt uitgeoefend op de klaviertoetsen. Een grotere positieve waarde verhoogt het volume van het afgegeven signaal als de druk verhoogd wordt terwijl een negatieve waarde het volume verlaagd bij meer druk op de klaviertoetsen.
Synthesizerfunctie DSP instellingen Gebruik het DSP bewerkingsscherm om het DSP type te selecteren en parameters te bewerken. 1 2 Selecteer een toon, druk op de SYNTH toets en configureer vervolgens de parameterinstellingen. Druk nadat u alles naar wens heeft eenmaal op de [왔] CURSOR toets. • Hierdoor wordt doorgegaan naar het DSP parameter bewerkingsscherm. • Door op de [왖] CURSOR toets te drukken wordt teruggekeerd naar het synthesizerfunctie parameterscherm.
Registratiegeheugen Karakteristieken van het registratiegeheugen Het registratiegeheugen laat u maximaal 32 keyboard instellingen opslaan (4 instellingen × 8 banken) voor onmiddellijk oproepen wanneer u ze nodig heeft. Hierdoor volgt een lijst van instellingen die in het registratiegeheugen worden opgeslagen. Namen voor opstellingen U kunt instellingen toewijzen aan één van 32 gebieden, die u kunt selecteren m.b.v. de BANK toetsen 1 tot en met 4 en de vier REGISTRATION toetsen.
Registratiegeheugen Number buttons Cijfertoetsen BANK REGISTRATION STORE Vastleggen van een opstelling in het registratiegeheugen Oproepen van een opstelling van het registratiegeheugen 1 1 Stel een toon en ritme in en maak de opstelling van het keyboard precies zoals u dat wilt. • Zie “Instellingen van het registratiegeheugen” op pagina D-51 voor details over welke data in het registratiegeheugen wordt opgeslagen. 2 Gebruik de BANK toets of de cijfertoetsen om de bank te selecteren.
Melodiegeheugenfunctie Dit keyboard staat u toe om vijf verschillende melodieën op te nemen in het melodiegeheugen voor latere weergave. Er zijn twee methoden die u kunt gebruiken voor het opnemen van een melodie: real-time opnemen waarbij u de noten opneemt zoals u ze op het toetsenbord aanslaat en stapopname waarbij u akkoorden en noten stuk voor stuk invoert. Instellen van een spoor Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen die gemarkeerd zijn als CHORD/TR1 tot en met TR6 om het gewenste spoor in te stellen.
Melodiegeheugenfunctie CURSOR SONG MEMORY Number buttons Cijfertoetsen [+]/[–] YES/NO INTRO/ENDING 1/2 VARIATION/FILL-IN 1/2 SONG MEMORY TRACK START/STOP SYNCHRO/FILL-IN NEXT Gebruik van real-time opname 4 Bij real-time opname worden de noten opgenomen zoals en op het moment dat u ze speelt op het toetsenbord. • Bj het aanvangen van de opname gaat de REC indicator knipperen in de display. Na enkele ogenblikken stopt de indicator met knipperen en blijft dan non-stop branden in de display.
Melodiegeheugenfunctie Spoor 1 inhoud na real-time opname Naast keyboardnoten en begeleidingsakkoorden worden tevens de volgende data opgenomen op Spoor 1 tijdens realtime opname. Deze data worden toegepast wanneer Spoor 1 weergegeven wordt.
Melodiegeheugenfunctie Weergeven van het melodiegeheugen Nadat u sporen opgenomen heeft bij het geheugen kunt u ze weergegeven om te horen hoe ze klinken. Van het melodiegeheugen weergeven 1 Gebruik de SONG MEMORY toets om de weergavestandbyfunctie in te schakelen en gebruik dan de cijfertoetsen om een melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren. Melodienummer Weergavestandby P l ay • Het bovenstaande melodienummerscherm blijft gedurende ongeveer vijf seconden in de display.
Melodiegeheugenfunctie 7 Opnemen van akkoorden met stapopname 1 Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de opnamestandbyfunctie in te schakelen, en gebruik dan de cijfertoetsen om het melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren. Knippert S t e p Re c 2 Voer de volgende instellingen uit. • Ritmenummer • MODE toets 3 Om spoor 1 in te stellen, druk op de CHORD/TR1 toets die één van de SONG MEMORY TRACK toetsen is. • Bij het aanvangen van de opname gaat de REC indicator knipperen in de display.
Melodiegeheugenfunctie Instellen van akkoorden tijdens de normale functie Wanneer de MODE toets ingesteld staat op normaal (Normal) tijdens stapopname kunt u akkoorden specificeren m.b.v. een methode die verschilt van CASIO CHORD en Fingered vingerzettingen.
Melodiegeheugenfunctie Instellen van de nootlengte Tijdens stapopname worden de cijfertoetsen gebruikt voor het instellen van de lengte van elke noot. Nootlengte Stel met de cijfertoetsen [1] tot en met [6] hele noten ( ), halve noten ( ), kwartnoten ( ), achtste noten ( ), 16de noten ( ) en 32ste noten ( ) in. Voorbeeld: Druk op cijfertoets [3] om een kwartnoot ( ) in te stellen.
Melodiegeheugenfunctie 3 Voer de volgende instellingen uit. • Toonnummer • Tempo 4 Druk op de START/STOP toets om met opnemen te beginnen. • Op dit moment wordt de inhoud van reeds opgenomen sporen afgespeeld. • Optionele bediening van de pedalen, toonhoogte en modulatie worden ook opgenomen. 5 6 Om de sporen 2 en 6 op te nemen m.b.v. stapopname Deze procedure beschrijft hoe noten stuk voor stuk kunnen worden ingevoerd waarbij de toonhoogte en lengte van elke noot ingesteld kan worden.
Melodiegeheugenfunctie OPMERKING • Volg de procedure bij “Corrigeren van fouten tijdens stapopname” op deze pagina voor het corrigeren van invoerfouten die u maakt tijdens stapopname. • U kunt bij een spoor dat reeds data bevatte extra data toevoegen door dat spoor te kiezen in stap 2 in de bovenstaande procedure. Dit plaatst het startpunt voor stap-voor-stap opname automatisch bij de eerste maatslag onmiddellijk volgend op de eerder opgenomen data.
Melodiegeheugenfunctie 2 Gebruik terwijl u de data op de display bekijkt, de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het invoerpunt te verplaatsen naar de data die u wilt veranderen. Voorbeeld: Om alle nootdata volgend op noot A3 bij Maat 120, maatslag 1, klok 0 te veranderen. Maat 120/maatslag 1/klok 0 (Invoerpunt worden verkregen met de [왗] en [왘] CURSOR toetsen) Datastroom 3 ••••••• A3 C 4 Druk op de [왔] CURSOR toets.
Melodiegeheugenfunctie 4 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om naar de locatie op het spoor te gaan waar de noot of de parameter zich bevindt die u wilt veranderen. Voorbeeld van nootbewerking Snelheid Bewerkingstechnieken en display-inhoud Hieronder worden bewerkingstechnieken beschreven die u kunt gebruiken om de verschillende in het geheugen opgeslagen parameters te veranderen.
Melodiegeheugenfunctie Bewerken van een melodie OPMERKING • Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de Sporen 1 tot en met 6 aan de gang was. • U kunt enkel de toonnummers veranderen die oorspronkelijk ingesteld waren voor de sporen 2 tot en met 6 m.b.v. stap-voor-stap opname. Veranderen van een ritmenummer Gebruik de cijfertoetsen of de [+] en [–] toetsen om een ritmenummer te veranderen.
Melodiegeheugenfunctie 4 Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen om het opgenomen spoor of sporen in te stellen waarvan u de data wilt uitwissen. Spoorwissen standby Opgenomen spoor Spoor dat wordt gewist (meerdere sporen kunnen worden gespecificeerd.) • U kunt meer dan één spoor specificeren om uit te wissen door meer dan één spoorkeuzetoets in te drukken. • Om selectie van een spoor ongedaan te maken drukt u gewoonweg nogmaals op de spoorkeuzetoets. 5 Druk op de YES toets.
Instellingen van het keyboard TONE TRANSPOSE/FUNCTION EXIT CURSOR Number buttons Cijfertoetsen [+]/[–] YES/NO SPLIT 2 Onderdelen Druk op de LAYER toets. Ingestelde gelaagde toon Er kunnen tijdens spelen op het toetsenbord maximaal vier delen (genummerd 1 tot en met 4) tegelijkertijd worden gebruikt. Deze delen kunnen gebruikt worden door de lagenen splitsfuncties zoals hieronder beschreven.
Instellingen van het keyboard 4 Gebruik van splitsen Met splitsing wijst u twee verschillende tonen (een hoofdtoon en een splitstoon) toe aan het linker en het rechter gedeelte van het toetsenbord, zodat u dus één toon met de linkerhand en één toon met de rechterhand kunt spelen. U kunt bijvoorbeeld GM STRINGS 1 als de hoofdtoon (hoog bereik) selecteren en GM PIZZICATO als de splittoon (laag bereik) zodat u op die manier de beschikking over een heel strijkensemble in uw vingers heeft.
Instellingen van het keyboard 4 Gebruik van lagen en splitsen tegelijkertijd Lagen en splitsen kunnen tegelijkertijd gebruikt worden om een gelaagd splitstoetsenbord te verkrijgen. Er is geen verschil tussen eerst gelaagde tonen creëren en vervolgens het toetsenbord splitsen en deze handelingen in omgekeerde volgorde doen.
Instellingen van het keyboard Transpositie van het keyboard Gebruik van aanslagvolume Transpositie laat u de sleutel van het gehele toetsenbord verhogen en verlagen in semitoon (halve toon) eenheden. Als u een begeleiding wilt spelen voor een zanger die in een andere sleutel zingt dan het keyboard bijvoorbeeld, kunt u eenvoudigweg de sleutel van het keyboard veranderen met de transponeerfunctie.
Instellingen van het keyboard Stemmen van het keyboard Met deze functie kunt u het keyboard fijnstemmen zodat hij overeenkomt met hoe andere muziekinstrumenten gestemd zijn. Stemmen van het keyboard 1 Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets. • Hierdoor verschijnt de TRANSPOSE/FUNCTION indicator (de FUNCTION indicator op de WK-8000) op het display. 2 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het stemscherm te verkrijgen. Tune 3 Verander de steminstelling van het keyboard m.b.v. de [+] en [–] toetsen.
Instellingen van het keyboard Veranderen van andere instellingen Insteltypes De tabel hieronder toont de parameters waarvan u de instellingen kunt veranderen. Omschrijving Pagina Transponeren (Trans.) Instelmenu Bijregelen van de algehele toonschaal van het keyboard in stappen van een halve toon. D-69 Automatisch harmonisatie (AutoHarm) Selecteert het automatisch harmonisatietype. D-73 Aanslagvolume (Touch) Specificatie hoe geluid moet veranderen met de aanslagdruk op de klaviertoetsen.
Instellingen van het keyboard Gebruiken van het toetsenbordinstelmenu 1 Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets. • Hierdoor verschijnt de TRANSPOSE/FUNCTION indicator (de FUNCTION indicator op de WK-8000) op het display. 2 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen en de [왖] en [왔] CURSOR toetsen om de items op te roepen waarvan u de instellingen wilt veranderen.
Instellingen van het keyboard 3 Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om de waarden te veranderen. • Instellingen die u maakt worden uitgeoefend zelfs als u niet op de EXIT toets drukt. • Zie het volgende hoofdstuk met als titel “Instelmenu items” voor details aangaande elke instelling. • Druk na het maken van de gewenste instellingen op de TRANSPOSE/FUNCTION toets of op de EXIT toets om terug te keren naar het toon- of het ritmekeuzescherm.
Instellingen van het keyboard 쏋 Andere instellingen Instelmenu Bereik Default 00 tot en met 15 07 SUS SUS Wijst het aanhoudpedaaleffect toe aan een pedaal. SoS — Wijst het sostenutopedaaleffect toe aan een pedaal. SFt — Wijst het zachte pedaaleffect toe aan een pedaal. rhy — Wijst de START/STOP toetsfunctie toe aan een pedaal.
Gebruik van de SMF speler De letters “SMF” vormen de afkorting van Standard MIDI File (standaard MIDI bestand), hetgeen een bestandformaat is dat het delen van MIDI data tussen de verschillende software en sequencers mogelijk maakt. Er zijn in feite drie SMF formaten, genaamd SMF 0, SMF 1, en SMF 2. Dit keyboard ondersteunt het SMF 0 formaat, welk op het moment het meest gebruikte formaat is en dus verwijzen alle uitspraken over “SMF data” in deze gebruiksaanwijzing naar SMF 0 formaat data. U kunt m.b.v.
Gebruik van de SMF speler SMF spelerfunctie bedieningsstroomdiagram Displayscherm Toon/ritme selectiescherm Nummergedeelte SMF PLAYER toets SMF PLAYER toets Tekstgedeelte Selecteer het medium. SMF spelerindicator gaat branden. EXIT toets [왖]* [왔]* Selecteer de bestand. Bestandnummer 000 Bestandnaam ABC1 [왘]*, [+] 001 [왗]*, [–] ABC2 [왘], [+] [왗], [–] [왘], [+] ABC3 [왗], [–] 008 START/STOP toets Directe invoer d.m.v. cijfertoetsen is ook mogelijk. [왔] [왖] Selecteer het meespeeldeel.
Gebruik van de SMF speler SMF PLAYER CHANNEL CURSOR Number buttons Cijfertoetsen [+]/[–] ACCOMP VOLUME START/STOP EXIT Weergave van een SMF Flash-geheugen Merk op dat de eerste stap die u moet uitvoeren in de onderstaande procedure afhangt van of u weergeeft van het flash-geheugen, vanaf een SD geheugenkaart of vanaf een floppy diskette (alleen bij model WK-3800). 2 • Hierdoor verschijnt de “SMF PLAYER” indicator in de display.
Gebruik van de SMF speler 3 Druk op de [왔] CURSOR toets om het bestandselectiescherm te verkrijgen. • SMF bestanden zijn die bestanden die eindigen met de extensie “MID”. Er verschijnt een foutmelding wanneer er zich op dat moment geen SMF bestanden in het flash-geheugen bevinden. 4 Voer d.m.v. de cijfertoetsen het drie-cijferige bestandnummer in van het bestand dat u wilt spelen. • De naam van het op dat moment geselecteerd bestand verschijnt in het tekstgedeelte van het display.
Gebruik van de SMF speler SMF speler foutlezingen Het volgende beschrijft wat u moet doen wanneer een foutlezing verschijnt tijdens de SMF spelerfunctie. Foutlezing Oorzaak Err Not SMF0 U probeert SMF data te spelen die niet volgens Format 0 zijn. Err WrongDat Er is een probleem met de SMF data die u probeert af te spelen of de data is beschadigd. Maatregel Gebruik uitsluitend Format 0 SMF data. Gebruik andere data.
Aansluiting op een computer Met de USB poort kunt u het keyboard snel en eenvoudig aansluiten op een computer. Bij een computer met een USB poort kunt u een USB MIDI driver installeren van de CDROM die meegeleverd wordt met dit keyboard. Daarna kunt u het keyboard op de computer aansluiten en in de handel verkrijgbare MIDI software gebruiken om MIDI data uit te wisselen tussen het keyboard en uw computer.
Aansluiting op een computer 3 4 Klik op de [systeem] icoon. Klik in het dialooogvenster dat verschijnt op het [Hardware] tabblad en klik vervolgens op de [Stuurprogramma Handtekening] toets. Selecteer [Negeren] in het dialoogvenster dat verschijnt en klik vervolgens op [OK].
Aansluiting op een computer Internet Data Expansion System De Music Data Management Software applicatie op de CDROM die meegeleverd wordt met het keyboard laat u data die u met uw computer gedownload heeft van de CASIO MUSIC SITE oversturen naar het geheugen van het keyboard. U kunt deze applicatie ook gebruiken om keyboarddata op te slaan op de harde schijf van uw computer. Het Music Data Management Software ondersteunt het oversturen van de volgende types data.
Opslaan van Data U kunt data opslaan die u gecreëerd heeft en data die u vanaf een computer naar het ingebouwde flash-geheugen, naar de SD geheugenkaart of naar de floppy-diskette (WK-3800). In deze gebruiksaanwijzing worden SD geheugenkaarten en floppy-diskettes aangeduid als “externe opslagmedia”. De types bestanden die opgeslagen kunnen worden op externe opslagmedia worden inde onderstaande tabel gegeven.
Opslaan van Data Een SD geheugenkaart gebruiken Uw keyboard is uitgevoerd met een SD kaartgleuf die het gebruik van SD geheugenenkaarten ondersteunt die u kunt gebruiken voor het opslaan van melodieën die u vanaf uw computer overstuurt, voor melodiegeheugendata die opgeslagen is in het flash-geheugen van het keyboard en andere data. Dit geeft u toegang tot een vrijwel onbeperkte hoeveelheid data die u onmiddellijk kunt downloaden wanneer u ze nodig heeft.
Opslaan van Data Een geheugenkaart in de kaartgleuf steken 1 Schuif de geheugenkaart met de voorkant naar boven voorzichtig in de kaartgleuf. Steek de kaart volledig in totdat hij op zijn plaats vastklikt. Voorbeeld: WK-3300/WK-3800 Het gebruik van de floppy disk-drive (alleen bij model WK-3800) De WK-3800 komt met een ingebouwde disk-drive die u voorziet in de volgende mogelijkheden. • U kunt melodiegeheugen- en synthesizerdata op een floppy diskette opslaan voor langdurige opslag.
Opslaan van Data • De disk-drive maakt gebruik van een manetische kop. Een vuile kop kan data van de diskette niet nauwkeurig lezen en de bestaande data op de diskette mogelijk beschadigen. Om dit te vermijden kunt u het beste een in de handel verkrijgbare koppenreinigingsdiskette gebruiken om de kop geregeld schoon te maken. • Gebruik geen computer, een ander elektronisch instrument of een ander apparaat om een bestandnaam of de inhoud van een bestand te wijzigen die met dit keyboard gecreëerd was.
Opslaan van Data Uitwerptoets Eject button ●WK-3300/WK-3800 ●WK-8000 CURSOR ●WK-3800 DISK/CARD ●WK-3300/WK-8000 SDSD geheugenkaartgleuf memory card slot Een diskette insteken en uitwerpen In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe de diskette in de disk-drive wordt gestoken en hoe hij er weer wordt uitgehaald.
Opslaan van Data 4 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het scherm te tonen voor het type bewerking die u wilt uitvoeren. Load [왘] [왗] Sa v e [왘] [왗] [왗] De l e t e [왘] [왗] F o r ma t • Zie de pagina’s hieronder om aan te refereren voor details aangaande het gebruik van elk van de bovenstaande menubewerkingen.
Opslaan van Data • De oorspronkelijke default bestandnaam van het SMF bestand zal hetzelfde zijn als de naam van het gebruikersgebied dat u in stap 7 selecteerde. • Gebruik de [+] en [–] toetsen om door de letters heen te bladeren op de huidige plaats van de cursor. Zie pagina D-94 voor informatie betreffende het invoeren van tekst. • Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de cursor naar links en rechts te verplaatsen.
Opslaan van Data Laden van een Bestand Oproepen van bestanddata vanaf externe opslagmedia Gebruik de procedures in dit hoofdstuk wanneer u de data wilt laden vanaf externe opslagmedia naar het gebruikersgebied van het keyboard. 1 • SD geheugenkaart: Druk bij model WK-3800 tweemaal op de DISK/ CARD toets. Druk bij model WK-3300/WK-8000 één maal op de CARD toets.
Opslaan van Data 9 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of op de [+] en [–] toetsen om het gebruikersgebied te selecteren waarnaar u de geladen bestanddata wilt importeren. • Het numerieke deel van de display geeft het gebruikersgebiednummer aan terwijl het tekstgedeelte de gebruikersgebiednaam laat zien*. * Behalve registraties en gebruikersmelodieën • Het gebruikersgebied selectiescherm verschijnt niet als het bestand dat u selecteerde een pakketbestand is of een “All Data” bestand.
Opslaan van Data 5 6 7 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het type bestand te selecteren dat u wilt hernoemen. Druk op de [왔] CURSOR toets om het bestandnaam selectiescherm te verkrijgen. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of op de [+] en [–] toetsen om de naam van het te bestand te selecteren waarvan u de naam wilt veranderen. • U kunt de cijfertoetsen ook gebruiken om een bestandnummer van drie cijfers in te voeren. Het bestandnummer wordt getoond in het cijfergedeelte van het display.
Opslaan van Data 3 4 5 6 7 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het “Delete” (wissen) scherm te verkrijgen. Formatteren van een extern opslagmedium Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het volgende bestandtype selectiescherm te gaan. Gebruik de procedures in dit hoofdstuk om externe opslagmedia te formatteren voordat u deze voor de eerste maal in gebruik neemt of wanneer u de volledige inhoud op een SD geheugenkaart of een floppy diskette wilt wissen.
Opslaan van Data 2 3 4 Druk op de [왔] CURSOR toets om de kaartfunctie (of diskfunctie) te verkrijgen. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het “Format” (formatteren) scherm te verkrijgen. Druk op de [왔] CURSOR toets. Invoeren van Karakters Hieronder worden de types karakters beschreven die u kunt invoeren bij het opslaan van data naar het gebruikersgebied en externe opslagmedia.
Opslaan van Data Foutlezingen bij SD geheugenkaarten Displaymelding Oorzaak Te ondernemen stappen Err Card R/W Er is iets fout met de geheugenkaart. Gebruik een andere geheugenkaart. Err CardFull De geheugenkaart is vol. 1. Gebruik een andere geheugenkaart. 2. Wis bestanden die u niet langer nodig heeft van de geheugenkaart (pagina D-92). Err No Card 1. De geheugenkaart is niet juist in de kaartgleuf geplaatst. 2.
Opslaan van Data Foutlezingen bij de disk-drive (alleen bij model WK-3800) Displaymelding Oorzaak Te ondernemen stappen Err ReadOnly Poging om een bestand te creëren met dezelfde naam als een bestaand bestand dat alleen gelezen kan worden (Read Only). Sla het nieuwe bestand op een andere diskette op of gebruik een andere naam. Err Format 1. Het formaat van de diskette is niet compatibel met dit keyboard. 2. De diskette is niet geformatteerd. 3. De diskette is beschadigd. 1.
Oplossen van moeilijkheden Probleem Geen geluid van het keyboard Mogelijke oorzaak 1. Probleem met stroomvoorziening. Handeling de 2. De stroom is niet ingeschakeld. 3. Het volume is te laag ingesteld. 4. Spelen in het begeleidingstoetsenbord gebied terwijl de instelling van de MODE toets op CASIO CHORD of FINGERED staat. 5. De functie voor lokale bediening is uitgeschakeld. 6. Mixerkanaal 1 is uitgeschakeld. 7. De instelling van het volume van mixerkanaal 1 is te laag. 8.
Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak Handeling De sleutel of de stemming komt niet overeen bij spelen met een ander MIDI toestel. 1. De stem- of transponeerparameter staat ingesteld op een andere waarde dan 00. 2. Instellingen voor ruwweg en fijnstemmen van de mixer en/of octaafverschuiving zijn waarden anders dan 00. 1. Verander de waarde van de stemof transponeerparameter naar 00. D-69, 70 2. Zet de instellingen voor ruwweg en fijnstemmen en/of octaafverschuiving in op 00.
Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Een gedownloade toon met golfvorm bevat ruis of de bediening het toetsenbord vindt niet goed plaats. Iemand kan het keyboard uitgeschakeld hebben terwijl data op dat moment juist opgeslagen werd in het flash-geheugen of iemand was er de oorzaak van dat de inhoud van het flash-geheugen om de één of andere reden beschadigd is geraakt. Gebruik de TRANSPOSE/FUNCTION toets om het systeem terug te stellen.
Technische gegevens Modellen: WK-3300/WK-3800/WK-8000 Toetsenbord: WK-3300/WK-3800: 76 toetsen met toetsrespons (OFF/1/2/3) WK-8000: 88 toetsen met toetsrespons (OFF/1/2/3) Tonen: 400 geavanceerde tonen + 200 voorkeuzetonen + 20 drumsets + 100 standaard gebruikerstonen + 20 gebruikerstonen met golven*1 + 4 gebruikersdrumsetten golven*1 + 50 trekstaaforgel tonen + 100 gebruikers trekstaaforgel tonen (894 tonen in het totaal); lagen/splitsen Polyfonie: 32 noten maximaal (10 voor bepaalde tonen) Trekst
Technische gegevens Synthesizerfunctie Parameters: Aanslagtijd; loslaattijd; resonantie; afsnijfrequentie; vibratotype; vibratovertraging; vibratodiepte; vibratosnelheid; octaafverschuiving; niveau; aanslaggevoeligheid; nagalm zenden; zweving zenden; DSP lijn; DSP type en DSP parameter, Modulatietoewijzing; Modulatiediepte (alleen bij model WK-3300) Registratiegeheugen Aantal instellingen: 32 (4 instellingen × 8 banken) Geheugeninhoud: Toon, ritme, tempo, lagen aan/uit, splitsen aan/uit, splitspunt, h
Technische gegevens Aansluitingen SD geheugenkaartgleuf USB poort: TYPE B Aanhoudpedaal/ toewijsbare aansluiting: Standaardaansluiting (aanhouden, sostenuto, zacht, ritme start/stop) •WK-3800/WK-8000 Headphones: Standaard stereo-aansluiting Uitgangsimpedantie : 200 Ω Uitgangsspanning : 250 mV (RMS) MAX Line Out (R, L/MONO): Standaard stereo-aansluiting × 2 Uitgangsimpedantie : 3 kΩ Uitgangsspanning : 1,5 V (RMS) MAX •WK-3300 Hoofdtelefoon/ uitgangsaansluiting: Standaard stereo-aansluiting Uitgangs
Bedieningsvoorzorgsmaatregelen Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te lezen en in acht te nemen. ■ Plaats Vermijd de volgende plaatsen voor dit product.
Key’s Ch’s After Touch Control Change Pitch Bender Note ON Note OFF Velocity True voice 0,32 1 6.
O X X X X X X O O X O X X X O O X X X X System Exclusive : Song Pos : Song Sel : Tune : Clock : Commands : Local ON/OFF : All notes OFF : Active Sense : Reset System Common System Real Time Aux Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY Remarks Messages Brightness Vibrato rate Vibrato depth Vibrato delay DSP Parameter4 DSP Parameter5 DSP Parameter6 DSP Parameter7 Reverb send Chorus send NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB All sound off Reset all controller Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, M
Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland. CASIO COMPUTER CO.,LTD.