D Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland. GEBRUIKSAANWIJZING CASIO COMPUTER CO.,LTD. 6-2, Hon-machi 1-chome Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan WK3100_d_cover1_4.p65 1 F MA0403-C Printed in China WK3100-D-1 WK3100-D-1 04.3.
WK3100_d_cover1_4.p65 2 735A-D-002A 0,32 1 6,38 7 10 11 16 17 18 19 64 66 67 71 72 73 CASIO ELECTRONICS CO., LTD. Unit 6, 1000 North Circular Road London NW2 7JD, U.K. Dit teken is alleen geldig in de EU-landen. Bewaar a.u.b. alle informatie ter naslag. 735A-D-147A 04.3.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid Gefeliciteerd met uw selectie van dit CASIO elektronische muziekinstrument. • Lees de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u dit instrument gebruikt. • Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid GEVAAR Alkaline batterijen Voer de volgende stappen onmiddellijk uit als vloeistof uit de alkaline batterij ooit in uw ogen mocht komen. 1. WRIJF NIET IN UW OGEN ! Spoel ze met water. 2. Neem onmiddellijk contact op met een arts. U kunt uw gezichtsvermogen verliezen mocht de vloeistof van de alkaline batterij in uw ogen blijven zitten.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid Laten vallen en stoten Gebruikt u het product nadat het beschadigd werd doordat u het heeft laten vallen of doordat er tegen werd gestoten dan brengt dat het risico op brand en elektrische schok met zich mee. Volg onmiddellijk de volgende stappen. 1. Schakel de spanning uit. 2. Haal de netstekker uit het stopcontact als u de netadapter gebruikt voor stroomvoorziening. 3.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid Aansluitingen Sluit enkel de gespecificeerde toestellen en apparatuur aan op de aansluitingen van dit product. Het aansluiten van een nietgespecificeerd toestel brengt het risico op brand en elektrische schok met zich mee. Plaatsing Vermijd de volgende plekken om dit product te plaatsen. Dergelijke plaatsen brengen het risico op brand en elektrische schok met zich mee.
Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze van dit CASIO muziekinstrument. Dit keyboard geeft u de volgende kenmerken en functies. ❐ 516 tonen bevatten rijke, geavanceerde tonen Er is een totaal van 300 geadvanceerde tonen die geprogrammeerd zijn met DSP tonen om ze rijker en krachtiger te maken. Geadvanceerde tonen zoals Stereo Piano en Tremolo Electric Piano versterken de Piano en Electric Piano tonen om een totaal nieuw geluid te creëren.
Inleiding ❐ Mixer U kunt toon, volume, stereo-positie en andere parameters instellen voor elk ingebouwd automatisch begeleidingsgedeelte. U kunt ook dezelfde parameters sturen voor elk kanaal tijdens het invoeren van MIDI signalen. ❐ Registratiegeheugen Keyboard instellingen kunnen in het geheugen worden opgeslagen voor latere oproep en onmiddellijke instelling op het moment dat u ze nodig heeft. Maximaal 32 instellingen (4 instellingen x 8 banken) kunnen in het registratiegeheugen worden opgeslagen.
Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid .... D-1 Inleiding ................................. D-5 Inhoudsopgave ...................... D-7 Algemene gids ..................... D-10 Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) ................... D-26 Een trefstaaforgeltoon selecteren .......... D-28 Een trekstaaforgeltoon bewerken .......... D-28 Parameter details ................................... D-29 Het opslaan van een bewerkte trekstaaforgeltoon ....................
Inhoudsopgave Gebruik van één-toets voorkeuzes ........ D-45 Weergeven van het melodiegeheugen .. D-64 Gebruik van automatische harmonisatie .......................................... D-45 Opnemen van de melodie en akkoorden met stapopname .................. D-64 Instellen van het begeleidingsvolume .... D-46 Opnemen van meerdere sporen ............ D-67 Mixerfunctie ......................... D-47 Corrigeren van fouten tijdens stapopname ...........................................
Inhoudsopgave MIDI instellingen .................................... D-90 Gebruik van de data download service .. D-91 Opslaan van Data ................ D-92 Appendix ................................ A-1 Toonlijst .................................................... A-1 Drumklankenlijst ..................................... A-12 Ritmelijst ................................................ A-14 Gebruik van de SmartMedia kaart ......... D-93 Het gebruik van de floppy disk-drive (alleen bij model WK-3500) .
Algemene gids 1 2 3 4 5 6 8 9 0 A M *3 R S B 7 D E C N I O P J T G H L M U Z [ \ ] W a _ D-10 WK3100_d_10-25.p65 K Q *2 *1 V Y F X b c 735A-D-012A 10 04.3.
Algemene gids • In de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing wordt de WK-3500 gebruikt.
Algemene gids *2 a Cijfertoetsen • Voor het invoeren van nummers om aangegeven instellingen te veranderen. • Negatieve waarden kunnen enkel veranderd worden m.b.v. [+] en [–] om de aangegeven waarde te vergroten of te verkleinen.
Algemene gids Achterpaneel • WK-3500 • WK-3000 h i j k l h i OUT j k SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK DC 12V MIDI MIDI IN SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK R L/MONO LINE OUT DC 12V OUT IN h MIDI OUT aansluiting h MIDI OUT aansluiting i MIDI IN aansluiting i MIDI IN aansluiting j SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting j SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting k LINE OUT R, LINE OUT L/MONO aansluiting k DC 12V aansluiting l DC 12V aansluiting • WK-3100 h i j OUT MIDI PHONES/ OUTPUT k l SUSTAIN/ A
Algemene gids Betreffende de display 1 2 3 4 5 G r a n dPn o 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 1. TONE/RHYTHM indicator De aanduiding TONE wordt getoond tijdens toonselectie en -aanduiding terwijl RHYTHM wordt aangegeven tijdens ritmeselectie en -aanduiding. 2. Toon/ritmenummer (nummergedeelte) Het nummer van de toon of het ritme dat op dat moment geselecteerd is. De TONE/RHYTHM indicator toont of het nummer een toon is of een ritme. Dit gebied toont ook andere informatie bij andere functies. 3.
Algemene gids 12. Metronoom U kunt de metronoom inschakelen om een maatslag te verkrijgen ter referentie voor uw spel op het toetsenbord. 13. Niveaumeter Het nummer 1 tot en met 16 correspondeert aan de mixerkanalen. De niveaumeter geeft aan welke kanalen in- of uitgeschakeld zijn en geven tevens het volumeniveau aan. Trekstaaforgelfunctie Tijdens de trekstaaforgel bewerkingsfunctie toont de niveaumeter de positie van elke trekstaaf en de status van elke percussieparameter. 14.
Stroomvoorziening Dit keyboard kan werken op het standaard lichtnet (m.b.v. de voorgeschreven netadapter) of op batterijen. Let er altijd op het keyboard uit te schakelen wanneer u hem niet gebruikt. Werking op batterijen Let er altijd op het keyboard uit te schakelen voordat u batterijen inlegt of ze vervangt. Inleggen van de batterijen 1 Verwijder het deksel van het batterijenvak. 2 Leg zes batterijen maat D in het batterijenvak.
Stroomvoorziening VOORZICHTIG Gebruik van de netadapter Zorg ervoor enkel de voor dit keyboard voorgeschreven netadapter te gebruiken. Voorgeschreven netadapter: AD-12 Netadapter AD-12 MIDI OUT IN SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK R L/MONO LINE OUT DC 12V Stopcontact Merk tevens de volgende waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op bij gebruik van de netadapter. Verkeerd gebruik van de netadapter kan het risico op brand en op elektrische schok met zich meebrengen.
Stroomvoorziening Geheugeninhoud Instellingen De toon, het ritme en andere “belangrijkste instellingen van het keyboard” die van kracht waren toen u het keyboard met de hand uitschakelde door op de POWER toets te drukken of wanneer de automatische stroomonderbreker de spanning uitschakelt, zijn nog steeds in werking wanneer u de spanning daarna weer inschakelt.
Aansluitingen Aansluiten op een muziekinstrumentversterker 3 • WK-3500 Hoofdtelefoon- (PHONES) en lijnuitgangsaansluitingen (LINE OUT) Vergeet niet eerst het volume van het keyboard en andere aangesloten apparatuur zacht te zetten alvorens de hoofdtelefoon of andere uitwendige apparatuur aan te sluiten. Nadat u klaar bent met het maken van de aansluitingen kunt u dan het volume op het gewenste niveau instellen.
Aansluitingen Versterker voor muziekinstrumenten 3 • WK-3100/WK-3000 Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting Vergeet niet eerst het volume van het keyboard en andere aangesloten apparatuur zacht te zetten alvorens de hoofdtelefoon of andere uitwendige apparatuur aan te sluiten. Nadat u klaar bent met het maken van de aansluitingen kunt u dan het volume op het gewenste niveau instellen. WK-3100 [Achterpaneel] PHONES/OUTPUT aansluiting Sluit het keyboard m.b.v.
Aansluitingen Sostenutopedaal • Zoals bij het aanhoudpedaal hierboven zal het geluid aangehouden worden bij intrappen van het sostenutopedaal. • Het verschil tussen een sostenuto pedaal en een aanhoudpedaal is de timing. Bij een sostenutopedaal, kunt u op de klaviertoetsen drukken en vervolgens het pedaal intrappen voordat u de klaviertoetsen loslaat. Dan worden enkel die noten aangehouden die klonken wanneer het pedaal werd ingetrapt.
Basisbediening POWER TONE Cijfertoetsen Number buttons VOLUME Dit hoofdstuk geeft informatie betreffende het uitvoeren van basis keyboardbediening. Spelen op het keyboard 1 2 3 Druk op de POWER toets om het keyboard in te schakelen. Gebruik de VOLUME regelaar om het volume in te stellen op een relatief laag niveau. Speel iets op het keyboard. Instellen van een toon Dit keyboard wordt afgeleverd met ingebouwde tonen zoals hieronder aangegeven.
Basisbediening Instellen van een toon 1 2 3 Vind de te gebruiken toon op de toonlijst en maak een notitie van het toonnummer. Druk op de TONE toets. Voer het drie-cijferige toonnummer in van de bewuste toon m.b.v. de cijfertoetsen. Voorbeeld: Om “332 ACOUSTIC BASS GM” te selecteren, voer 3, 3 en daarna 2 in. A c o . B s _G OPMERKING • Voer altijd alle drie cijfers in van het toonnummer inclusief eventuele voorafgaande nullen.
Basisbediening ●WK-3500 PIANO SETTING ●WK-3100/WK-3000 MODULATION toets MODULATION button PITCHPITCH BENDBEND draairegelaar wheel MODULATION draairegelaar MODULATION wheel PITCH BEND PITCHdraairegelaar BEND wheel PIANO SETTING toets Het indrukken van deze toets verandert de instelling van het keyboard om het te optimaliseren voor spelen op de piano. Instellingen Toonnummer: “000 St.
Basisbediening Gebruik van de PITCH BEND draairegelaar Gebruik van de MODULATION draairegelaar PITCH BEND betekent letterlijk “toonhoogtebuiging” en deze draairegelaar laat u de toonhoogte inderdaad “buigen”. Hierdoor kunt u extra vleugje realisme toevoegen aan de saxofoon en aan andere tonen. Modulatie past vibrato toe die de toonhoogte van een noot moduleert.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Uw keyboard heeft ingebouwde “trekstaaforgeltonen” die gewijzigd kunnen worden m.b.v. negen digitale trekstaven waarvan de bediening eender is aan die van de regelaars bij een trekstaaforgel. U kunt ook percussie selecteren of toetsklikken. Er is genoeg ruimte in het geheugen voor het opslaan van maximaal 100 door de gebruiker gecreëerde trekstaaftoon variaties.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Kanaaltoetsen wanneer het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon getoond wordt De 18 toetsen langs de onderkant van de display functioneren als trekstaaftoetsen terwijl het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon zich in de display bevindt (nadat u op de DRAWBAR ORGAN toets gedrukt heeft). Elk paar toetsen (boven en onder) stellen een trekstaaf voor hetgeen dus betekent dat de 18 aanwezige toetsen u de functionaliteit geven van 9 trekstaven.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) DRAWBAR ORGAN Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] CURSOR Een trekstaaforgeltoon selecteren 1 2 Parameterinstelling Parameternaam F t 16 ’ Vind de te gebruiken trefstaaforgeltoon op de toonlijst en maak een notitie van het toonnummer. Druk op de DRAWBAR ORGAN toets. • Hierdoor verschijnt het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon. Toonnummer • In het totaal zijn er 13 parameters.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Het bewerken van synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de trekstaaftonen Precies zoals bij standaard (niet-trekstaaf) tonen, kunt u de synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de trekstaaforgel tonen bewerken Zie “Trekstaaforgel bedieningsvolgorde” op pagina D-26. 1 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de “More?” (meer?) display te verkrijgen en druk vervolgens op de [왔] CURSOR toets.
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) [+]/[–] CURSOR Inhoud van de display tijdens de trekstaaforgelfunctie Tijdens de trekstaaforgelfunctie worden de huidige status van de trekstaafposities, toetsklikken, en percussieparameters aangegeven op de staafaanduidingen van de display zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Er is één lijn voor elke parameter en het onderste segment van de geselecteerde parameterlijn knippert.
Toepassen van effecten op tonen DSP DSP effecten worden uitgeoefend op de aansluiting tussen de klankbron en het uitgangssignaal. U kunt vervorming en modulatie effecten selecteren. U kunt DSP effectinstellingen creëren en tevens gedownloade DSP data van uw computer oversturen. Het keyboard heeft geheugen voor het opslaan van maximaal 100 DSP effectinstellingen.
Toepassen van effecten op tonen EFFECT CURSOR Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] EXIT Instellen van een DSP type Naast de 100 ingebouwde effecttypes kunt u ook effecttypes bewerken om uw eigen types te creëren en ze op te slaan in het gebruikersgeheugen. U kunt maximaal 100 effecttypes tegelijkertijd in het gebruikersgeheugen hebben. U kunt ook het DSP type selecteren of de laatste toon die gebruikt is waarbij DSP mogelijk is.
Toepassen van effecten op tonen DSP parameters Het volgende beschrijft de parameters voor elke DSP. Opslaan van de instellingen van de DSP parameters U kunt maximaal 100 aangepaste DSP instellingen in het gebruikersgebied opslaan voor later oproepen op het moment dat u ze nodig heeft. DSP ■ Parameter 0 tot en met 7 Deze parameters verschillen afhankelijk van het algoritme* van het geselecteerde DSP type. Zie de “Effectenlijst” op pagina A-17 en de “DSP algoritmelijst” op pagina A-19 voor meer informatie.
Toepassen van effecten op tonen EFFECT DSP CURSOR Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] EXIT DSP toets REVERB selecteren Door de DSP toets te checken kunt u er achter komen of DSP al dan niet mogelijk is voor de toon die op het moment als een deel is geselecteerd. De DSP toets gaat branden bij een toon waarbij DSP mogelijk is (DSP lijn ON (aan)) en gaat uit voor een toon waarbij DSP niet mogelijk is (DSP lijn OFF (uit)).
Toepassen van effecten op tonen Veranderen van de instellingen van de REVERB parameters U kunt de relatieve sterkte van een nagalmtype regelen en hoe deze wordt uitgeoefend. Zie de volgende paragraaf getiteld “REVERB parameters” voor nadere informatie. 1 Na het selecteren van het gewenste nagalmtype gebruikt u de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt veranderen. • Hierdoor wordt het parameterinstelscherm aangegeven.
Toepassen van effecten op tonen EFFECT CURSOR Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] EXIT Selecteren van CHORUS Voer de volgende stappen uit om CHORUS (zweving) te selecteren. 1 2 Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer verschijnt naast de EFFECT aanduiding op het displayscherm. Veranderen van de instellingen van de CHORUS (zweving) parameters U kunt de relatieve sterkte van een effect regelen en hoe dit wordt uitgeoefend. Zie de volgende paragraaf getiteld “CHORUS parameters” voor nadere informatie.
Toepassen van effecten op tonen De equalizer gebruiken Dit keyboard heeft een ingebouwde vier-banden equalizer en 10 verschillende instellingen waaruit u kunt kiezen. U kunt de versterking (volume) bijstellen van alle vier equalizerbanden binnen het bereik van –12 tot en met 0 tot en met +12. Afregelen van de versterking (het volume) van een band 1 Instellen van het equalizertype 1 2 Voorbeeld: Om de HIGH band bij te regelen.
Automatisch begeleiding RHYTHM Cijfertoetsen Number buttons VARIATION/FILL-IN 1/2 TEMPO Dit keyboard speelt automatisch de bas- en akkoordgedeelten overeenkomstig de akkoorden die u speelt. De bas- en akkoordgedeelten worden m.b.v. automatisch ingestelde klanken en tonen gespeeld voor instelling van het door u gebruikte ritme. Dit betekent dat u volledige, realistische begeleiding krijgt voor de melodienoten die u met de rechterhand speelt waardoor u een één-mans ensemble creëert.
Automatisch begeleiding Instellen van een ritme Dit keyboard voorziet u in 140 opwindende ritmes dit u met de volgende procedure kunt selecteren. U kunt ook begeleidingsdata oversturen van uw computer en er maximaal 16 van als gebruikersritmes opslaan in het keyboardgeheugen. Zie “Gebruik van de data download service” op pagina D-91 voor nadere informatie. OPMERKING • Oorspronkelijk is er niets opgeslagen in het gebruikers ritmegeheugengebied.
Automatisch begeleiding MODE START/STOP Automatische begeleiding gebruiken De onderstaande procedure beschrijft hoe u de automatische begeleidingsfunctie van het keyboard kunt gebruiken. Voor u begint dient u eerst het ritme dat u wilt gebruiken in te stellen en het ritmetempo in te stellen op de gewenste waarde. Gebruik van automatische begeleiding 1 Gebruik de MODE toets om CASIO CHORD FINGERED of FULL RANGE CHORD te selecteren als begeleidingsfunctie.
Automatisch begeleiding Akkoordtypes Met CASIO CHORD begeleiding kunt u vier types akkoorden spelen met minimale vingerzettingen. Akkoordtypes Voorbeeld Majeur akkoorden De namen van majeur akkoorden worden aangegeven boven de klaviertoetsen van het begeleidingstoetsenbord. Merk op dat het geproduceerde akkoord bij indrukken van een begeleidings-toetsenbord toets niet van octaaf verandert ongeacht welke klaviertoets gebruikt wordt om hem te spelen.
Automatisch begeleiding Akkoorden die dit keyboard kan herkennen OPMERKING • Behalve bij de akkoorden aangegeven in opmerking*1 hierboven zullen omgekeerde vingerzettingen (d.w.z. EG-C of G-C-E i.p.v. C-E-G) dezelfde akkoorden produceren als de standaard vingerzetting. • Behalve bij de uitzondering aangegeven in opmerking*2 hierboven dienen alle toetsen te worden ingedrukt die in combinatie een akkoord vormen.
Automatisch begeleiding START/STOP INTRO/ENDING 1/2 SYNCHRO/FILL-IN NEXT Gebruik van een intro patroon Tussenvoegen van een fill-in Met dit keyboard kunt u een korte intro toevoegen aan een ritmepatroon om het begin soepeler en natuurlijker te laten zijn. 1 De volgende procedure beschrijft hoe u de Intro functie kunt gebruiken.
Automatisch begeleiding ONE TOUCH PRESET MODE INTRO/ENDING 1/2 SYNCHRO/FILL-IN NEXT Begeleiding en ritmeweergave tegelijk starten U kunt het keyboard zo instellen dat ritmeweergave op hetzelfde moment begint als wanneer u begint met spelen van de begeleiding op het keyboard. De volgende procedure beschrijft hoe u synchronisch start kunt gebruiken.
Automatisch begeleiding Gebruik van één-toets voorkeuzes Eén-toets voorkeuzes stellen automatisch de hieronder vermelde hoofdinstellingen in overeenkomstig het ritmepatroon dat u aan het gebruiken bent.
Automatisch begeleiding ACCOMP VOLUME Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] Automatisch harmonisatietype Bij automatische harmonisatie kunt u kiezen uit de 10 volgende automatisch harmonisatietypes. U verandert van type met het instel item d.m.v. de TRANSPOSE/FUNCTION toets. Zie “Veranderen van andere instellingen” op pagina D-79 voor nadere informatie. Instellen van het begeleidingsvolume U kunt het volume van de begeleidingsonderdelen instellen als een waarde tussen 000 (min.) en 127 (max.).
Mixerfunctie Wat kunt u met de Mixer doen? Met dit keyboard kunt u meerdere stukken van verschillende muziekinstrumenten op hetzelfde moment spelen tijdens weergave van de auto-begeleiding, melodiegeheugenweergave, bij ontvangst van data via de MIDI aansluiting, enz. De mixer wijst elk onderdeel toe aan een afzonderlijk kanaal (1 - 16) dat u apart kunt in-/uitschakelen en waarvan u het volume en de parameters van de stereopositie afzonderlijk kunt instellen.
Mixerfunctie MIXER CHANNEL CURSOR Cijfertoetsen Number buttons [+]/[–] Gebruik van de parameterbewerkingsfunctie 4 Verander de instelling van de parameter m.b.v. de cijfertoetsen of m.b.v. de [+] en [–] toetsen. Voorbeeld: Verander de instelling naar “060”.
Mixerfunctie Hoe parameters werken ■ Octaafverschuiving (Octave Shift) (Bereik: –2 tot en met 0 tot en met +2) Hieronder volgen de parameters waarvan de instellingen veranderd kunnen worden tijdens de parameterbewerkingsfunctie. U kunt de octaafverschuiving gebruiken om het bereik van de toon omhoog of omlaag te verschuiven. Bij gebruik van de piccolo toon kan het voorkomen dat bijzonder hoge noten die u wilt spelen niet binnen het bereik van het toetsenbord vallen.
Mixerfunctie ■ DSP systeem nagalm zenden (bereik: 000 tot en met 127) Effectparameters De mixer laat u de effecten bedienen die uitgeoefend worden op elk apart deel waarin het verschilt van de effectfunctie waarvan de instellingen enkel toegepast worden op alle delen in het algemeen. Deze parameter regelt hoeveel nagalm er op alle onderdelen wordt uitgeoefend. D . Rv bSnd ■ Nagalmzenden (Reverb Send) (Bereik: 000 tot en met 127) Deze parameter stuurt hoeveel nagalm op een deel wordt uitgeoefend.
Synthesizerfunctie De synthesizerfunctie van dit keyboard voorziet in de gereedschappen voor het creëren van uw eigen originele tonen. Kies gewoonweg één van de ingebouwde tonen en verander de parameters ervan om uw eigen orginele geluid te creëren. U kunt de geluiden zelfs in het geheugen opslaan m.b.v dezelfde procedure die gebruikt wordt voor het instellen van een voorkeuzetoon.
Synthesizerfunctie ■ Resonantie De resonantie versterkt de harmonische componenten in de buurt van de afsnijfrequentie hetgeen een apart geluid teweegbrengt. Een grotere resonantiewaarde versterkt het geluid zoals aangegeven in de afbeelding. Niveau Frequentie Afsnijfrequentie Kleine waarde Grote waarde Resonantie OPMERKING • Bij bepaalde tonen kan een grote resonantiewaarde vervorming of ruis veroorzaken tijdens het aanslaggedeelte van de toon.
Synthesizerfunctie Opslaan van eigen tonen De groep toonnummers van 600 tot en met 699 (gebruikerstoonnummers 001 tot en met gebruikerstoonnummers 100) wordt het “gebruikersgebied ” genoemd omdat ze gereserveerd zijn voor het opslaan van gebruikerstonen. Nadat u een voorkeuzetoon opgeroepen heeft en de bijbehorende parameters vervangen heeft om uw eigen gebruikerstoon te creëren kunt u deze opslaan in het gebruikersgebied voor later oproepen.
Synthesizerfunctie SYNTH CURSOR ●WK-3100/WK-3000 MODULATION MODULATIONtoetsindicator button lamp [+]/[–] Creëren van een gebruikerstoon Gebruik de volgende procedure om een voorkeuzetoon te selecteren en de parameters te veranderen om een gebruikerstoon te creëren. 1 2 Parameters en hun instellingen Druk op de SYNTH toets. Parameterinstelwaarde Huidige ingestelde parameter A t k T i me Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt veranderen.
Synthesizerfunctie ■ Modulatietoewijzing (Molulation Assign) (bereik: *) De modulatietoewijzingsparamater specificeert welke parameters beïnvloed moeten worden wanneer u de modulatiefunctie van het keyboard gebruikt. Selecteer “oFF” (uit) voor parameters die u niet wilt laten beïnvloeden door de modulatiefunctie. Mo d u l a t .
Synthesizerfunctie ■ Vibrato golfvorm (Vibrato Waveform) (Bereik: Zie hieronder.) ■ Toetsgevoeligheid (Touch Sensitivity) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63) Specificeert de vibrato golfvorm. Deze parameter regelt het volume van de toonin overeenkomst met de druk die wordt uitgeoefend op de klaviertoetsen. Een grotere positieve waarde verhoogt het volume van het afgegeven signaal als de druk verhoogd wordt terwijl een negatieve waarde het volume verlaagd bij meer druk op de klaviertoetsen.
Synthesizerfunctie SYNTH CURSOR [+]/[–] DSP instellingen Gebruik het DSP bewerkingsscherm om het DSP type te selecteren en parameters te bewerken. 1 2 Selecteer een toon, druk op de SYNTH toets en configureer vervolgens de parameterinstellingen. Druk nadat u alles naar wens heeft eenmaal op de [왔] CURSOR toets. In het geheugen opslaan van een gebruikerstoon De volgende procedure toont hoe een gebruikerstoon opgeslagen wordt in het geheugen.
Synthesizerfunctie CURSOR 5 Druk op de [왔] CURSOR toets om de gebruikerstoon op te slaan. • Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap die u vraagt of u de data werkelijk wilt opslaan. Druk op de YES toets om de data inderdaad op te slaan. • De boodschap “Complete” (voltooid) verschijnt kortstondig in de display, gevolgd door het toon- of ritmeselectiescherm. • Druk om het opslaan op elk gewenst moment te onderbreken op de SYNTH toets of op de EXIT toets om de synthesizerfunctie te verlaten.
Registratiegeheugen Karakteristieken van het registratiegeheugen Het registratiegeheugen laat u maximaal 32 keyboard instellingen opslaan (4 instellingen x 8 banken) voor onmiddellijk oproepen wanneer u ze nodig heeft. Hierdoor volgt een lijst van instellingen die in het registratiegeheugen worden opgeslagen. Namen voor opstellingen U kunt instellingen toewijzen aan één van 32 gebieden, die u kunt selecteren m.b.v. de BANK toetsen 1 tot en met 4 en de vier REGISTRATION toetsen.
Registratiegeheugen Number buttons Cijfertoetsen BANK REGISTRATION STORE Vastleggen van een opstelling in het registratiegeheugen Oproepen van een opstelling van het registratiegeheugen 1 1 Stel een toon en ritme in en maak de opstelling van het keyboard precies zoals u dat wilt. • Zie “Instellingen van het registratiegeheugen” op pagina D-59 voor details over welke data in het registratiegeheugen wordt opgeslagen. 2 Gebruik de BANK toets of de cijfertoetsen om de bank te selecteren.
Melodiegeheugenfunctie Dit keyboard staat u toe om vijf verschillende melodieën op te nemen in het melodiegeheugen voor latere weergave. Er zijn twee methoden die u kunt gebruiken voor het opnemen van een melodie: real-time opnemen waarbij u de noten opneemt zoals u ze op het toetsenbord aanslaat en stapopname waarbij u akkoorden en noten stuk voor stuk invoert. Instellen van een spoor Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen die gemarkeerd zijn als CHORD/TR1 tot en met TR6 om het gewenste spoor in te stellen.
Melodiegeheugenfunctie SONG MEMORY Number buttons Cijfertoetsen START/STOP Gebruik van real-time opname 4 Bij real-time opname worden de noten opgenomen zoals en op het moment dat u ze speelt op het toetsenbord. • Bj het aanvangen van de opname gaat de REC indicator knipperen in de display. Na enkele ogenblikken stopt de indicator met knipperen en blijft dan non-stop branden in de display. • Real-time opname begint zonder ritme.
Melodiegeheugenfunctie Spoor 1 inhoud na real-time opname Naast keyboardnoten en begeleidingsakkoorden worden tevens de volgende data opgenomen op Spoor 1 tijdens realtime opname. Deze data worden toegepast wanneer Spoor 1 weergegeven wordt.
Melodiegeheugenfunctie SONG MEMORY Number buttons Cijfertoetsen SYNCHRO/FILL-IN NEXT START/STOP Weergeven van het melodiegeheugen Nadat u sporen opgenomen heeft bij het geheugen kunt u ze weergegeven om te horen hoe ze klinken. Van het melodiegeheugen weergeven 1 Gebruik de SONG MEMORY toets om de weergavestandbyfunctie in te schakelen en gebruik dan de cijfertoetsen om een melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
Melodiegeheugenfunctie 7 Opnemen van akkoorden met stapopname 1 Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de opnamestandbyfunctie in te schakelen, en gebruik dan de cijfertoetsen om het melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren. Knippert S t e p Re c 2 Voer de volgende instellingen uit. • Ritmenummer • MODE toets 3 Om spoor 1 in te stellen, druk op de CHORD/TR1 toets die één van de SONG MEMORY TRACK toetsen is. • Bij het aanvangen van de opname gaat de REC indicator knipperen in de display.
Melodiegeheugenfunctie Instellen van akkoorden tijdens de normale functie Wanneer de MODE toets ingesteld staat op normaal (Normal) tijdens stapopname kunt u akkoorden specificeren m.b.v. een methode die verschilt van CASIO CHORD en Fingered vingerzettingen.
Melodiegeheugenfunctie SONG MEMORY Number buttons Cijfertoetsen START/STOP BELANGRIJK! • De lengte van het slotpatroon hangt af van het ritme dat u gebruikt. Controleer de lengte van het slotpatroon dat u gebruikt en stem de lengte van het akkoord daarop af in stap 6. Als het akkoord te kort is in stap 6 kan het slotpatroon afgekapt worden. Om stapopname van akkoorden uit te voeren zonder ritme Sla stap 4 over. Het ingestelde akkoord met de lengte gespecificeerd met de cijfertoetsen wordt opgenomen.
Melodiegeheugenfunctie SONG MEMORY CURSOR Number buttons Cijfertoetsen START/STOP Spoorinhoud na real-time opname SONG MEMORY TRACK 2 Naast noten van het toetsenbord kunnen de volgende data ook opgenomen worden op het ingestelde spoor tijdens realtime opname. Deze data worden later toegepast bij weergave van het spoor. Kies het spoor (2 – 6) waarop moet worden opgenomen met de SONG MEMORY TRACK toetsen. Voorbeeld: Selecteer Spoor 2.
Melodiegeheugenfunctie OPMERKING • Volg de procedure bij “Corrigeren van fouten tijdens stapopname” op deze pagina voor het corrigeren van invoerfouten die u maakt tijdens stapopname. • U kunt bij een spoor dat reeds data bevatte extra data toevoegen door dat spoor te kiezen in stap 2 in de bovenstaande procedure. Dit plaatst het startpunt voor stap-voor-stap opname automatisch bij de eerste maatslag onmiddellijk volgend op de eerder opgenomen data.
Melodiegeheugenfunctie SONG MEMORY CURSOR [+]/[–] YES/NO START/STOP 4 Druk op de YES toets. • Dit wist alle data van de plaats die u specificeerde waarna de opnamestandbyfunctie wordt ingeschakeld. • Door op de [왖] CURSOR toets of de NO toets te drukken wordt het wissen van de data geannuleerd. Maat 120/maatslag 1/klok 0 (Stapopname begint vanaf hier.) Datastroom ••••••• Alle data rechts wordt uitgewist.
Melodiegeheugenfunctie 4 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om naar de locatie op het spoor te gaan waar de noot of de parameter zich bevindt die u wilt veranderen. Voorbeeld van nootbewerking Snelheid Toonhoogte Parameter die wordt bewerkt No t e C4 Bewerkingstechnieken en display-inhoud Hieronder worden bewerkingstechnieken beschreven die u kunt gebruiken om de verschillende in het geheugen opgeslagen parameters te veranderen.
Melodiegeheugenfunctie SONG MEMORY CURSOR [+]/[–] YES/NO SONG MEMORY TRACK Bewerken van een melodie OPMERKING • Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de Sporen 1 tot en met 6 aan de gang was. • U kunt enkel de toonnummers veranderen die oorspronkelijk ingesteld waren voor de sporen 2 tot en met 6 m.b.v. stap-voor-stap opname. Veranderen van een ritmenummer Gebruik de cijfertoetsen of de [+] en [–] toetsen om een ritmenummer te veranderen.
Melodiegeheugenfunctie Om een specifiek spoor uit te wissen 1 2 3 Druk eenmaal op de SONG MEMORY toets om de weergavestandby in te schakelen. Gebruik de [+] en [–] toetsen om het nummer in te stellen van de melodie die het spoor bevat dat u wilt wissen. Druk tweemaal op de [왔] CURSOR toets. Druk drie maal op de [왔] CURSOR toets als er zich geen melodienummer in de display bevindt.
Instellingen van het keyboard SPLIT 2 Onderdelen 3 Hoofdtoon (BRASS GM) + Gelaagde toon (FRENCH HORN GM) Lagen aanbrengen bij tonen 1 Stel eerst de hoofdtoon in. Voorbeeld: Druk om “361 BRASS GM” als de hoofdtoon te selecteren op de TONE toets en gebruik dan de cijfertoetsen om 3, 6 en daarna 1 in te voeren. B r a s s _G Stel de gelaagde toon in. Voorbeeld: Gebruik om “360 FRENCH HORN GM” als de gelaagdetoon te selecteren de cijfertoetsen om 3, 6 en daarna 0 in te voeren. F r .
Instellingen van het keyboard 4 Gebruik van splitsen Met splitsing wijst u twee verschillende tonen (een hoofdtoon en een splitstoon) toe aan het linker en het rechter gedeelte van het toetsenbord, zodat u dus één toon met de linkerhand en één toon met de rechterhand kunt spelen. U kunt bijvoorbeeld STRINGS 1 als de hoofdtoon (hoog bereik) selecteren en PIZZICATO GM als de splittoon (laag bereik) zodat u op die manier de beschikking over een heel strijkensemble in uw vingers heeft.
Instellingen van het keyboard TONE TRANSPOSE/FUNCTION [+]/[–] SPLIT Gebruik van lagen en splitsen tegelijkertijd Lagen en splitsen kunnen tegelijkertijd gebruikt worden om een gelaagd splitstoetsenbord te verkrijgen. Er is geen verschil tussen eerst gelaagde tonen creëren en vervolgens het toetsenbord splitsen en deze handelingen in omgekeerde volgorde doen.
Instellingen van het keyboard 5 Voer het nummer van de gelaagde splitstoon in. Voorbeeld: Om de “348 STRINGS 1” toon in te stellen, voert u 3, 4 en 8 in. S t r i ngs1 6 7 Druk terwijl u de SPLIT toets ingedrukt houdt op de klaviertoets waar u de laagste noot (de meest linker toets) wilt hebben van het hoge bereik (bereik aan de rechter kant). Transpositie van het keyboard Transpositie laat u de sleutel van het gehele toetsenbord verhogen en verlagen in semitoon (halve toon) eenheden.
Instellingen van het keyboard TRANSPOSE/FUNCTION CURSOR [+]/[–] Gebruik van aanslagvolume Stemmen van het keyboard Bij inschakelen van aanslagvolume hangt het relatieve volume van het geluid van het keyboard af van de kracht die er op de klaviertoetsen uitgeoefend wordt, precies zoals bij een akoestische piano. Met deze functie kunt u het keyboard fijnstemmen zodat hij overeenkomt met hoe andere muziekinstrumenten gestemd zijn.
Instellingen van het keyboard Veranderen van andere instellingen Insteltypes De tabel hieronder toont de parameters waarvan u de instellingen kunt veranderen. Omschrijving Pagina Transponeren (Trans.) Instelmenu Bijregelen van de algehele toonschaal van het keyboard in stappen van een halve toon. D-77 Automatisch harmonisatie (AutoHarm) Selecteert het automatisch harmonisatietype. D-82 Aanslagvolume (Touch) Specificatie hoe geluid moet veranderen met de aanslagdruk op de klaviertoetsen.
Instellingen van het keyboard Gebruiken van het toetsenbordinstelmenu 1 Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets. • Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast TRANSPOSE/FUNCTION. 2 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen en de [왖] en [왔] CURSOR toetsen om de items op te roepen waarvan u de instellingen wilt veranderen.
Instellingen van het keyboard TRANSPOSE/FUNCTION CURSOR Number buttons Cijfertoetsen [+]/[–] YES/NO EXIT 3 Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om de waarden te veranderen. • Instellingen die u maakt worden uitgeoefend zelfs als u niet op de EXIT toets drukt. • Zie het volgende hoofdstuk met als titel “Instelmenu items” voor details aangaande elke instelling.
Instellingen van het keyboard Instelmenu items 쏋 Automatische harmonisatietypes U kunt selecteren uit 10 verschillende types automatische harmonisatie zoals hieronder beschreven. No. Type (Parameternaam) Beschrijving 0 Duet1 Voegt een 1-deel harmonie toe aan spelen op het toetsenbord. 1 Duet2 Voegt een 1-deel harmonie toe aan spelen op het toetsenbord. Duet2 harmonie is opener dan Duet1. 2 Country Voegt een country & western harmonie toe aan spelen op het toetsenbord.
Instellingen van het keyboard 쏋 Delete/Initialize Settings Bereik Default SMF wissen Instelmenu — — Wist de geselecteerde SMF data. Omschrijving Wissen van gebruikersritmes — — Wist de geselecteerde gebruikersritmedata. Wissen van gebruikerstonen — — Wist de geselecteerde gebruikerstoondata. Mixer terugstellen (InitMix?) — — Stelt de parameters terug die toegewezen zijn door de mixer of door invoer van een externe sequencer.
Gebruik van de SMF speler De letters “SMF” vormen de afkorting van Standard MIDI File (standaard MIDI bestand), hetgeen een bestandformaat is dat het delen van MIDI data tussen de verschillende software en sequencers mogelijk maakt. Er zijn in feite drie SMF formaten, genaamd SMF 0, SMF 1, en SMF 2. Dit keyboard ondersteunt het SMF 0 formaat, welk op het moment het meest gebruikte formaat is en dus verwijzen alle uitspraken over “SMF data” in deze gebruiksaanwijzing naar SMF 0 formaat data.
Gebruik van de SMF speler SMF spelerfunctie bedieningsstroomdiagram Toon/ritme selectiescherm SMF PLAYER toets SMF PLAYER toets Selecteer het medium. SMF spelerindicator gaat branden. [왖]* EXIT toets [왖] Selecteer de bestandnaam. S1 ABC1 [왘], [+] S1 Weergavefunctie + bestandnaam [왗], [–] ABC2 [왘], [+] S1 Weergavefunctie + bestandnaam START/STOP toets [왗], [–] ABC3 Weergavefunctie + bestandnaam [왔] EXIT toets, [왖] Selecteer het meespeeldeel.
Gebruik van de SMF speler SMF PLAYER CURSOR Number buttons Cijfertoetsen [+]/[–] ACCOMP VOLUME START/STOP Weergave van een SMF EXIT Een SMF weergeven Merk op dat de eerste stap die u moet uitvoeren in de onderstaande procedure afhangt van of u weergeeft van het flash-geheugen, vanaf een SmartMedia kaart of vanaf een floppy diskette (alleen bij model WK-3500).
Gebruik van de SMF speler 4 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of de [+] en [–] toetsen om het bestand te selecteren dat u wilt spelen. • De naam van het op dat moment geselecteerde bestand verschijnt in het tekstgedeelte van de display. De weergavefunctie wordt getoond in het nummergedeelte van de display. Het tempo/maat gedeelte van de display toont de grootte van het bestand in kilobytes.
Gebruik van de SMF speler SMF speler foutlezingen Het volgende beschrijft wat u moet doen wanneer een foutlezing verschijnt tijdens de SMF spelerfunctie. Foutlezing Oorzaak Err Not SMF0 U probeert SMF data te spelen die niet volgens Format 0 zijn. Err WrongDat Er is een probleem met de SMF data die u probeert af te spelen of de data is beschadigd. Maatregel Gebruik uitsluitend Format 0 SMF data. Gebruik andere data. D-88 WK3000_d_74-88.p65 735A-D-090A 88 04.3.
MIDI Wat is MIDI? MIDI kanalen MIDI is een afkorting van Musical Instrument Digital Interface, wat de Engelse naam is voor de wereldstandaard voor digitale signalen en aansluitingen die het uitwisselen van muziekdata mogelijk maakt tussen muziekinstrumenten en computers (toestellen) die door verschillende fabrikanten gemaakt zijn. MIDI aangepaste apparatuur kan boodschappen als drukken op en loslaten van klaviertoetsen, toonveranderingen en andere data uitwisselen.
MIDI Zenden en ontvangen van MIDI boodschappen Dit keyboard kan noten die u op het toetsenbord speelt alsmede automatische begeleidingen en melodiegeheugenweergave zenden als MIDI booschappen naar een ander toestel. MIDI instellingen U kunt de instellingen van een aantal parameters veranderen die regelen hoe MIDI boodschappen worden verzonden en ontvangen. MIDI parameters MIDI zenddata ■ Toetsenbordspel Elk toetsenborddeel (kanalen 1 – 4) kan verzonden worden via haar eigen afzonderlijke MIDI kanaal.
MIDI Gebruik van de data download service U kunt de volgende types data downloaden van CASIO MUSIC SITE (http://music.casio.com) naar uw computer en de data vervolgens oversturen naar het keyboard. • Tonen • Tonen met golven • Drumsets met golven • DSP • Ritmes • Registraties • Melodieën • SMF • Pakketbestanddata Aansluiten van een computer Zorg ervoor het keyboard en de computer uit te schakelen voordat u ze op elkaar aansluit.
Opslaan van Data U kunt data opslaan die u gecreëerd heeft en data die u naar het keyboard heeft gestuurd vanaf een computer. De data wordt opgeslagen in het ingebouwde flash-geheugen, op een SmartMedia kaartTM of op een floppy-diskette (WK-3500). In deze gebruiksaanwijzing worden deze SmartMedia kaarten en floppy-diskettes aangeduid als “externe opslagmedia”. De types bestanden die opgeslagen kunnen worden op externe opslagmedia worden inde onderstaande tabel gegeven.
Opslaan van Data Gebruik van de SmartMedia kaart Uw keyboard is uitgerust met een kaartgleuf die het gebruik van SmartMediaTM kaarten ondersteunt die u kunt gebruiken voor het opslaan van melodieën die u van uw computer overgestuurd heeft, of voor melodieën die opgeslagen zijn in het geheugen van het keyboard en andere data. Dit voorziet u in toegang tot vrijwel onbeperkte hoeveelheden data die u onmiddellijk kunt laden op elke moment dat u de data nodig heeft.
Opslaan van Data Insteken en verwijderen van een SmartMedia kaart Het gebruik van de floppy disk-drive (alleen bij model WK-3500) Hieronder wordt beschreven hoe een SmartMedia kaart in de kaartgleuf wordt gestoken en hoe u deze kunt verwijderen. Kenmerken van de floppy diskette Insteken van een SmartMedia kaart in de kaartgleuf Steek de SmartMedia kaart met de zijde met de contactpunten naar beneden in de kaartgleuf. Druk de kaart zover mogelijk in de gleuf.
Opslaan van Data • De disk-drive maakt gebruik van een manetische kop. Een vuile kop kan data van de diskette niet nauwkeurig lezen en de bestaande data op de diskette mogelijk beschadigen. Om dit te vermijden kunt u het beste een in de handel verkrijgbare koppenreinigingsdiskette gebruiken om de kop geregeld schoon te maken. • Gebruik geen computer, een ander elektronisch instrument of een ander apparaat om een bestandnaam of de inhoud van een bestand te wijzigen die met dit keyboard gecreëerd was.
Opslaan van Data Uitwerptoets Eject button CURSOR ●WK-3500 DISK/CARD ●WK-3100/WK-3000 [+]/[–] Een diskette insteken en uitwerpen In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe de diskette in de disk-drive wordt gestoken en hoe hij er weer wordt uitgehaald. Om een diskette in de floppy disk-drive te steken 1 Steek de diskette met de sticker naar boven en de sluiter naar voren in de disk-drive zoals aangegeven in de afbeelding.
Opslaan van Data 4 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het 0 scherm te tonen voor het type bewerking die u wilt uitvoeren. • Als op dit moment op de EXIT of [왖] CURSOR toets wordt gedrukt gaat u terug naar het bestandnaam selectiescherm. Load [왘] [왗] A Sa v e [왘] R e n ame [왗] De l e t e [왗] [왘] F o r ma t • Zie de pagina’s hieronder om aan te refereren voor details aangaande het gebruik van elk van de bovenstaande menubewerkingen.
Opslaan van Data CURSOR ●WK-3500 DISK/CARD ●WK-3100/WK-3000 [+]/[–] YES/NO CARD • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500): Druk op de DISK/CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/ CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Disk” (diskette) als tekst aangegeven in de display.
Opslaan van Data 9 Druk na het invoeren van de bestandnaam op de [왔] CURSOR toets. • Als u de melodiedata opslaat dan verschijnt het bestandtype selectiescherm als volgende. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om “SMF” of “SONG” te selecteren. Druk op de [왔] CURSOR toets na het bestandtype te hebben geselecteerd. • Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om u te vragen of u de data inderdaad wilt opslaan.
Opslaan van Data CURSOR ●WK-3500 DISK/CARD ●WK-3100/WK-3000 [+]/[–] YES/NO CARD 8 Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het gebruikersgebied selectiescherm door te gaan. • Het gebruikersgebied selectiescherm verschijnt niet als het bestand dat u in stap 5 selecteerde een pakketbestand is of een “All Data” bestand. Sla in dit geval stap 9 over en ga direct door naar stap 10.
Opslaan van Data 4 5 6 7 8 Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het volgende bestandtype selectiescherm te gaan. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het type bestand te selecteren dat u wilt hernoemen. Druk op de [왔] CURSOR toets om het bestandnaam selectiescherm te verkrijgen. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of op de [+] en [–] toetsen om de naam van het te bestand te selecteren waarvan u de naam wilt veranderen. Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het bestandnaam invoerscherm door te gaan.
Opslaan van Data CURSOR ●WK-3500 DISK/CARD ●WK-3100/WK-3000 [+]/[–] YES/NO CARD 7 8 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of op de [+] en [–] toetsen om de naam van het te bestand te selecteren waarvan u de naam wilt wissen. Formatteren van een extern opslagmedium Druk na het selecteren van de bestandnaam op de [왔] CURSOR toets.
Opslaan van Data Formatteren van uitwendige opslagmedia Invoeren van Karakters 1 Hieronder worden de types karakters beschreven die u kunt invoeren bij het opslaan van data naar het gebruikersgebied en externe opslagmedia. Wat u eerst dient te doen hangt af van het type externe opslagmedium dat u gebruikt. • SmartMedia kaart: Druk bij model WK-3500 tweemaal op de DISK/CARD toets. Druk bij model WK-3100/WK-3000 één maal op de CARD toets.
Opslaan van Data Foutlezingen bij SmartMedia kaarten Displaymelding Oorzaak Te ondernemen stappen Err Card R/W Er is iets fout met de kaart. Gebruik een andere kaart. Err CardFull De kaart is vol. 1. Gebruik een andere kaart. 2. Wis bestanden die u niet langer nodig heeft van de kaart (pagina D-101). Err No Card 1. De kaart is niet juist in de kaartgleuf geplaatst. 2. Er bevindt zich geen kaart in de kaartgleuf of de kaart was halverwege een kaartbewerking verwijderd. 1.
Opslaan van Data Foutlezingen bij de disk-drive (alleen bij model WK-3500) Displaymelding Oorzaak Te ondernemen stappen Err ReadOnly Poging om een bestand te creëren met dezelfde naam als een bestaand bestand dat alleen gelezen kan worden (Read Only). Sla het nieuwe bestand op een andere diskette op of gebruik een andere naam. Err Format 1. Het formaat van de diskette is niet compatibel met dit keyboard. 2. De diskette is niet geformatteerd. 3. De diskette is beschadigd. 1.
Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak Geen geluid van het keyboard 1. Probleem met de stroomvoorziening. 2. De stroom is niet ingeschakeld. 3. Het volume is te laag ingesteld. 4. Spelen in het begeleidingstoetsenbord gebied terwijl de instelling van de MODE toets op CASIO CHORD of FINGERED staat. 5. De functie voor lokale bediening is uitgeschakeld. 6. Mixerkanaal 1 is uitgeschakeld. 7. De instelling van het volume van mixerkanaal 1 is te laag. 8.
Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak Handeling 1. Volume van automatische begeleiding staat op 000. 2. De kanalen 6-10 voor de onderdelen van de automatische begeleiding zijn uitgeschakeld. 3. De instelling van het volume of de expressie van de kanalen 6-10 voor de onderdelen van de automatische begeleiding is te laag. 1. Verhoog met de ACCOMP VOLUME toets het volume. 2. Schakel de kanalen m.b.v. de mixer weer in. D-46 3.
Oplossen van moeilijkheden Probleem Mogelijke oorzaak Handeling Akkoordbegeleidingsdata kan niet opgenomen worden met een computer. Begeleiding/melodie MIDI uitgangssignaal is uitgeschakeld. Schakel het begeleiding/melodie MIDI uitgangssignaal in. D-82 Het keyboard start niet goed wanneer deze wordt ingeschakeld. Het flash-geheugen is beschadigd. Er is iets fout met de kaart. 1. Verwijder de batterijen uit het keyboard en verbreek de verbinding met de netadapter en druk op de POWER toets. 2.
Technische gegevens Model: WK-3500/WK-3100/WK-3000 Toetsenbord: 76 toetsen van standaard formaat, 6 1/4 octaven met aanslagvolume (Uit / 1 / 2 / 3) (OFF/1/2/3) Tonen: 300 geavanceerde tonen + 200 voorkeuzetonen + 16 drumsetten + 100 standaard gebruikerstonen + 20 gebruikerstonen met golven * + 4 drumsetten met golven * + 50 trekstaaforgel tonen + 100 gebruikers trekstaaforgel tonen + 150 trekstaaforgel tonen (790 tonen in het totaal); lagen/splitsen Ritme-instrumenttonen: 61 Polyfonie: 32 noten max
Technische gegevens Synthesizerfunctie Parameters: Aanslagtijd; loslaattijd; resonantie; afsnijfrequentie; vibratotype; vibratovertraging; vibratodiepte; vibratosnelheid; octaafverschuiving; niveau; aanslaggevoeligheid; nagalm zenden; zweving zenden; DSP lijn; DSP type en DSP parameter, 300 geavanceerde tonen + 200 voorkeuzetonen + 16 drumklanken + 124 gebruikerstonen + 150 trekstaaforgel tonen (790 tonen in het totaal).
Technische gegevens Aansluitingen MIDI aansluitingen: Ingang (IN), uitgang (OUT) Aanhoudpedaal/ toewijsbare aansluiting: Standaardaansluiting (aanhouden, sostenuto, zacht, ritme start/stop) •WK-3500 Headphones: Standaard stereo-aansluiting Uitgangsimpedantie : 200 Ω Uitgangsspanning : 250 mV (RMS) MAX Line Out (R, L/MONO): Standaard stereo-aansluiting x 2 Uitgangsimpedantie : 3 kΩ Uitgangsspanning : 1,5 V (RMS) MAX •WK-3100/WK-3000 Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting: Standaard stereo-aansluiting Ui
Onderhoud van uw instrument Vermijd hitte, vocht en direct zonlicht. Stel dit instrument niet bloot aan direct zonlicht, zet het niet op een plaats dichtbij een airconditioning of op een bijzonder warme plaats. Gebruik het toestel niet in de buurt van een TV of radio. Dit instrument kan storing veroorzaken bij TV en radio. Mocht dit gebeuren, zet het instrument dan verder weg van de TV of de radio. Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit lak, verdunner of dergelijke chemicaliën.
Appendix Toonlijst Geavanceerde tonen Nr. Toongroep 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO CHROM.PERC CHROM.PERC CHROM.PERC CHROM.PERC CHROM.
Appendix Nr.
Appendix Nr.
Appendix Nr.
Appendix Nr.
Appendix Nr.
Appendix Nr.
Appendix Nr.
Appendix Nr.
Appendix Drumklanken Nr. 500 501 502 503 504 505 506 507 508 509 510 511 512 513 514 515 Toongroep DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM Toonnaam STANDARD SET 1 STANDARD SET 2 ROOM SET POWER SET ELEC.
Appendix Nr. Toongroep 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR Toonnaam Programma- Bankkeuze verandering MSB Overdrive Organ 4 Drawbar Organ 5 Gospel Organ 3 8’ + 4’ Organ Block Organ 4 String Organ 2 Pure Organ 1 Drawbar Organ 6 Delay Organ 1 Deep Chorus Organ Tremolo Organ Delay Organ 2 LFO Wah Organ Dist.
Appendix Drumklankenlijst ➝ “ ” geeft hetzelfde geluid aan als STANDARD SET.
Appendix Klaviertoets/ Nootnummer A0 21 B0 23 C1 24 D1 26 E1 28 F1 29 G1 31 A1 33 B1 35 C2 36 D2 38 E2 40 F2 41 B 0 22 C#1 25 E 1 27 F#1 30 A 1 32 B 1 34 C#2 37 E 2 39 F#2 42 G2 43 A 2 44 A2 45 B 2 46 B2 47 C3 48 D3 50 E3 52 F3 53 C#3 49 E 3 51 F#3 54 G3 55 A 3 56 A3 57 B 3 58 B3 59 C4 60 D4 62 E4 64 F4 65 C#4 61 E 4 63 F#4 66 G4 67 A 4 68 A4 69 B 4 70 B4 71 C5 72 D5 74 C#5 73 E 5 75 E5 76 F5 77 F#5 78 G5 79 A 5 80 A5 81 B 5 82 B5 83 C6 84 D6 86 E6 88 F6 89 C#6 85 E
Appendix Ritmelijst Nr.
Appendix Fingered akkoordkaarten Akkoordtype Grondtoon M m 7 m7 dim7 M7 dim m7-5 C C /(D ) D (D )/E E F F /(G ) G (G )/A A (A )/B B * U kunt de bovenstaande vingerzettingen gebruiken om akkoorden weer te geven met vingerzettingen die passen binnen het bereik van het toetsenbord. A-15 735A-D-129A WK3000_d_A-01-16.p65 15 04.3.
Appendix Akkoordtype Grondtoon aug sus4 7sus4 m add9 mM7 7-5 add9 C C /(D ) D (D )/E E F F /(G ) G (G )/A A (A )/B B A-16 WK3000_d_A-01-16.p65 735A-D-130A 16 04.3.
WK3000_d_A-17-18.p65 17 Displaynaam Standard Bass + Treble + Loundness Mellow Bright Rock Dance Jazz Classic Nr.
Displaynaam WK3000_d_A-17-18.
WK3000_d_A-19-31.p65 19 735A-D-133A 04.3.8, 3:59 PM 1 : Lage versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12) Regelt de versterking van de laagband equalizer. 0 : Lage frequentie (Bereik: 0 (200Hz), 1 (400Hz), 2 (800Hz)) Regelt de afsnijfrequentie van de laagband equalizer. ■ Parameters ■ Functie Dit is een tweebanden equalizer. 02 : 2-banden equalizer (2BandEQ) 1 : Diepte (Bereik: 0 – 127) Stelt de tremolodiepte in. 0 : Snelheid (Bereik: 0 – 127) Stelt de tremolosnelheid in.
WK3000_d_A-19-31.p65 20 A-20 04.3.8, 3:59 PM 2 : Loslaten (Bereik: 0 – 127) Regelt de tijd van het punt waar het ingangssignaal beneden een bepaald niveau daalt tot het punt waar de werking van de compressor stopt. Wanneer een aanslaggevoel wenselijk is (geen compressie bij het inzetten van het geluid), stel dan deze parameter in op een zo laag mogelijke waarde. Stel een hoge waarde in om compressie te allen tijde uit te oefenen.
WK3000_d_A-19-31.p65 21 735A-D-135A 04.3.8, 3:59 PM 3 : Pauze (Bereik: Roteren, Stop) Stopt het draaien van de luidspreker. 2 : Snelheid (Bereik: langzaam, snel) Schakelt de snelheidsfunctie over tussen snel en langzaam. 1 : Overdrive niveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het uitgangsniveau van de overdrive. 0 : Overdrive versterking (Bereik: 0 – 127) Regelt de overdrive versterking. ■ Parameters ■ Functie Dit is een simulator in overdrive die een draaiende luidspreker nabootst.
WK3000_d_A-19-31.p65 22 3 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid. 2 : Terugkoppeling (Bereik: –64 tot 0 tot +63) Regelt de terugkoppeling van het geluid. A-22 04.3.8, 3:59 PM 0 : Snelheid1 (hoge LFO snelheid = Fast LFO Rate) (Bereik: 0 – 127) Stelt de snelheid van LFO1 in. ■ Parameters ■ Functie Dit is 3-fase zweving overeenkomstig twee LFO’s met verschillende sinusgolfsnelheden.
WK3000_d_A-19-31.p65 23 735A-D-137A 04.3.8, 3:59 PM 0 : LPF (Bereik: 0 – 127) Regelt de afsnijfrequentie van het laagfilter. Een kleinere waarde elimineert het hoge bereik. ■ Parameters ■ Functie Dit is een fader die een kunstmatig nagalmeffect creëert dat klinkt alsof het afgesneden wordt door een poort. 23 : Poortnagalm (Gate Reverb) 6 : Mate R (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal. In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.
WK3000_d_A-19-31.p65 24 A-24 04.3.8, 3:59 PM 4 : Mate L (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal. In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd. 3 : Hoogdemping (Bereik: 0 – 127) Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik. Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik. 2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127) Regelt de herhaling van de vertraging.
WK3000_d_A-19-31.p65 25 735A-D-139A 04.3.
WK3000_d_A-19-31.p65 26 A-26 04.3.
WK3000_d_A-19-31.p65 27 735A-D-141A 04.3.
WK3000_d_A-19-31.p65 28 4 : Vervormingsniveau (Distortion Level) 5 : Vertragingstijd (Delay Time) 6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level) 4 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth) 5 : Vertragingstijd (Delay Time) 6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level) 7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback) 3 : Wah LFO diepte (Wah LFO Depth) 4 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth) 5 : Vertragingstijd (Delay Time) 6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level) A-28 04.3.
WK3000_d_A-19-31.p65 29 735A-D-143A 04.3.
735A-D-144A WK3000_d_A-19-31.p65 30 04.3.
735A-D-145A WK3000_d_A-19-31.p65 31 04.3.
735A-D-146C WK3100_d_MIDI Chart.p65 2 04.3.