Operation Manual

53
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
3.
Zet het beeld op het
beeldscherm zo op dat
het hoofdonderwerp
zich binnen het
scherp-stelkader
bevindt.
Het scherpstelbereik van
de camera hangt af van
de scherpstelfunctie die u
gebruikt (pagina 69).
U kunt beelden opzetten m.b.v. ofwel het
beeldscherm ofwel de optische zoeker (pagina 56).
U kunt bij het gebruik van de optische zoeker voor
het opzetten van beelden de [DISP] toets gebruiken
om het beeldscherm uit te schakelen en op die
manier batterijspanning sparen (pagina 31).
Sluitertoets
Groene
bedrijfsindicator
4.
Druk de sluitertoets
halverwege in om op
het beeld scherp te
stellen.
Bij halverwege indrukken van de
sluitertoets stelt de autofocus
functie van de camera automatisch
scherp op het beeld en worden de
sluitersnelheid- en
lensopeningwaarden getoond.
U kunt controleren of
scherpgesteld is op het
beeld door naar het
scherpstel-kader te kijken
en met de groene
indicator.
Dat betekent dit:
Er is scherpgesteld op het
beeld.
Er is niet scherpgesteld op
het beeld.
Wanneer u dit ziet:
Groen scherpstelkader
Groene bedrijfsindicator
Rood scherpstelkader
Groene bedrijfsindicator knippert
Werking van de bedrijfsindicator en het
scherpstelkader
1200
1200
1600
1600
NORMAL
NORMAL
99
99
04
04
/12
12
/24
24
12
12
:
58
58
IN
Scherpstelkader