Operation Manual
INLEIDING
4
50 ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Opnemen van een beeld ............................................ 50
Specificeren van de opnamefunctie 50
Richten van de camera 51
Opnemen van een beeld 52
Opname voorzorgsmaatregelen 54
Aangaande autofocus 55
Aangaande het beeldscherm van de opnamefunctie 56
Gebruiken van de optische zoeker ............................ 56
Gebruiken van de zoom ............................................. 57
Optische zoom 57
Digitale zoom 58
Gebruiken van de flitser ............................................. 60
Flitsereenheid status 62
Veranderen van de flitssterkte instelling 62
Voorzorgsmaatregelen voor de flitser 63
Gebruiken van de zelfontspanner .............................. 64
Specificeren van de beeldgrootte .............................. 66
Specificeren van de beeldkwaliteit ............................ 67
69 OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Selecteren van de scherpstelfunctie ......................... 69
Gebruik van autofocus 70
Gebruik van de macrofunctie 72
Gebruik van de oneindig-functie 73
Gebruik van handmatig scherpstellen 73
Gebruik van de scherpstelvergrendeling 74
Belichtingscompensatie (EV verschuiving) ............... 75
Bijstellen van de witbalans ......................................... 77
Handmatig configureren van de witbalans 78
Gebruiken van de BESTSHOT functie ...................... 80
Creëren van uw eigen BESTSHOT instelling 82
Combineren van shots van twee mensen tot een
enkel beeld (Coupling Shot (combinatieshot)) .......... 84
Opnemen van een onderwerp over een bestaand
achtergrondbeeld (Pre-shot (vooropname)) .............. 86
Gebruiken van de filmfunctie ..................................... 88
Gebruiken van het histogram ..................................... 90
Camera instellingen van de opnamefunctie (REC) ... 92
Specificeren van de ISO gevoeligheid 93
Selecteren van de meetfunctie 94
Gebruiken van de filterfunctie 95
Speciferen van de contourscherpte 96
Specificeren van kleurverzadiging 96
Specificeren van het contrast 97
In- en uitschakelen van het in-beeld raster 97
In- en uitschakelen van beeldcontrole 98
Toewijzen van functies aan de [] en [] toetsen 98
Specificeren van de default instellingen bij inschakelen
van de spanning 99
Terugstellen (reset) van de camera 101