Operation Manual

AFDRUKKEN VAN BEELDEN
148
3.
Gebruik de met de camera meegeleverde USB
kabel om deze aan te sluiten op een printer.
4.
Schakel de printer in.
5.
Leg papier in de printer voor het afdrukken
van beelden.
6.
Druk op de
spanningstoets van de
camera.
Dit toont het afdrukmenu
op het beeldscherm van
de camera.
Spanningstoets
7.
Selecteer Print (afdrukken) op het
monitorscherm van de camera en druk
vervolgens op [SET].
Hierdoor wordt automatisch het afdrukken van de
beelden gestart die u eerder gespecificeerd had
m.b.v. de DPOF procedure.
Als u dezelfde serie beelden nogmaals wilt
afdrukken, druk dan op de spanningstoets van de
camera.
Er verschijnt een boodschap op het beeldscherm
gevolgd door het DPOF instelscherm (pagina 145)
als er op het moment geen DPOF instellingen
geconfigureerd zijn bij de camera om de controle
over het afdrukken uit te voeren. Mocht dit het geval
zijn, configureer dan de gewenste DPOF instellingen
en voer stap 6 van de bovenstaande procedure
opnieuw uit.
Selecteer DPOF op het afdrukmenu om het DPOF
instellingenscherm te tonen (pagina 145) als u de
huidige DPOF instellingen wilt veranderen.
8.
De camera schakelt zichzelf automatisch uit
nadat het afdrukken voltooid is. Mocht dit het
geval zijn, verbreek dan de aansluiting tussen
de USB kabel en de camera.