Operation Manual
ANDERE INSTELLINGEN
128
Gebruiken van het alarm
U kunt maximaal drie alarmtijden configureren die de
camera een pieptoon laat geven en een gespecificeerd
beeld laat zien op het tijdstip dat u specificeerde.
• U kunt maximaal drie alarmtijdens configureren die
“Alarm 1”, “Alarm 2” en “Alarm 3” heten.
Instellen van een alarm
1.
Druk tijdens de weergavefunctie (PLAY) op
[MENU].
2.
Selecteer de “PLAY” (weergave) tab en
selecteer “Alarm” en druk vervolgens op [].
3.
Selecteer m.b.v. [] en [] het alarm
(1, 2 of 3) waarvan u de instelling wilt
configureren en druk daarna op [].
4.
Selecteer m.b.v. [] en [] de instelling die u
wilt veranderen en verander de geselecteerde
instelling m.b.v. [] en [].
• U kunt een alarmtijd instellen en het alarm
configureren om af te gaan ofwel slechts één keer
(Once) ofwel op hetzelfde tijdstip elke dag (Daily). U
kunt het alarm ook in- en uitschakelen.
5.
Druk op [DISP].
• U kunt op [SET] drukken in plaats van op [DISP] als
u het alarm wilt configureren zonder beeld.
6.
Selecteer m.b.v. [] en [] het décor dat u
wilt laten verschijnen op de alarmtijd en druk
daarna op [SET].
7.
Druk op [SET] nadat alle instellingen naar
wens zijn.