Operation Manual
101
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
BELANGRIJK!
• Wanneer u verandert van voorbeelddëcorselectie
van de BESTSHOT functie of als u de camera
uitschakelt tijdens de BESTSHOT functie dan zullen
de instellingen (behalve voor “REC mode” en “Zoom
position”) geconfigureerd worden in overeenkomst
met de instelingen voor het BESTSHOT
voorbeelddécor wanneer u de camera opnieuw
inschakelt. Dit is zo ongeacht de aan/uit instelling
van het functiegeheugen.
• Als u de camera uitschakelt tijdens de filmfunctie, zal
de flitser uitgeschakeld zijn wanneer u de camera
opnieuw inschakelt, ongeacht de aan/uit instelling
voor de flitser van het functiegeheugen.
Terugstellen (reset) van de camera
Gebruik de volgende procedure om alle instellingen van de
camera terug te stellen (reset) tot hun oorspronkelijke
defaultwaarden zoals aangegeven bij “Menureferentie” op
pagina 182.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) of
weergavefunctie (PLAY) op [MENU].
2.
Selecteer de “Set Up” (instelling) tab,
selecteer “Reset” (terugstellen) en druk
daarna op [].
3.
Gebruik [] en [] om “Reset” (terugstellen)
te selecteren en druk vervolgens op [SET].
• Selecteer “Cancel” (annuleren) en druk op [SET] als
u deze procedure wilt annuleren zonder de camera
terug te stellen.