Operation Manual

96
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
1.
Schakel de
opnamefunctie (REC)
in en selecteer
Movie (film) als de
opnamefunctie
(pagina 53).
Hierdoor wordt de
filmfunctie ingeschakeld
en verschijnt de
indicator op het
beeldscherm.
U kunt de toetsaanpasfunctie (pagina 106) gebruiken
om de camera te configureren om de filmfunctie in te
schakelen telkens wanneer u op [] of [] drukt
tijdens de opnamefunctie (REC).
2.
Richt de camera op het
onderwerp en druk
daarna op de
sluitertoets.
De filmopname duurt
zolang de beschikbare
geheugencapaciteit dit
toelaat of totdat u de
opname stopt door
nogmaals op de
sluitertoets te drukken.
De resterende opnametijd wordt afgeteld en de
verstreken tijd loopt door op het beeldscherm terwijl
u aan het opnemen bent.
De optische zoom wordt uitgeschakeld als een
filmopnamefunctie wordt ingeschakeld. Alleen digitale
zoom is beschikbaar wanneer een filmopname aan het
plaats vinden is. Wilt u de optische zoom gebruiken
voor het opnemen van een film, voer dan het zoomen
uit voordat u begint met het uitvoeren van de opname.
3.
Het filmbestand wordt in het geheugen
opgeslagen wanneer een filmopname voltooid
is.
BELANGRIJK!
De flitser flitst niet tijdens de filmfunctie.
Bepaalde types geheugenkaarten hebben meer tijd
nodig om data op te nemen waardoor filmbeelden
verloren kunnen gaan. De indicaties en
REC
knipperen tijdens het opnemen op het beeldscherm
om u te laten weten dat er een filmbeeld verloren is
gegaan.
Filmopname indicator
Opnametijd
Resterende opnametijd