Operation Manual
107
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Specificeren van de default instellingen
bij inschakelen van de spanning
Met het “functiegeheugen” van deze camera kunt u de
default instellingen bij inschakelen van de spanning
afzonderlijk instellen voor de opnamefunctie (REC), de
flitserfunctie, de scherpstelfunctie, de witbalansfunctie, de
ISO gevoeligheid, autofocusbereik, meetfunctie,
zelfontspanner, flitsintensiteit, de digitale zoomfunctie, de
handmatige scherpstelstand en de zoompositie. Het
inschakelen van het functiegeheugen voor een bepaalde
functie is een boodschap aan de camera om de status te
onthouden van die functie wanneer u de camera
uitschakelt om dezelfde status opnieuw te verkrijgen
wanneer de camera weer ingeschakeld wordt. Wanneer het
functiegeheugen uitgeschakeld is, stelt de camera
automatisch de oorspronkelijke defaultinstellingen voor de
betreffende functie in die ingesteld waren in de fabriek.
De volgende tabel toont wat er gebeurt als u het
functiegeheugen voor elke functie in- of uitschakelt.
Wanneer u deze functie wilt toewijzen
aan de [왗] en [왘] toetsen.
Opnamefunctie
•[왗] en [왘] gaan door de
opnamefunctie cyclus: Snapshot,
BESTSHOT (beste shot), Movie (film)
(pagina 53).
Belichtingscompensatie
•[왗] verlaagt de compensatie, [왘]
verhoogt de compensatie (pagina 79).
Witbalansinstelling
•[왗] en [왘] gaan door de
witbalansinstellingen (pagina 80).
ISO gevoeligheid
•[왗] en [왘] gaan door de ISO
gevoeligheidsinstellingen (pagina 100).
Zelfontspannerfunctie
•[왗] en [왘] gaan door de
zelfontspannerinstellingen (pagina 68).
Geen functie toegewezen
Selecteer deze
instelling
REC Mode
(opnamefunctie)
EV Shift
(EV verschuiving)
White Balance
(witbalans)
ISO
(ISO gevoeligheid)
Self-timer
(zelfontspanner)
Off (uit)