Operation Manual
68
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
1.
Zet de functieschijfregelaar op M (handmatige
belichting).
2.
Specificeer m.b.v. [ ]
en [ ] de sluiter-
snelheid en specifeer
vervolgens m.b.v. [ ]
en [ ] de lens-
openingwaarde.
3.
Voer compositie van het beeld uit en druk op
de sluiterontspanningstoets.
BELANGRIJK!
• De sluitersnelheid en de lensopeningwaarde op het
beeldscherm worden oranje wanneer u de sluiter-
ontspanningstoets halverweg indrukt als het beeld
overbelicht of onderbelicht is.
• U kunt mogelijk niet de gewenste helderheid verkrij-
gen bij het opnemen van een beeld dat bijzonder don-
ker of juist bijzonder helder is. Mocht dit het geval zijn,
regel dan de sluitersnelheid bij.
• Het gebruik van een langzame sluitersnelheid kan
statische ruis in het beeld veroorzaken.
• Bij sluitersnelheden langzamer dan 1/8ste seconde
kan de helderheid van het opgenomen beeld mogelijk
niet hetzelfde zijn als de helderheid van het beeld dat
verschijnt op het beeldscherm.
Sluitersnelheidwaarde
Lensopeningwaarde