Operation Manual
41
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Aangaande autofocus
• Autofocus heeft de neiging niet goed te werken als de ca-
mera bewogen wordt tijdens het opnemen of bij het opne-
men van de onderstaande types onderwerpen.
— Effen kleuren of onderwerpen met weinig contrast
— Onderwerpen met sterk tegenlicht
— Gepoetst metaal of andere helder reflecterende voor-
werpen
— Jaloezieën (luxaflex) of andere patronen die zich hori-
zontaal repeteren.
— Meervoudige beelden die zich op verschillende afstan-
den van de camera bevinden
— Onderwerpen op slecht verlichte plaatsen
— Bewegende onderwerpen
• Merk op dat een groene bedrijfsindicator en scherpstelkader
niet noodzakelijkerwijze garant staan voor een scherp
beeld.
• Als de autofocus om één of andere reden de gewenste re-
sultaten niet produceert, probeer dan scherpstelvergren-
deling (pagina 56) of handmatige scherpstelling (pagina
55)
Aangaande het beeldscherm van de
opnamefunctie
• Het tijdens een opnamefunctie op het beeldscherm ge-
toonde beeld is een vereenvoudigd beeld voor het maken
van een compositie. Het daadwerkelijke beeld wordt opge-
nomen overeenkomstig de beeldkwaliteitinstellingen die
op dat moment geselecteerd zijn bij uw camera. Het beeld
dat in het geheugen opgeslagen wordt heeft een veel beter
resolutie en beter detail dan het beeld van het scherm-
beeld tijdens een opnamefunctie.
• Bepaalde niveau’s van helderheid van het onderwerp kun-
nen de respons van het beeldscherm doen vertragen het-
geen statische ruis veroorzaakt op het beeldscherm.