Operation Manual

38
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
2.
Zet de functieschijf-
regelaar op
(Snapshot functie).
3.
Zet het beeld op het
beeldscherm zo op
dat het hoofd-
onderwerp zich
binnen het scherp-
stelkader bevindt.
Het scherpstelbereik
van de camera is
ongeveer 40 cm tot
oneindig ().
U kunt beelden opzetten m.b.v. ofwel het beeld-
scherm ofwel de optische zoeker (pagina 43).
U kunt bij het gebruik van de optische zoeker voor het
opzetten van beelden de DISP toets gebruiken om het
beeldscherm uit te schakelen en op die manier accu-
stroom sparen.
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Dit hoofdstuk beschrijft de basisprocedure voor het opne-
men van een beeld.
Opnemen van een beeld
Uw camera is uitgerust met een grote hoeveelheid van ver-
schillende opnamefuncties. De toelichting in dit hoofdstuk
wordt gepresenteerd m.b.v. de snapshot functie. De camera
stelt automatisch de sluitertijd en de lensopeninginstellingen
bij overeenkomstig de helderheid van het onderwerp. Beel-
den die u opneemt, worden opgeslagen in het ingebouwde
flash-geheugen van deze camera.
U kunt ook los verkrijgbare SD geheugenkaarten en
MultiMedia kaarten (MMC) gebruiken om beelden op te
slaan (pagina 104).
1.
Druk op de
spanningstoets van
de camera.
Hierdoor verschijnt een
beeld of een boodschap
op het beeldscherm.
Spanningstoets
ON/OFF
MF
PREVIEW
DPOF
Functiedraaischijf
1200
1200
1600
1600
NORMAL
NORMAL
99
99
02
02
/12
12
/24
24
12
12
:
58
58
IN
Scherpstelkader