Operation Manual
APPENDIX
136
Spanning gaat niet aan.
De camera begint zichzelf
ineens uit te schakelen.
Het beeld wordt niet opge-
nomen bij indrukken van de
sluiterontgrendelingstoets.
1) De accu is onjuist ingelegd.
2) De accu is leeg.
1) De automatische stroomonderbreker is geacti-
veerd (pagina 33).
2) De accu is leeg.
1) De functieschijfregelaar staat op
(weergave-
functie).
2) De flitsereenheid wordt opgeladen.
3) Het geheugen is vol.
1) Plaats de accu in de juiste richting (pagina 25).
2) Laad de accu op (pagina 24). Als de accu na het
opladen weer snel leeg raakt, betekent dat dat de
accu het einde van zijn levensduur heeft bereikt
en te worden vervangen. Schaf een los verkrijg-
bare oplaadbare lithium-ion accu NP-30 aan.
1) Schakel de spanning opnieuw in.
2) Laad de accu op (pagina 24).
1) Gebruik de functieschijfregelaar om een
opnamefunctie te selecteren (pagina 38).
2) Wacht totdat de flitsereenheid stopt met knippe-
ren.
3) Schrijf bestanden die u wilt houden naar uw
computer en wis daarna de bestanden van het
camerageheugen of gebruik een andere
geheugenkaart.
Syroomvoorziening
Beeldopname
Symptoom Mogelijke oorzaak Handeling
Gids voor het oplossen van moeilijkheden