Operation Manual
65
ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
• Als de flitser uitgeschakeld is ( ) , bevestig dan de
camera op een statief om beelden op te nemen op een
plaats waar de hoeveelheid beschikbare belichting aan
de lage kant is. Het opnemen van beelden bij weinig
belichting zonder flits kan leiden tot digitale ruis waardoor
de beelden er groffer uitzien.
• Bij selectie de van rode ogen-effect verminderingsfunctie
( ) wordt de flitsintensiteit automatisch bijgesteld in
overeenstemming met de belichting. De flitser kan
mogelijk in het geheel niet flitsen wanneer het onderwerp
reeds helder verlicht is.
• Het gebruik van de flitser in combinatie met een andere
lichtbron (daglicht, TL-verlichting, enz.) kan leiden tot
abnormale beeldkleuren.
• Wanneer de flitser samen met groothoekzoom (pagina
57) of met de macrofunctie (pagina 73) gebruikt wordt,
kan het licht van de flitser geblokkeerd worden wat
ongewenste schaduwen kan veroorzaken op uw beeld.
Schaduwen zijn in het bijzonder merkbaar wanneer u de
flitser gebruikt samen met de macrofunctie.
Gebruiken van de zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u een vertraging van 2
seconden of 10 seconden selecteren voordat de
sluiterontspanning plaatsvindt nadat u de sluitertoets
indrukt. Met de drievoudige zelfontspanner kunt u de
zelfontspanner drie maal achtereenvolgens laten werken
om drie beelden op te nemen.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Gebruik [] en [] om de “REC” (opname) tab
te selecteren.
3.
Gebruik [] en [] om de “Self-timer”
(zelfontspanner) te selecteren en druk
vervolgens op [].
4.
Gebruik [] en [] om de gewenste
zelfontspannertijd te selecteren en druk
vervolgens op [SET].
• Als “Off” (uit) in stap 4 wordt geselecteerd, is de
zelfontspanner uitgeschakeld.