Operation Manual

INLEIDING
6
Gebruiken van wereldtijd ......................................... 138
Tonen van het wereldtijdscherm 138
Configureren van wereldtijdinstellingen 138
Configureren van de zomertijdinstellingen (DST) 139
Veranderen van de displaytaal ................................ 140
Veranderen van het protocol van de USB poort ...... 141
Configureren van de [ ] (REC) en [ ] (PLAY)
toets en spanning aan/uit functies ........................... 142
Formatteren van het ingebouwde geheugen........... 143
144 GEBRUIKEN VAN EEN GEHEUGENKAART
Gebruiken van een geheugenkaart ......................... 145
Insteken van een geheugenkaart in de camera 145
Verwijderen van een geheugenkaart uit de camera 146
Formatteren van een geheugenkaart 146
Voorzorgsmaatregelen voor de geheugenkaart 147
Kopiëren van bestanden .......................................... 148
Kopiëren van alle bestanden in het ingebouwde
geheugen naar een geheugenkaart 148
Kopiëren van een specifiek bestand van een
geheugenkaart naar het ingebouwde geheugen 149
150 AFDRUKKEN VAN BEELDEN
DPOF ........................................................................ 151
Configureren van de afdrukinstellingen voor
een enkel beeld 152
Configureren van de afdrukinstellingen voor
alle beelden 153
Gebruiken van PictBridge en USB DIRECT-PRINT 154
Afdrukken van een enkel beeld 154
Afdrukken van een groep beelden 157
Voorzorgsmaatregelen voor het afdrukken 158
PRINT Image Matching III ............................................ 158
Exif Print ................................................................... 159
160 BEKIJKEN VAN BEELDEN MET EEN
COMPUTER
Gebruik van de camera met een
Windows computer ................................................... 160
Voorzorgsmaatregelen voor de USB aansluiting 166
Gebruik van de camera met een
Macintosh computer ................................................. 166
Voorzorgsmaatregelen voor de USB aansluiting 170
Bediening die u kunt uitvoeren vanaf uw computer ...
170
Gebruiken van een geheugenkaart om beelden
over te schrijven naar een computer ....................... 171