Operation Manual

105
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Specificeren van de default instellingen
bij inschakelen van de spanning
Met het functiegeheugen van deze camera kunt u de
default instellingen bij inschakelen van de spanning
afzonderlijk instellen voor de opnamefunctie (REC),
flitserfunctie, scherpstelfunctie, witbalansfunctie, ISO
gevoeligheid, autofocusbereik, meetfunctie, zelfontspanner,
flitsintensiteit, digitale zoomfunctie, handmatige
scherpstelstand en zoompositie. Het inschakelen van het
functiegeheugen voor een bepaalde functie is een
boodschap aan de camera om de status te onthouden van
die functie wanneer u de camera uitschakelt om dezelfde
status opnieuw te verkrijgen wanneer de camera weer
ingeschakeld wordt. Wanneer het functiegeheugen
uitgeschakeld is, stelt de camera automatisch de
oorspronkelijke defaultinstellingen voor de betreffende
functie in die ingesteld waren in de fabriek.
De volgende tabel toont wat er gebeurt als u het
functiegeheugen voor elke functie in- of uitschakelt.
Wanneer u deze functie wilt toewijzen
aan de [] en [] toetsen:
Opnamefunctie
[] en [] gaan door de
opnamefunctie cyclus: Snapshot,
BESTSHOT (beste shot), Movie (film)
(pagina 50).
Belichtingscompensatie
[] verlaagt de compensatie, []
verhoogt de compensatie (pagina 77).
Witbalansinstelling
[] en [] gaan door de
witbalansinstellingen (pagina 78).
ISO gevoeligheid
[] en [] gaan door de ISO
gevoeligheidsinstellingen (pagina 98).
Zelfontspannerfunctie
[] en [] gaan door de
zelfontspannerinstellingen (pagina 65).
Geen functie toegewezen
Selecteer deze
instelling:
REC Mode
(opnamefunctie)
EV Shift
(EV verschuiving)
White Balance
(witbalans)
ISO
(ISO gevoeligheid)
Self-timer
(zelfontspanner)
Off (uit)