User Manual
Table Of Contents
- Omslag
- Inhoudsopgave
- Overzicht en instellingen
- Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
- Gebruik van de Digitale Piano
- Luisteren naar demonstratiemelodieën
- Selecteren van een toon
- Veranderen van het aanslagvolume naar de aanslagdruk (Aanslagvolume)
- Veranderen van de toonhoogte
- Gebruik van de geluidsmoduseffecten (Zaalsimulator/Nagalm en Surround)
- Gebruik van een DSP
- Gebruik van zweving
- Gebruik van helderheid
- Aanpassen van de geluidskarakteristieken van de akoestische piano (Akoestieksimulator)
- Gebruik van de knoppen
- Gebruik van de toonhoogteregelaar
- Gebruik van de arpeggiator
- Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel
- Veranderen van de toonschaalstemming (Temperament) van het toetsenbord
- Gebruik van automatische begeleiding
- Selecteren van een ritme
- Spelen van een automatische begeleiding
- Patroonvariaties van de automatische begeleiding
- Activeren van het spelen van de automatische begeleiding via invoer van een akkoord op het begeleidingstoetsenbord (Gesynchroniseerd starten)
- Gebruik van het toetsenbord om het automatische begeleidingspatroon te regelen (Toetsenbordregelingsmodus)
- Selecteren van een akkoordinvoermodus
- Gebruik van één-toets voorkeuze
- Gebruik van automatisch harmoniseren
- Veranderen van het tempo van de automatische begeleiding en de melodie
- Gebruik van muziekvoorkeuze
- Registreren en oproepen van een basisinstelling (Registratie)
- Gebruik van de MIDI-recorder voor het opnemen van uitvoeringen
- Gebruik van de audiorecorder voor het opnemen van uitvoeringen
- Luisteren naar melodieën (MIDI-speler)
- Functie-instellingen maken (FUNCTION-modus)
- Gebruik van bedieningsvergrendeling
- MIDI-instellingen maken
- Wissen van alle gegevens in het geheugen van de Digitale Piano
- USB flash-drive
- Ondersteunde USB flash-drives
- Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een USB flash-drive en de USB type-A poort
- Aansluiten van een USB flash-drive op de Digitale Piano en loskoppelen ervan
- Formatteren van een USB flash-drive
- Gebruik van de USB flash-drive
- Gebruik van een computer voor het kopiëren van algemene melodiegegevens naar een USB flash-drive
- Opslaan van standaard geluidsgegevens (WAV bestanden) naar een USB flash-drive
- Koppelen aan een smartapparaat (APP-functie)
- Oplossen van moeilijkheden
- Referentie
- MIDI Implementation Chart
Gebruik van de Digitale Piano
NL-48
De hieronder getoonde instellingen zijn beschikbaar voor
opnemen.
■ Opname-instellingen maken
1.
Tip bo REC0 aan.
Het instrument komt in de paraatstand voor opnemen te
staan wat wordt aangegeven door een rood knipperende
bo REC0.
2.
Houd de bo REC0 toets ingedrukt totdat
“[MIDI REC SETTING]” op het display
verschijnt.
3.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om het item
(“Precount”, “Metronome”, “Beat”,
“PunchInMeasure”) weer te geven waarvan u
de instelling wilt veranderen en tip dan
bm ENTER aan.
4.
Gebruik de bk – en bl + toetsen om de
instelling te veranderen.
5.
Tip bp EXIT aan.
• Om meerdere instellingen te veranderen, herhaalt u
voor elk item de stappen 3 t/m 5.
6.
Tip bo REC0 aan nadat de gewenste
instellingen zijn gemaakt.
Opname-instellingen maken (Vooraf tellen,
Metronoom, Maatslag, Punch-in maat)
Getoonde
instelling
Beschrijving en opties
Precount Bepaalt of er wel of niet vooraf moet
worden geteld om de start van de
opname aan te geven.
Off: Er wordt niet vooraf geteld. Het
opnemen begint zodra u
8 START/STOP aantipt of
wanneer u iets op het toetsenbord
speelt.
1 Measure / 2 Measure:
Er klinkt een één-maats of twee-
maats telling vooraf wanneer u
8 START/STOP aantipt of iets op
het toetsenbord speelt terwijl dit in de
paraatstand voor opnemen staat. Als
u begint met opnemen door
8 START/STOP aan te tippen, zal
het opnemen starten na de telling
vooraf, samen met de weergave van
het ritmepatroon. Als u begint door
iets op het toetsenbord te spelen, zal
het opnemen starten na de telling
vooraf, zonder dat het ritmepatroon
wordt gespeeld.
Metronome Bepaalt of de metronoom wel of niet
moet klinken tijdens de opname.
On: De metronoom klinkt tijdens de
opname.
Off: De metronoom klinkt niet tijdens de
opname.
Beat Bepaalt de maatslag van de metronoom
tijdens de opname.
0: 1 maatslag. Wanneer de metronoom
tijdens de opname klinkt, zijn alle
maatslagen een klikgeluid.
1: 1 maatslag. Wanneer de metronoom
tijdens de opname klinkt, zijn alle
maatslagen een belgeluid.
2 t/m 9: 2 maatslagen t/m 9 maatslagen.
Bepaalt het aantal maatslagen
per maat. Wanneer de
metronoom tijdens de opname
klinkt, is de eerste maatslag van
elke maat een belgeluid terwijl de
resterende maatslagen in de
maat een klikgeluid zijn.
PunchInMeasure Bepaalt vanaf welke maatslag de
weergave moet starten wanneer een
punch-in opname (pagina NL-47) wordt
gemaakt. Bijvoorbeeld, als u opnieuw wilt
opnemen vanaf maat 28, kunt u de
weergave laten starten vanaf maat 24. Op
deze manier hoeft u maar naar vier maten
van de opname te luisteren voordat u
begint met de punch-in opname.
U kunt een maatnummer opgeven in het
bereik van 001 (begin van de melodie)
t/m 999 (het maximaal toegestane aantal
maten in een melodie).
Getoonde
instelling
Beschrijving en opties