User Manual

Table Of Contents
Gebruik van de Digitale Piano
NL-32
Spelen van automatische begeleiding met
akkoorden
Door een akkoord met uw linkerhand te spelen worden
automatisch begeleidingsgedeelten bestaande uit bas en
harmonie toegevoegd aan het op dat moment
geselecteerde ritme. Het is net alsof u uw eigen band op
het podium heeft.
1.
Gebruik de 3 modusselectietoets om de
instellingen te doorlopen totdat de “ACCOMP”
(ACCOMP modus) indicator gaat branden.
2.
Start de weergave van het ritmegedeelte.
Zie de stappen 2 en 3 onder “Weergeven van alleen
het ritmegedeelte” (pagina NL-31) voor informatie over
het selecteren van een ritme en het starten met spelen
van het ritme.
3.
Speel akkoorden op het
begeleidingstoetsenbord.
Hierdoor worden de bas- en harmoniegedeelten van de
automatische begeleiding toegevoegd aan het
ritmegedeelte.
Voorbeeld:
Aanslaan van D-F
#
-A-C op het
begeleidingstoetsenbord
4
De begeleiding voor het D-F
#
-A-C akkoord (D7) klinkt.
U kunt het splitspunt gebruiken om de grootte van het
bereik van het begeleidingstoetsenbord te veranderen
(pagina NL-16).
4.
Speel andere akkoorden met de linkerhand
terwijl u de melodie met uw rechterhand speelt.
U kunt “CASIO Chord” (CASIO akkoord) gebruiken of
een andere vereenvoudigde akkoordinvoermodus om
akkoorden te spelen. Zie “Selecteren van een
akkoordinvoermodus” (pagina NL-34).
5.
Tip 8 START/STOP aan om de automatische
begeleiding te stoppen.
Met de bovenstaande procedure maakt u met uw vingers
akkoorden die met de automatische begeleiding worden
gespeeld. U kunt ook muziekvoorkeuzes gebruiken om
automatische begeleiding te spelen met een
akkoordprogressie gebaseerd op het muziekgenre dat u
wilt uitvoeren, zonder dat er akkoorden worden ingevoerd.
Zie “Gebruik van muziekvoorkeuze” (pagina NL-38) voor
details.
Metronoom-begeleidingspatronen
De onderstaande begeleidingspatronen produceren alleen
metronoomgeluiden, zonder bas- of akkoordgedeelte. Dit is
ook het geval wanneer u een akkoord-vingerzetting uitvoert.
Veranderen van het tempo van de automatische
begeleiding
Zie “Veranderen van het tempo van de automatische
begeleiding en de melodie” (pagina NL-38).
Meestal begint een muziekstuk met een intro, gaat dan over in
coupletten die worden afgewisseld met tussenspel en andere
veranderingen, waarna wordt teruggekeerd naar het
hoofdthema voordat het einde wordt bereikt. De automatische
begeleidingsfunctie van de Digitale Piano biedt een scala aan
begeleidingspatronen die geschikt zijn voor het verloop van
de muziekcompositie.
Normaal patroon en variatiepatroon
Dit zijn begeleidingspatronen die kunnen worden gebruikt in
een couplet of refrein van een muziekstuk. Een
variatiepatroon herhaalt één of meerdere maten.
F{3
Begeleidingstoetsenbord Melodietoetsenbord
Splitspunt
Dit
ritmenummer:
Selecteert dit metronoomgeluid:
BALLAD: 39 Er klinkt een klikgeluid bij alle maatslagen.
BALLAD: 40 Er klinkt een belgeluid bij alle maatslagen.
BALLAD:
41 t/m 48
Twee t/m negen maatslagen per maat.
De eerste maatslag van elke maat is een
belgeluid terwijl de resterende maatslagen
klikgeluiden zijn.
Patroonvariaties van de automatische
begeleiding
Om dit
begeleidingspatroon
te selecteren:
Doe dit:
Normaal patroon Tip 5 NORMAL/FILL-IN aan.
Variatiepatroon Tip 6 VARIATION/FILL-IN aan.