User Manual
Table Of Contents
- Omslag
- Inhoudsopgave
- Overzicht en instellingen
- Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
- Gebruik van de Digitale Piano
- Luisteren naar demonstratiemelodieën
- Selecteren van een toon
- Veranderen van het aanslagvolume naar de aanslagdruk (Aanslagvolume)
- Veranderen van de toonhoogte
- Gebruik van de geluidsmoduseffecten (Zaalsimulator/Nagalm en Surround)
- Gebruik van een DSP
- Gebruik van zweving
- Gebruik van helderheid
- Aanpassen van de geluidskarakteristieken van de akoestische piano (Akoestieksimulator)
- Gebruik van de knoppen
- Gebruik van de toonhoogteregelaar
- Gebruik van de arpeggiator
- Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel
- Veranderen van de toonschaalstemming (Temperament) van het toetsenbord
- Gebruik van automatische begeleiding
- Selecteren van een ritme
- Spelen van een automatische begeleiding
- Patroonvariaties van de automatische begeleiding
- Activeren van het spelen van de automatische begeleiding via invoer van een akkoord op het begeleidingstoetsenbord (Gesynchroniseerd starten)
- Gebruik van het toetsenbord om het automatische begeleidingspatroon te regelen (Toetsenbordregelingsmodus)
- Selecteren van een akkoordinvoermodus
- Gebruik van één-toets voorkeuze
- Gebruik van automatisch harmoniseren
- Veranderen van het tempo van de automatische begeleiding en de melodie
- Gebruik van muziekvoorkeuze
- Registreren en oproepen van een basisinstelling (Registratie)
- Gebruik van de MIDI-recorder voor het opnemen van uitvoeringen
- Gebruik van de audiorecorder voor het opnemen van uitvoeringen
- Luisteren naar melodieën (MIDI-speler)
- Functie-instellingen maken (FUNCTION-modus)
- Gebruik van bedieningsvergrendeling
- MIDI-instellingen maken
- Wissen van alle gegevens in het geheugen van de Digitale Piano
- USB flash-drive
- Ondersteunde USB flash-drives
- Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een USB flash-drive en de USB type-A poort
- Aansluiten van een USB flash-drive op de Digitale Piano en loskoppelen ervan
- Formatteren van een USB flash-drive
- Gebruik van de USB flash-drive
- Gebruik van een computer voor het kopiëren van algemene melodiegegevens naar een USB flash-drive
- Opslaan van standaard geluidsgegevens (WAV bestanden) naar een USB flash-drive
- Koppelen aan een smartapparaat (APP-functie)
- Oplossen van moeilijkheden
- Referentie
- MIDI Implementation Chart
NL-59
Gebruik van de Digitale Piano
Met de bedieningsvergrendelingsfunctie wordt de bediening
van de toetsen geblokkeerd, met uitzondering van de
1P (aan/uit) toets en de toetsen die vereist zijn voor het
opheffen van de vergrendeling. Wanneer Automatisch wordt
geselecteerd voor de bedieningsvergrendeling, zijn de
bedieningsfuncties alleen tijdens uitvoeringen vergrendeld.*
* Indrukken van een toets of pedaal wordt beschouwd als het
begin van een uitvoering en zorgt ervoor dat de
bedieningsfuncties worden vergrendeld.
■ Inschakelen van de bedieningsvergrendeling
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat
“[FUNCTION]” op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om de
volgende menu-items achter elkaar te
selecteren: “SYSTEM” 3 “Operation Lock”.
3.
Gebruik bk – en bl + om de getoonde
instelling te veranderen van “Off” of “Auto”
naar “On”.
4.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
van het display verdwijnt om de FUNCTION-
modus te verlaten.
■ Opheffen van de bedieningsvergrendeling
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat
“[FUNCTION]” op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
De onderstaande aanduiding verschijnt op het display
wanneer de bedieningsvergrendeling is ingeschakeld.
2.
Gebruik bk – en bl + om de getoonde
instelling te veranderen van “On” naar “Off” of
“Auto”.
3.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
van het display verdwijnt om de FUNCTION-
modus te verlaten.
Gebruik de onderstaande FUNCTION-parameters om de
MIDI-instellingen van de Digitale Piano te veranderen. Zie
“Functie-instellingen maken (FUNCTION-modus)” (pagina
NL-53) voor informatie over de FUNCTION-parameters.
Gebruik van
bedieningsvergrendeling
[
FUNCT I ON
]
–
On
+
O
p
erat ion Lock
MIDI-instellingen maken
Instelling FUNCTION-parameter
Toetsenbordkanaal
Deze instelling specificeert een
kanaal tussen 1 t/m 16 als het
MIDI-kanaal dat wordt gebruikt
voor het verzenden van
gegevens naar een extern
apparaat.
Keyboard Chan
(nummer 101)
Lokale sturing
Wanneer deze instelling is
uitgeschakeld, wordt de
uitvoeringsinformatie (MIDI-
gegevens) door de Digitale Piano
verzonden, maar wordt er geen
geluid door de Digitale Piano
weergegeven. Deze optie wordt
gebruikt wanneer u alleen MIDI-
gegevens naar een extern
apparaat wilt verzenden.
Local Control
(nummer 102)
Hi-Reso Velocity MIDI-uitvoer
Deze instelling specificeert in-/
uitschakelen van de hoge-
resolutie MIDI-uitvoer van de
aanslagdruk (snelheid) wanneer
de klaviertoetsen worden
ingedrukt.
Hi-Reso MIDI Out
(nummer 103)
MIDI-uitvoer van begeleiding
Door deze instelling in te
schakelen wordt de informatie
van de automatische begeleiding
als MIDI-gegevens uitgevoerd.
Accomp MIDI Out
(nummer 104)