User Manual

Table Of Contents
Gebruik van de Digitale Piano
NL-52
4.
Tip 8a aan om te beginnen met weergeven
van de geselecteerde melodie.
De gele en rode LED boven de
8a
toets knipperen
in de maat van het ritme (geel voor maatslag 1, rood
voor de resterende maatslagen van elke maat).
De onderstaande bediening is mogelijk terwijl de
weergave plaatsvindt.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van de melodie wordt bereikt.
Afspelen van een melodie met het geluid van één
hand gedempt (voor oefenen van het gedempte
gedeelte)
Deze procedure kan worden gebruikt voor een
gebruikersmelodie of een melodie op een USB flash-drive.
1.
Voer de stappen 1 en 2 uit onder “Selecteren
en weergeven van een melodie” (pagina
NL-51).
2.
Als u wilt, kunt u de procedure onder
Veranderen van het tempo van de
automatische begeleiding en de melodie
(pagina NL-38) gebruiken om het tempo te
specificeren.
3.
Gebruik de 4 PART toets om het gedeelte te
selecteren dat u wilt dempen.
Bij meermalen indrukken van 4 PART worden de
instellingen voor het weergavegedeelte doorlopen. Het
geselecteerde weergavegedeelte(n) wordt
aangegeven door de “L” en “R” indicators die
onderaan op het display verschijnen.
4.
Tip 8a aan om te beginnen met
weergeven.
Speel zelf het gedempte gedeelte mee met het
weergegeven gedeelte.
U kunt tijdens weergeven ook de tempo-instelling
veranderen.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van de melodie wordt bereikt. Tip 8a aan om de
weergave van de melodie voortijdig te stoppen.
Wanneer een standaard MIDI-bestand (SMF-formaat)
opgeslagen op een USB flash-drive wordt weergegeven,
wordt kanaal 3 toegewezen aan het linkerhandgedeelte en
kanaal 4 wordt toegewezen aan het rechterhandgedeelte.
Importeren van melodie-instellingen als
toetsenbord-uitvoeringsinstellingen
De onderstaande procedure kan worden gebruikt om de
onderstaande instellingen, die aan het begin van een
geselecteerde melodie zijn opgenomen, te importeren als
toetsenbord-uitvoeringsinstellingen.
Tempo, zaalsimulator/nagalminstellingen (aan/uit, type,
diepte), surroundinstellingen (alleen voor MIDI-
recordermelodieën), zwevingstype, helderheidsinstelling
(alleen voor MIDI-recordermelodieën), toonschaalinstelling
(alleen voor MIDI-recordermelodieën)
1.
Voer de stappen 1 en 2 uit onder “Selecteren
en weergeven van een melodie” (pagina
NL-51).
2.
Houd de 3 modusselectietoets ingedrukt
totdat “COMPLETE” op het display verschijnt.
De instellingen van de geselecteerde melodie worden
geïmporteerd als toetsenbord-uitvoeringsinstellingen.
Wissen van een gebruikersmelodie
1.
Gebruik de 3 modusselectietoets om de
instellingen te doorlopen totdat de “SONG”
(SONG modus) indicator gaat branden.
2.
Gebruik de bk en bl + toetsen om het
melodienummer (1 t/m 10) te selecteren van de
gebruikersmelodie die u wilt wissen.
Indien nodig kunt u 8a aantippen om de melodie
weer te geven en de inhoud te controleren.
3.
Houd de bo REC0 toets ingedrukt totdat
“Sure?” op het display verschijnt.
4.
Tip bl + aan om de melodie te wissen. Tip bk
aan als u besluit om de procedure te verlaten
zonder iets te wissen.
Om dit te doen: Voer deze bediening uit:
Weergave stoppen Tip 8a aan.
Weergave pauzeren Tip 7 k aan.
Afspeeltempo (snelheid)
veranderen.
Zie “Veranderen van het tempo
van de automatische begeleiding
en de melodie” (pagina NL-38).
Eén maat vooruitspringen.
Tip 6d aan.
Snel voorwaarts gaan Houd 6d ingedrukt.
Eén maat terugspringen. Tip 5s aan.
Snel terugwaarts gaan Houd 5s ingedrukt.
Deze
indicator
Betekent dit:
LR Zowel het linkerhand- als het
rechterhandgedeelte worden weergegeven.
L
Alleen het linkerhandgedeelte wordt weergegeven,
het rechterhandgedeelte is gedempt.
R
Alleen het rechterhandgedeelte wordt
weergegeven, het linkerhandgedeelte is gedempt.
Zowel het linkerhand- als het
rechterhandgedeelte zijn gedempt.