User Manual

Table Of Contents
Gebruik van de Digitale Piano
NL-40
U kunt de registratiefunctie gebruiken om een basisinstelling
van de Digitale Piano (toon, ritme en andere instellingen) te
registreren. Een geregistreerde basisinstelling kan naar
vereist worden opgeroepen voor de uitvoering van een
bepaalde melodie enz.
Registratiebewerkingen kunnen in de RHYTHM modus
(pagina NL-12) of de ACCOMP modus (pagina NL-12)
worden verricht.
Registratiebewerkingen kunnen niet in de SONG modus
(pagina NL-12) worden verricht wanneer
demonstratieweergave (pagina NL-14) of
muziekvoorkeuzes (pagina NL-38) actief zijn of instellingen
worden gemaakt (pagina NL-53).
Opslaglocaties voor de basisinstellingen
De registratiegegevens van de basisinstellingen worden
opgeslagen in geheugenlocaties die verdeeld zijn in
24 banken. Elke bank heeft vier opslaggebieden, wat
betekent dat u 96 (24 banken × 4 gebieden) basisinstellingen
kunt registreren.
Gebruik de bq BANK toets om een bank te selecteren.
Selecteer een gebied met de br Gebied 1 t/m ck Gebied
4 toetsen.
Gegevens in het registratiegeheugen
*1 De “Blokkeren” kolom toont de namen van de parameters
die in de “FREEZE” directory (FUNCTION-parameter 58)
zijn opgenomen. Zie “Blokkeerfunctie” (pagina NL-42) voor
details.
*2 Speciaal instelitem voor gebruik van de cm (K1) en (K2)
knoppen. Zie “Lijst met knoppensets” (pagina NL-78) voor
informatie over de instellingen van de knoppen die in een
basisinstelling kunnen worden geregistreerd.
Opslaan op externe apparatuur
De basisinstellingen die met de registratiefunctie zijn
opgeslagen kunnen in bankeenheden op een USB flash-drive
worden vastgelegd. Zie “Gebruik van de USB flash-drive
(pagina NL-62).
Registreren en oproepen van een
basisinstelling (Registratie)
Gebied 1 Gebied 4
Bank 1 Basisinstelling 1-1 Basisinstelling 1-4
Bank 2 Basisinstelling 2-1 Basisinstelling 2-4
.
.
.
.
.
.
Bank 24 Basisinstelling 24-1 Basisinstelling 24-4
bq
br bs bt ck
Instelitems Blokkeren*
1
Ritmenummer, modusselectie
(ACCOMP-modus of RHYTHM-modus),
paraatstand voor gesynchroniseerd
starten, instellingen voor automatische
begeleiding (akkoordinvoermodus,
volume van automatische begeleiding)
Accompaniment
Tempo Tempo
Toonnummers (Upper1, Upper2, Lower),
lagenfunctie in-/uitschakelen,
splitsfunctie in-/uitschakelen, DSP (type,
parameter), volume-instelling van
toetsenbord, instellingen voor gedeelten
(volume, octaafverschuiving,
fijnstemming), duetinstelling
Tone
Splitspunt Split Point
Automatisch harmoniseren/arpeggiator
(in-/uitschakelen, type, andere
instellingen)
Arpeg./A.Harmo.
Transponeren Transpose
Toonschaalinstellingen (type, basisnoot,
uitgerekte stemming, toonschaal van
automatische begeleiding)
Scale Tuning
Instellingen voor aanslagvolume Touch Response
Instellingen voor zwevingstype,
helderheid
Effect
Zaalsimulator/nagalm (in-/uitschakelen,
type, diepte), surround (in-/uitschakelen,
type)
Sound Mode
Functie van demppedaal, functie van
expressie/toewijsbaar-pedaal, bereik
van toonhoogteregelaar, instellingen
voor gedeelten (pedaaleenheid,
demppedaal, expressie/toewijsbaar-
pedaal, toonhoogteregelaar)
Pedal/Wheel
Instellingen voor knoppen*
2
Knob