User Manual
Table Of Contents
- Omslag
- Inhoudsopgave
- Overzicht en instellingen
- Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
- Gebruik van de Digitale Piano
- Luisteren naar demonstratiemelodieën
- Selecteren van een toon
- Veranderen van het aanslagvolume naar de aanslagdruk (Aanslagvolume)
- Veranderen van de toonhoogte
- Gebruik van de geluidsmoduseffecten (Zaalsimulator/Nagalm en Surround)
- Gebruik van een DSP
- Gebruik van zweving
- Gebruik van helderheid
- Aanpassen van de geluidskarakteristieken van de akoestische piano (Akoestieksimulator)
- Gebruik van de knoppen
- Gebruik van de toonhoogteregelaar
- Gebruik van de arpeggiator
- Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel
- Veranderen van de toonschaalstemming (Temperament) van het toetsenbord
- Gebruik van automatische begeleiding
- Selecteren van een ritme
- Spelen van een automatische begeleiding
- Patroonvariaties van de automatische begeleiding
- Activeren van het spelen van de automatische begeleiding via invoer van een akkoord op het begeleidingstoetsenbord (Gesynchroniseerd starten)
- Gebruik van het toetsenbord om het automatische begeleidingspatroon te regelen (Toetsenbordregelingsmodus)
- Selecteren van een akkoordinvoermodus
- Gebruik van één-toets voorkeuze
- Gebruik van automatisch harmoniseren
- Veranderen van het tempo van de automatische begeleiding en de melodie
- Gebruik van muziekvoorkeuze
- Registreren en oproepen van een basisinstelling (Registratie)
- Gebruik van de MIDI-recorder voor het opnemen van uitvoeringen
- Gebruik van de audiorecorder voor het opnemen van uitvoeringen
- Luisteren naar melodieën (MIDI-speler)
- Functie-instellingen maken (FUNCTION-modus)
- Gebruik van bedieningsvergrendeling
- MIDI-instellingen maken
- Wissen van alle gegevens in het geheugen van de Digitale Piano
- USB flash-drive
- Ondersteunde USB flash-drives
- Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een USB flash-drive en de USB type-A poort
- Aansluiten van een USB flash-drive op de Digitale Piano en loskoppelen ervan
- Formatteren van een USB flash-drive
- Gebruik van de USB flash-drive
- Gebruik van een computer voor het kopiëren van algemene melodiegegevens naar een USB flash-drive
- Opslaan van standaard geluidsgegevens (WAV bestanden) naar een USB flash-drive
- Koppelen aan een smartapparaat (APP-functie)
- Oplossen van moeilijkheden
- Referentie
- MIDI Implementation Chart
Gebruik van de Digitale Piano
NL-20
Gebruik de stemmingsfunctie wanneer u de toonhoogte ietwat
wilt veranderen voor samenspel met een ander
muziekinstrument.
• De stemmingsfunctie specificeert de frequentie van de A4
noot. U kunt de frequentie instellen in het bereik van
415,5 Hz t/m 465,9 Hz. De oorspronkelijke
standaardinstelling is 440,0 Hz.
• U kunt de frequentie veranderen in stappen van 0,1 Hz.
■ Veranderen van de stemmingsinstelling
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat
“[FUNCTION]” op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om de
volgende menu-items achter elkaar te
selecteren: “SYSTEM” 3 “Master Tuning”.
3.
Gebruik de bk – en bl + toetsen of de cm (K1)
knop om de instelling te veranderen.
•Tip bk – en bl + tegelijkertijd aan om terug te keren
naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
4.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
van het display verdwijnt om de FUNCTION-
modus te verlaten.
Gebruik de onderstaande procedure om de toonhoogte in
eenheden van een octaaf te verhogen of verlagen. In de hier
gegeven uitleg veronderstellen we dat de lagen- en
splitsfunctie niet worden gebruikt en dat de octaafverschuiving
voor de toetsenbordtoon (Upper1 gedeelte) geldt.
• Wanneer de lagen- en/of splitsfunctie wordt gebruikt, kunt u
afzonderlijke octaafverschuivingsinstellingen voor elk
gedeelte (Upper1, Upper2, Lower) maken. Zie “Lagen- en
splitsinstellingen maken” (pagina NL-17) voor details
betreffende de instellingen voor elk gedeelte.
■ Octaafverschuiving voor het Upper1 gedeelte
1.
Schakel de lagen- en splitsfunctie uit als deze
ingeschakeld zijn.
•Zie “Uitschakelen van de lagenfunctie” (pagina NL-16)
en “Uitschakelen van de splitsfunctie” (pagina NL-17).
2.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat
“[FUNCTION]” op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
3.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om de
volgende menu-items achter elkaar te
selecteren: “KEYBOARD” 3 “PART OCT
SHIFT” 3 “Upper1 Part”.
Het instelscherm voor de octaafverschuiving van het
Upper1 gedeelte verschijnt op het display.
4.
Gebruik de bk – en bl + toetsen of de cm (K1)
knop om de instelling te veranderen.
• U kunt de octaaf verschuiven binnen het bereik van –2
t/m +2.
•Tip bk – en bl + tegelijkertijd aan om terug te keren
naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
5.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
van het display verdwijnt om de FUNCTION-
modus te verlaten.
Fijnstemmen van een toonhoogte
(Stemming)
Veranderen van de toonhoogte in eenheden
van een octaaf (Octaafverschuiving)
[
FUNCT I ON
]
–
0
+
<
U
pp
e r 1 P a r t
>