User Manual
Table Of Contents
- Omslag
- Inhoudsopgave
- Overzicht en instellingen
- Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
- Gebruik van de Digitale Piano
- Luisteren naar demonstratiemelodieën
- Selecteren van een toon
- Veranderen van het aanslagvolume naar de aanslagdruk (Aanslagvolume)
- Veranderen van de toonhoogte
- Gebruik van de geluidsmoduseffecten (Zaalsimulator/Nagalm en Surround)
- Gebruik van een DSP
- Gebruik van zweving
- Gebruik van helderheid
- Aanpassen van de geluidskarakteristieken van de akoestische piano (Akoestieksimulator)
- Gebruik van de knoppen
- Gebruik van de toonhoogteregelaar
- Gebruik van de arpeggiator
- Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel
- Veranderen van de toonschaalstemming (Temperament) van het toetsenbord
- Gebruik van automatische begeleiding
- Selecteren van een ritme
- Spelen van een automatische begeleiding
- Patroonvariaties van de automatische begeleiding
- Activeren van het spelen van de automatische begeleiding via invoer van een akkoord op het begeleidingstoetsenbord (Gesynchroniseerd starten)
- Gebruik van het toetsenbord om het automatische begeleidingspatroon te regelen (Toetsenbordregelingsmodus)
- Selecteren van een akkoordinvoermodus
- Gebruik van één-toets voorkeuze
- Gebruik van automatisch harmoniseren
- Veranderen van het tempo van de automatische begeleiding en de melodie
- Gebruik van muziekvoorkeuze
- Registreren en oproepen van een basisinstelling (Registratie)
- Gebruik van de MIDI-recorder voor het opnemen van uitvoeringen
- Gebruik van de audiorecorder voor het opnemen van uitvoeringen
- Luisteren naar melodieën (MIDI-speler)
- Functie-instellingen maken (FUNCTION-modus)
- Gebruik van bedieningsvergrendeling
- MIDI-instellingen maken
- Wissen van alle gegevens in het geheugen van de Digitale Piano
- USB flash-drive
- Ondersteunde USB flash-drives
- Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een USB flash-drive en de USB type-A poort
- Aansluiten van een USB flash-drive op de Digitale Piano en loskoppelen ervan
- Formatteren van een USB flash-drive
- Gebruik van de USB flash-drive
- Gebruik van een computer voor het kopiëren van algemene melodiegegevens naar een USB flash-drive
- Opslaan van standaard geluidsgegevens (WAV bestanden) naar een USB flash-drive
- Koppelen aan een smartapparaat (APP-functie)
- Oplossen van moeilijkheden
- Referentie
- MIDI Implementation Chart
Gebruik van de Digitale Piano
NL-16
■ Uitschakelen van de lagenfunctie
1.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^CTRL” indicator rechts
naast de toets gaat branden.
2.
Tip cl LAYER aan zodat de “LY” indicator van
het display verdwijnt.
U kunt het lage bereik en het hoge bereik van het toetsenbord
gebruiken om twee verschillende tonen te laten klinken.
Wanneer het toetsenbord in een linker en een rechter bereik
wordt gesplitst, is de toon die aan het lage bereik (linkerzijde)
wordt toegewezen de “toon van het Lower gedeelte” en deze
wordt in deze handleiding de “Lower toon” genoemd. De toon
die aan het hoge bereik (rechterzijde) wordt toegewezen,
wordt de “Upper1 toon” of de “Upper2 toon” (wanneer het
toetsenbord is gelaagd met de Upper2 toon) genoemd.
Bij gebruik van de oorspronkelijke standaardinstellingen is de
laagste noot van het hoge bereik (splitspunt) bij F{3.
■ Splitsen van het toetsenbord tussen twee
verschillende tonen
1.
Gebruik de procedure onder “Selecteren van
een toon” (pagina NL-15) om de toon van het
hoge bereik (Upper1) te selecteren.
2.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^CTRL” indicator rechts
naast de toets gaat branden.
3.
Tip ck SPLIT aan om de splitsfunctie in te
schakelen wat wordt aangegeven door “SP” op
het display.
4.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^TONE” indicator rechts
naast de toets gaat branden. Volg daarna de
aanwijzingen onder “Selecteren van een toon”
(pagina NL-15) om de Lower toon te selecteren.
• Om de splitsfunctie en de lagenfunctie gelijktijdig te
gebruiken, voert u de bovenstaande procedure uit en gaat
dan door met de stappen 2 t/m 4 onder “Twee tonen
gelaagd weergeven” (pagina NL-15).
• U kunt het volume van het Lower gedeelte, het Upper1
gedeelte en het Upper2 gedeelte afzonderlijk instellen en
andere instellingen voor de gedeelten maken. Zie “Lagen-
en splitsinstellingen maken” (pagina NL-17) voor details.
■ Veranderen van het splitspunt
1.
Gebruik de bp^ toets om de instellingen te
doorlopen totdat de “^CTRL” indicator rechts
naast de toets gaat branden.
2.
Houd ck SPLIT ingedrukt en druk dan
tegelijkertijd op de klaviertoets die u wilt
instellen als de laagste noot van het hoge
bereik (rechterzijde) van het toetsenbord. Dit
wordt de splitspuntnoot.
3.
Laat ck SPLIT los.
Het splitspunt is ingesteld.
Splitsen van het toetsenbord tussen twee
tonen
Lower
Upper1
Upper2
[
TONE
]
LOTHERS
T : 120 SP
059 :Acous .Bass 1
Indicator voor ingeschakelde splitsfunctie
“Lower” indicator
[
CTRL
]
KNOB
S P . P O I N T : F 3
|
F # 3
01 :Fi l ter
Naam van splitspuntnoot