User Manual

Table Of Contents
NL-12
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
Modusselectietoets
Uw Digitale Piano heeft drie modi die hieronder worden beschreven.
Tip de 3 modusselectietoets enkele malen aan om de drie modi te doorlopen.
Een van de indicators boven of onder de modusselectietoets brandt om de geselecteerde modus aan te geven. De namen van de
andere modi zijn niet zichtbaar.
^ toets
U kunt de bp^ toets gebruiken om de vier verschillende functietypen voor de zes toetsen (bq t/m cl) rechts op het voorpaneel
van de Digitale Piano te doorlopen.
Tip bp^ enkele malen aan om de verschillende functietypen te doorlopen. Een van de indicators rechts naast de bp^ toets
brandt om het geselecteerde functietype aan te geven.
Voorbeeld: De toetsen bq t/m cl zijn ingesteld zoals hieronder is aangegeven wanneer “CTRL” is geselecteerd (brandt).
RHYTHM modus: Dit is de modus voor de basisbediening. In aanvulling op het normale toetsenbordspel kan deze modus worden
gebruikt voor de meeste andere bedieningsfuncties van de Digitale Piano.
ACCOMP modus: Deze modus is voor het spelen van automatische begeleiding met akkoorden. Zie “Gebruik van automatische
begeleiding” (pagina NL-31).
SONG modus: Gebruik deze modus om melodieën weer te geven. Zie “Luisteren naar melodieën (MIDI-speler)” (pagina
NL-51).
Wanneer deze
functienaam brandt:
Kunnen de toetsen bq t/m cl worden gebruikt voor deze bediening:
TONE Selecteren van de tooncategorie (pagina NL-14)
RHYTHM Selecteren van de ritmecategorie (pagina NL-31)
CTRL DSP-selectie (pagina NL-23), veranderen van de transponeerinstelling (pagina NL-19), selecteren
van de knoppenset (pagina NL-26), veranderen van de arpeggiator (pagina NL-27) /automatisch
harmoniseren (pagina NL-37) instelling, veranderen van de splits- en lageninstelling (pagina NL-17)
REG. Registratiebediening (pagina NL-40)