Operation Manual
Gebruiken van ingebouwde tonen
D-11
1.
Druk op de 
cs
 (FUNCTION) toets.
De FUNCTION indicator gaat branden en het 
functiescherm verschijnt in de display.
2.
Selecteer d.m.v. de 
do
 (i) en 
dn
 (u) 
toetsen het Tmpr/Effect scherm.
3.
Druk op de 
dp
 (ENTER) toets.
Hierdoor wordt een scherm getoond voor het selecteren 
van de Tmpr/Effect groep.
4.
Selecteer d.m.v. de 
do
 (i) of 
dn
 (u) toets 
het helderheidsscherm dat hieronder wordt 
getoond.
5.
Stel d.m.v. de 
ct
 (w, q)
 toetsen de 
helderheid in van de op dat moment 
geselecteerde toon. U kunt de helderheid 
bijstellen in het bereik lopend van –3 tot 0 tot 3.
6.
Druk op de 
cs
 (FUNCTION) toets.
Hierdoor wordt het helderheidsscherm verlaten en gaat 
de FUNCTION indicator uit.
OPMERKING
• Zie “Overige instellingen” (pagina D-44) voor 
details aangaande het gebruik van de 
cs
(FUNCTION) toets.
1.
Houd de 
cs
 (FUNCTION) toets ingedrukt en 
druk op de 
dk
 (REVERB) toets.
Hierdoor wordt het selectiescherm van een nagalmtype 
getoond.
2.
Selecteer d.m.v. de 
ct
 (w, q) toetsen het 
gewenste type nagalm.
• Het volgende toont de vijf beschikbare instellingen 
voor het nagalmtype.
0: OFF (geen nagalm)
1: Room
2: Hall
3: Large Hall
4: Stadium
3.
Druk op de 
cs
 (FUNCTION) toets.
Hierdoor wordt het selectiescherm voor het 
nagalmtype verlaten.
Bijstellen van de helderheid 
van een toon
w : Milder en teder
q : Helderder en scherper
Brandt
Toevoegen van nagalm aan de 
toon
PX780_d.book 11 ページ 2012年12月20日 木曜日 午後12時22分










