Handleiding

NL-26
Gebruik van automatische begeleiding
13.
Tip het bestemming-gebruikersritmenummer
aan.
Als er reeds gegevens aan het ritmenummer zijn
toegewezen, staat er een sterretje (*) naast.
14.
Tip “Execute” aan.
Als er geen gegevens aan het geselecteerde
ritmenummer zijn toegewezen, verschijnt de melding
“Sure?”. Als er wel gegevens aan zijn toegewezen,
verschijnt de melding “Replace?”.
15.
Tip “Yes” aan.
De gegevens worden in het geheugen opgeslagen.
Tip “No” aan om terug te keren naar het scherm in
stap 4 zonder de gegevens op te slaan.
Als gebruikersritmegegevens opgeslagen worden bij
een gebruikersritmenummer dat reeds gegevens
bevat, worden de bestaande gegevens vervangen
door de nieuwe gegevens.
Als de hoeveelheid begeleidingspatroon- of
instrumentdeelgegevens te groot is om te worden
bewerkt, verschijnt een geheugen-vol melding
(Memory Full) op de display. Mocht dit gebeuren,
selecteer dan een ander begeleidingspatroon- of
instrumentdeel voor het bewerken.
1.
Tip “RHYTHM” op het MENU scherm aan.
2.
Tip “Edit” aan.
3.
Tip “Clear” aan.
4.
Tip het gebruikersritme aan dat u wilt wissen
en tip dan “Execute” aan.
5.
Tip “Yes” aan.
Het geselecteerde gebruikersritme wordt gewist.
Tip “No” aan om de wisbewerking te annuleren.
Bestemming-gebruikersritmenummer
Wissen van een
gebruikersritme
PX360-D-1A.indd 28 2015/05/21 11:04:12