Operation Manual
Algemene gids
D-10
1. Een indicator verschijnt naast een functie die in gebruik is: GM (algemene MIDI functie), melodiegeheugen
(SONG MEMORY), stap (STEP), klaviertoetsindicator (KEY LIGHT).
2. Dit deel toont het toonnummer en de -naam, het ritmenummer en de -naam en het melodienummer en de
-naam. Het toont ook andere informatie bij gebruik van de melodiegeheugenfunctie en andere functies.
Indicators verschijnen hier ook om aan te geven wat voor soort data getoond wordt: toondata (TONE),
ritmedata (RHYTHM) en melodiebankdata (SONG BANK).
3. Dit deel is de staafnotatiedisplay die noten aangeeft die op het toetsenbord worden gespeeld of uit het
melodiegeheugen, van akkoordvormen en ontvangen MIDI data*. Bij gebruik van een pedaal verschijnt hier
het ( ) pedaalteken telkens bij indrukken van het pedaal.
4. Een indicator verschijnt naast een functie die in gebruik is: laag (LAYER), splitsing (SPLIT), aanslagvolume
(TOUCH RESPONSE).
5. Dit deel toont vingerzettingen, dynamische markeringen, vingerkruistechnieken en andere vingerinformatie
tijdens de 3-stappen les en melodiebankweergave. De letters “L” (links) en “R” (rechts) verschijnen om de
automatische begeleidingsdelen en geheugensporen voor de linker- en de rechterhand aan te geven.
6. Dit deel toont maatnummer, maatslagnummer, een grafische metronoom en de tempowaarde (maatslagen
per minuut) tijdens weergave van ritmes en de automatische begeleiding en bij gebruik van het
melodiegeheugen. Tevens wordt hier de lesstapnummer getoond tijdens de 3-stappen les.
7. Dit deel toont de akkoordnamen tijdens weergave van de automatische begeleiding en de melodiebank.
Displayvoorbeelden aangegeven in deze gebruiksaanwijzing dienen enkel ter illustratie. De werkelijke tekst en waarden die in de
display verschijnen kunnen verschillen van de voorbeelden die hier in de gebruiksaanwijzing worden gegeven.
Betreffende de display
[Octaafteken ( )] (HOOG)
Verschijnt wanneer de door het keyboard geproduceerde noot een octaaf hoger is dan de op de notenbalk aangegeven
noot.
[Octaafteken ( )] (LAAG)
Verschijnt wanneer via het toetsenbord geproduceerde noot een octaaf lager is dan de door de notenbalk aangegeven
noot.
* Ontvangen noten buiten het bereik C1 - C7 verschijnen niet in de display.
641A-F-076A