Softwareversie 3.20 Gebruiksaanwijzing
14-13
u Een oneindige lijn tekenen 
1. Voer de volgende bewerking uit: 3(Draw) – 3:Infinite Line. 
2. Verplaats de aanwijzer naar een locatie op het scherm en druk dan op w. 
3. Verplaats de aanwijzer naar een andere locatie op het scherm en druk dan op w. 
• Hierdoor wordt een lijn getekend die door de twee 
punten loopt.
u Een straal tekenen 
1. Voer de volgende bewerking uit: 3(Draw) – 4:Ray. 
2. Verplaats de aanwijzer naar een locatie op het scherm en druk dan op w. 
3. Verplaats de aanwijzer naar een andere locatie op het scherm en druk dan op w. 
• Hierdoor wordt een straal getekend die begint bij het 
eerste geselecteerde punt en die door het tweede punt 
loopt. 
u Een vector tekenen 
1. Voer de volgende bewerking uit: 3(Draw) – 5:Vector. 
2. Verplaats de aanwijzer naar de locatie op het scherm waar u de vector wilt tekenen en druk 
dan op w. 
3. Verplaats de aanwijzer naar de locatie op het scherm waar u de vector wilt tekenen en druk 
dan op w. 
• Hierdoor wordt de vector getekend. 










