Softwareversie 3.20 Gebruiksaanwijzing
8-18
 Isz (Sprong met een teller) 
   Functie:  Deze opdracht is een sprong met een teller die de waarde van een 
referentievariabele vermeerdert met één. Als deze waarde nul is, wordt er een instructie verder 
gesprongen.
   Syntaxis: 
Waarde variabele  ≠  0 
    lsz <naam variabele> : <instructie> 
_
:
^
 <instructie>
    Waarde variabele = 0
   Parameters:  naam variabele: A tot Z, r , 
θ 
    [Voorbeeld] Isz A : de waarde van A vermeerdert met 1.
   Beschrijving:  Deze opdracht verhoogt de waarde van een referentievariabele met één, 
en vergelijkt die nieuwe waarde dan met 0. Is de nieuwe waarde niet 0, dan wordt de 
eerstvolgende instructie uitgevoerd. Is ze wel 0, dan wordt een sprong gemaakt over de 
instructie naar de instructie die volgt na de eerstvolgende opdracht voor meervoudige 
instructies (:), uitvoeropdracht ( ^), of nieuwe regel-opdracht ( _).
  ⇒  (Voorwaardelijke instructie-opdracht) 
   Functie:  Deze code wordt gebruikt om de voorwaarden vast te leggen van een 
voorwaardelijke instructie. De instructie wordt uitgevoerd als de voorwaarde onwaar is.
   Syntaxis: 
Waar 
    <links> <relationele operator> <rechts> ⇒  <instructie> 
_
:
^
 <instructie>
Onwaar 
   Parameters:  
  • links/rechts: variabele (A tot Z, 
r , 
θ 
), numerieke constante, berekening met variabelen (zoals: 
A × 2)
  • relationele operator: =, ≠ , >, <, ≥ , ≤  (pagina 8-24)
   Beschrijving: 
  • Een voorwaardelijke instructie vergelijkt de waarden van twee variabelen of de resultaten van 
twee berekeningen, waarna de instructie wel of niet wordt uitgevoerd, naargelang van het 
resultaat van de vergelijking.
  • Is het resultaat van de vergelijking waar, dan wordt het programma voortgezet met de 
instructie die volgt op de opdracht ⇒ . Is het resultaat van de vergelijking onwaar, dan wordt 
over deze instructie gesprongen naar de instructie die volgt na de eerstvolgende opdracht 
voor meervoudige instructies (:), uitvoeropdracht ( ^), of nieuwe regel-opdracht ( _).










