Softwareversie 3.11 Gebruiksaanwijzing

1-23
k Resultaten weergeven in de Math invoer/uitvoer-modus
Breuken, matrices, vectoren en lijsten die in de Math invoer/uitvoer-modus worden
aangemaakt, worden in natuurlijke schrijfwijze weergegeven, zoals deze in uw handboek
staan.
Voorbeeldweergave van resultaten
Breuken worden weergegeven als onechte breuken of als gemengde breuken,
afhankelijk van de instelling “Frac Result” in het configuratiescherm. Zie “Werken met het
configuratiescherm” (pagina 1-35) voor details.
Matrices worden weergegeven in natuurlijke notatie, tot 6 × 6. Een matrix met meer dan zes
rijen of kolommen wordt weergegeven op het scherm MatAns, dat ook in de Lineaire invoer/
uitvoer-modus wordt gebruikt.
Vectoren worden weergegeven in natuurlijke notatie, tot 1 × 6 of 6 × 1. Een vector met meer
dan zes rijen of kolommen wordt weergegeven op het scherm VctAns, dat ook in de Lineaire
invoer/uitvoer-modus wordt gebruikt.
Lijsten worden weergegeven in natuurlijke notatie tot 20 elementen. Een lijst met meer dan
20 elementen wordt weergegeven op het scherm ListAns, dat ook in de Lineaire invoer/
uitvoer-modus wordt gebruikt.
Een pijl naar links, naar rechts, omlaag of omhoog betekent dat meer gegevens staan in de
door de pijl aangegeven richting.
Met de cursortoetsen kunt u door het scherm bladeren en de gewenste gegevens bekijken.
Als u drukt op 2(DELETE)1(DEL-LINE) terwijl een resultaat is geselecteerd, worden het
resultaat en de gebruikte berekening gewist.
Het vermenigvuldigingsteken mag niet worden weggelaten direct vóór een onechte breuk of
een gemengde breuk. Voer in dit geval altijd het vermenigvuldigingsteken in.
Voorbeeld:
2
5
c*c'f
Het intoetsen van A M, x of !)(
x
–1
) kan niet onmiddellijk worden gevolgd door het
intoetsen van M, x of !)(
x
–1
). Gebruik in dit geval haakjes om de toetscombinaties
gescheiden te houden.
Voorbeeld: (3
2
)
–1
(dx)!)(x
–1
)