Softwareversie 3.10 Gebruiksaanwijzing

16-15
4. Als u op v drukt, wordt een pop-upvenster weergegeven. Als u coördinaten invoert in
het venster, wordt de aanwijzer verplaatst naar de opgegeven locatie. (alleen grafiek Z=/
parametrische grafiek)
U kunt de cursor ook verplaatsen door waarden in te voeren zonder op v te drukken
om het pop-upvenster weer te geven.
5. Om een Trace-bewerking af te sluiten, drukt u op !1(TRACE).
Zoomfuncties k
U kunt inzoomen en uitzoomen vanaf het midden van het scherm. U kunt ook de richting van
beeld van het scherm wijzigen.
1. Teken een 3D-grafiek.
2. Selecteer de gewenste zoombewerking.
!2(Zoom)1(IN) … Zoomt in vanuit het midden van het scherm.
2(OUT) … Zoomt uit vanuit het midden van het scherm.
3(VIEW-X) … Geeft het beeld weer langs de positieve
x-as.
4(VIEW-Y) … Geeft het beeld weer langs de positieve
y-as.
5(VIEW-Z) … Geeft het beeld weer langs de positieve
z-as.
6(ORIGINAL) … Brengt de 3D-grafiek terug naar zijn originele (niet-
geroteerd, niet-gezoomd) status.
Sketch functies k
U kunt punten toevoegen en tekst schrijven in een 3D-grafiek.
1. Teken een 3D-grafiek.
2. Gebruik, zoals vereist, het configuratiescherm om onderstaande instellingen te
configureren.
Plot/LineCol ... Specificeert de kleur voor toegevoegde punten en tekst.